Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar is God en Wie is Hij eigenlijk? (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar is God en Wie is Hij eigenlijk? (IV)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

God als bond-genoot?
De vorige maal zagen we, dat door velen een beeld van God wordt getekend, waarbij God alleen de God van de uittocht is. Het hele leven met Hem wordt dan een uittocht, een verzet tegen het bestaan, een roepen om verandering. In die verandering trekt God dan mee. Zelf ook steeds veranderend naarmate de tijden veranderen.
Van het beeld van de trouwe, onveranderlijke Verbondsgod zoals de Bijbel ons dat tekent blijft dan weinig over.
Toch wordt er nog wel over het verbond gesproken. De uitdrukking God als „Bondgenoot" komt men ook in de moderne(re) theologie herhaaldelijk tegen.
De mens is dan verbondspartner.
Hierbij gaat het doorgaans niet alleen om een wat modernere manier van zeggen. Dan zou men er misschien nog vrede mee kunnen hebben, hoewel we er steeds voor op onze hoede moeten zijn, dat we met andere woorden een andere godsleer en dus ook een ander godsbeeld introduceren.
Maar doorgaans gaat het - wanneer men bovengenoemde woorden gebruikt - ook niet om het beeld van de God van het Verbond zoals de Schrift ons dat tekent. Het woord „partner" wordt meestal gebruikt in de samenhang met een godsvoorstelling die sterk afwijkt van de klassiek gereformeerde.
Het toverwoord is ook hier weer „het gebeuren". Openbaring (van God aan de mens) is dan een ontmoetingsgebeuren!
De mens is dan als partner in dat gebeuren opgenomen.
Daarbij is niet altijd even duidelijk of dat alle mensen geldt of dat er toch nog sprake is van een (uitverkoren) verbondsvolk.
Meestal blijkt dat de kerk (of het verbondsvolk) „model moet staan" voor datgene wat God doet met heel deze wereld.
Heil is er dan voor iedereen.
Om misverstand te voorkomen wil ik reeds hier zeggen, dat ik niet het pleit wil voeren voor een statisch godsbeeld, voor een onbewogen God, die ongenaakbaar, onbewogen en in die zin onveranderlijk is.
Mogelijk zijn de moderne godsvoorstellingen wel een eenzijdige reaktie op oude(re) godsvoorstellingen die minstens even eenzijdig zijn.
Hopelijk komen we er nog aan toe ook aan die beelden die de mens gemaakt heeft aandacht te schenken.
Om verwarring te voorkomen gaan we daar nu echter niet verder op in, terwijl we de opmerking hierboven wel even moeten inlassen om misverstand te voorkomen.
Waar het ons nu om gaat is een o.i. onbijbelse voorstelling van een God, die eigenlijk niet zonder de mens (de verbondspartner) kan en - naar sommiger gedachten - pas met die mens tot volle ontplooiing komt, af te wijzen als onschriftuurlijk én gevaarlijk.
Des te gevaarlijker naarmate meer vertrouwde woorden en termen worden gebruikt, terwijl blijkt dat er toch een heel andere uitleg aan gegeven moet worden dan in de gereformeerde theologie altijd is gebeurd.
Misschien mag ik - vooruitlopend - hier ook reeds opmerken, dat ik dat gevaar niet alleen zie als een gevaar voor onze geloofsleer, maar minstens even groot voor ons geloofsleven.
Dat gevaar zien we mogelijk al wat duidelijker wanneer we merken, dat in het verlengde van de voorstelling van God als Bondgenoot (in de bovenbedoelde zin) de gedachte ligt, dat we God alleen maar leren kennen in en door de geschiedenis. God is dan

De God van de geschiedenis.
Ook die uitdrukking is in een goede zin te gebruiken. B.v. om daardoor te belijden dat God alles, wat er gebeurt in ons leven en in deze wereld, bestuurt en regeert.
Maar tegen die voorstelling gaat de moderne theologie juist fel in. Want dat zou betekenen een God boven de geschiedenis. En dat is een gedachte, waartegen men fel protest aantekent. Nee, God openbaart zich volgens hen in de geschiedenis van heel dit wereldgebeuren. De geschiedenis van deze wereld zou dan bevestigen, dat wat wij vanuit de Bijbel reeds belijden, namelijk dat er meer is dan de machten van schuld lijden en dood, een „macht" die tegen die machten van lijden en dood op kan.
In feite komt zo de geschiedenis boven de Bijbel te staan.
Want die geschiedenis corrigeert de voorstelling aangaande God die wij aan de Bijbel ontleend hebben.
Heel simpel gezegd (en in een versimpeling ligt altijd iets van een scheeftrekken van de gegeven voorstellingen) komt het dan hier op neer, dat wij ons vanuit de Bijbel alléén geen goede voorstelling kunnen maken van God. De Bijbel mist daartoe de autoriteit, omdat ze ook maar een menselijk boek is.
Wie God is en wat Hij doet leiden we (ook) af uit de geschiedenis. Wéér de gedachte van een „gebeuren".
Daarom is God ook (volgens deze gedachtengang)

de God van de toekomst.
Niemand zal er moeite mee hebben deze uit drukking op gereformeerde wijze uit te leggen.
Maar in aansluiting aan de hierboven zeer summier geschetste godsbeelden betekent het dat nog openbaar moet komen Wie God is.
„Eenmaal onthult Hij zichzelf'" zegt dr. Kuitert ergens. Nu zal er inderdaad op de laatste dag een grote onthulling plaats vinden. Veel van wat nu nog verborgen is zal dan openbaar worden. Op die dag die wij naar het laatste artikel van de Ned. Geloofsbelijdenis met een groot verlangen verwachten.
Maar dat wil niet zeggen, dat datgene, wat de Here nu reeds van zichzelf geopenbaard heeft onzeker zou zijn. We beleden immers altijd dat we geen volledige maar wel ware kennis van God hebben. In de moderne theologie mogen we dat (volgens velen) niet meer zeggen. Bovendien blijkt in vele theorieën de toekomst niet in de eerste plaats Gods toekomst maar de toekomst van de wereld te zijn.
Men wil dan in vele gevallen God en wereld niet van elkaar losmaken, maar in de praktijk blijkt het toch meer om de wereld dan om God te gaan. Politieke theologie blijkt één van de mogelijke consequenties van een dergelijke theologie te zijn

Mogelijk vraagt iemand zich af wat wij aan moeten met al de hiervoor genoemde brokstukken uit verschillende theologische systemen, die de meesten van ons (ook de schrijver van deze artikelen inbegrepen) niet overzien, laat staan helemaal doorzien kunnen, moeten beginnen.
Met andere woorden, kunnen wij het beschrijven en eventueel bestrijden van allerlei theologische concepties maar niet beter aan de vakmensen overlaten, die dat dan ook in hun taal (de „vaktaal") kunnen doen en daarvoor de wetenschappelijke tijdschriften etc. kunnen gebruiken?

Dat zou inderdaad het beste zijn, wanneer niet allerlei gedachten uit die moderne theorieën in eenvoudige vorm ons oor en hoofd bereiken en in menig hart de verwarring stichtten, waarop we aan het begin van deze serie doelden.
De volgende maal hoop ik u daarvan een voorbeeld te geven.

P.N.R.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1982

De Wekker | 8 Pagina's

Waar is God en Wie is Hij eigenlijk? (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1982

De Wekker | 8 Pagina's