Kerstfeest
Nu heeft de Here God Zijn armen
vér naar de wereld uitgestrekt,
waarmee Hij óns in Zijn erbarmen
en in Zijn Vaderliefde trekt,
en waaruit Hij, met maatloos geven.
Zijn schuldeloze Kind laat gaan
naar mensen die in zonde leven,
in haat, in duisternis en waan.
Naar mensen die naar Hem niet vragen,
die eigen meester willen zijn,
die trots hun schijngewaden dragen
om schuld en nood en angst en pijn.
En herders uit de velden vonden
- een engel had het hen gezegd -
een pasgeboren Kind, omwonden
met doeken, in een krib gelegd.
Een Kind uit hoge hemelzalen,
op weg naar 't donkerste gericht,
om ons uit onze schuld te halen,
om ons te brengen tot het licht.
J. v. Veen-Nusmeijer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 1982
De Wekker | 12 Pagina's