Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God en het lijden (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God en het lijden (5)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Temidden van al het lijden in de wereld en in ons leven mogen we dus weten dat we een bewogen God hebben. God lijdt onder het leed, dat door de wereld gaat. Hij heeft geleden onder de slachtingen in de eerste en de tweede wereldoorlog. Hij heeft geleden onder het leed van de joden in Auschwitz. Hij lijdt onder de martelingen van politieke gevangenen, waar ook ter wereld. Hij lijdt er onder, als ons hart bijna stikt van benauwdheid.
En Hij heeft zijn bewogenheid getoond! Hij heeft zijn eniggeboren Zoon niet gespaard, maar Hem voor ons allen overgegeven. Het is een heerlijk woord in Romeinen 5: „God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is ".
Zo heeft God frontaal de aanval gericht op de oorzaak van alle lijden, de zonde! Aan het kruis heeft God overwonnen over zonde en leed. De Zoon heeft alle smarten der mensheid gedragen in eeuwige verlatenheid en zo heeft Hij de schuld betaald. De losprijs is voldaan. De machten, die ons in slavernij hielden, zijn verslagen!
Dit is de vastheid van het evangelie. We zagen het: Alle publicaties vandaag gaan ver in hun spreken over God, die met ons meelijdt, tot en met het kruis van Christus toe. Hij is er bij, zeggen ze. Hij is bij ons in alle leed. Door zijn meelijden, door zijn Geest, inspireert Hij ons tot strijd tegen de machten. Hij is er bij, dat geeft hoop. Maar het evangelie zegt meer! Het evangelie zegt: Christus onderging de straf! Hij heeft door zijn dood de overwinning behaald. Daar mag een zondig mens, een lijdend mens, uit leven.
Soms beleven leden van de gemeente hun lijden toch nog als straf op een bepaalde zonde. We zouden daar nog verder op ingaan. Want als de gedachte u bezig houdt, dat bv. uw ziekte verband houdt met uw zondig verleden, mogen we die gedachte in deze artikelen zo maar niet van de tafel vegen.
In ons derde artikel zagen we al, dat het volk van Israël bij bepaalde zonden in het volksleven Gods toorn moest ondergaan. De schriften laten ons ook zien, dat de toorn van God zich kan richten tegen de enkeling. We zien dit bij een ongelovige zoals Saul. We zien het ook bij de man naar Gods hart, David. David heeft de HERE leren kennen in zijn leven als de genadigde Bevrijder van Israël. Toch drukt na de zonde met Bathseba en de moord op Uria de hand van de HERE zwaar op hem (Psalm 32). En de zoon, geboren uit de relatie met Bathseba, moet sterven.
In het nieuwe testament zinspeelt de Here Jezus zelf soms, als Hij staat bij een ziek mens, op de samenhang van leed en zonde, van leed en straf. Bij het verrichten van bepaalde tekenen van genezing zegt de Here dan: „Uw zonden zijn u vergeven" of „Ga heen, zondig niet meer".
Maar wat blijkt uit zulke woorden van Jezus zonneklaar? Het laatste woord is aan de genade en de bevrijding! Met onze vragen rond het verband tussen zonde en straf mogen we dan ook altijd naar Jezus gaan. In Hem mogen we werkelijk rust vinden, als dergelijke vragen ons kwellen.
Vanuit de overmacht aan genade en bevrijding, die loskomt door het werk van Christus, mogen we ook zeggen dat het verband tussen ons lijden en een bepaalde zonde lang niet altijd aanwezig is.
Het hanteren van het vergeldings-dogma als een sleutel, die op alle gevallen past, is duidelijk in strijd met dit evangelie van de verzoenende en overwinnende kracht van Jezus' bloed. De vrienden van Job zeiden: Je zult wel gezondigd hebben! Een pastor, die vandaag woorden van dergelijke strekking spreekt, is wel helemaal fout. Och, we nemen de woorden van Jobs vrienden niet letterlijk over, maar we gebruiken soms wel woorden waarin een zieke de verborgen beschuldiging kan horen. „We hebben zo'n weg wel eens nodig" zeggen we dan. Maar dat kan een heel onvoorzichtig woord zijn.
Ook hier geeft de Here ons in het evangelie leiding. De leerlingen wijzen Hem op de blindgeborene en vragen: „Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blindgeboren is?" De Meester antwoordt dan: „Noch deze heeft gezondigd noch zijn ouders, maar de werken Gods moesten in hem openbaar worden (Johannes 9 )".
Jezus legt het leven van deze man niet onder een drukkende beschuldiging, maar plaatst hem juist in het licht van overwinning en bevrijding.
Bijbelse voorbeelden van straf, die door God aan zijn kinderen wordt opgelegd, moeten trouwens met de nodige voorzichtigheid worden gehanteerd. De HERE was verbolgen op Mozes (Deut. 3:26) en ook op David. Zij ondergingen straf. Maar zij waren ook de leiders van het volk! Het volk had hen, bij wijze van spreken, zien zondigen. Het volk moet nu ook weten wie de HERE is. De HERE vergeeft gaarne, maar Hij ziet de zonde niet door de vingers. Het volk mag geen verkeerd beeld van God krijgen. Het is dan ook een stukje onderwijs voor heel het volk, dat deze „hoge bomen" niet worden gespaard. Mozes zegt tot het volk: „. . . de HERE was tegen mij verbolgen om uwentwil".
Alleen met grote voorzichtigheid kunnen we dus spreken over de samenhang van leed en straf in het leven van Gods volk. Maar we bewijzen elkaar ook geen dienst als we die samenhang te allen tijde willen ontkennen.
Soms is die samenhang immers duidelijk aanwezig. We kunnen onze gezondheid grote schade doen door een onmatig leven. Denk eens aan het overmatig gebruik van sterke drank. Door bepaalde leefgewoonten kunnen we roofbouw plegen op ons lichaam. Een verkeersongeval kan ons overkomen door onze eigen roekeloosheid.
Er zijn ook mensen in de gemeente, bij wie het verband tussen hun lijden en hun zonden voor de omstanders niet zo duidelijk is, maar die zelf voor Gods aangezicht dit verband wel zien. Ze beleven er iets van, dat God hen ter verantwoording roept in alles wat zij moeten lijden. Ze ervaren in hun lijden Gods straffende hand. Ze hebben ook behoefte er over te spreken, bv. met hun pastor.
In al deze situaties mag een pastor niet zonder meer zeggen: Je kunt er niets aan doen, dat je in die ellende terecht bent gekomen. Daarmee helpen we elkaar niet.
Wat mogen we wel tot elkaar zeggen? Dit: Zelfs als we Gods straffende hand in ons lijden ervaren, is het een hand die met ontferming slaat. We mogen elkaar er op wijzen, dat de HERE a.h.w. uitziet naar onze schuldbelijdenis. Hij wil, dat zijn kinderen tot Hem terugkeren. Het is een vaderlijke kastijding. En. . . Hij doet zijn kinderen niet lijden wat Jezus moest lijden! „Mijn God, ik roep des daags en Gij antwoordt niet". Dat was het lijden van onze Here. God was ver weg.
Als God ons slaat, is Hij niet ver van ons. Hij is dicht bij. Hij hoort ons roepen. Dat heeft de Zoon voor ons verworven. De God, die slaat, wil om Jezus' wil ook altijd weer vergeven. We mogen elkaar de boodschap van de vergeving brengen. We mogen samen tot God gaan in een bevrijdend gebed.
En zo mag het toch weer gaan dagen in de nacht van het lijden. Christus heeft overwonnen.
Vanuit de overwinning, die Christus heeft behaald, moeten we in dit artikel elkaar vooral ook wijzen op de kracht van het gelovige gebed, midden in het lijden. In de gemeente van Christus mag op de kansel en aan de ziekbedden het gebed om genezing, om redding uit de nood, nooit verstommen.
Als ergens blijkt, dat de gemeente werkelijk leeft uit het volbrachte werk van Christus, is het bij de voorbede, die geschiedt in de zondagse kerkdiensten.
Dit moet een levende zaak blijven in de gemeente. De voorbeden horen er helemaal bijl De HERE God wil, dat we tot Hem vluchten als we de machten zien woeden in het leven van leden der gemeente. Hij wil horen, dat we dan pleiten op de overwinning, die Christus aan het kruis heeft behaald.
Ten diepste leeft de gemeente alleen uit Christus, die de machten heeft verslagen. Als één van ons een operatie moet ondergaan, verwachten we het niet van het medische team, dat op zo'n moment in de weer is. Wel bidden we, dat God er bij mag zijn, als het team zijn werk doet. Want God is de genadige en de machtige in zijn Zoon Jezus Christus. Staan dokters misschien machteloos? De gemeente mag blijven bidden. In veel plaatselijke kerken leeft de herinnering aan wonderen, die God deed, toen naar alle kanten de deuren dicht zaten.
Onze God wil -. dat is zijn belofte - nu eens hier dan weer daar tonen dat Hij heeft overwonnen. Hij wil mensen trekken uit hun lijden.
Dit alles heeft ook konsekwenties voor de dagelijkse praktijk van het gemeentelijke leven. Leven we als gemeente uit de bevrijding door Christus? Dan zullen we dienstbaar willen zijn in zijn bevrijdingswerk. Er is bv. zo veel lijden, dat wij rechtstreeks elkaar aandoen. De mens is een wolf voor de mens. Een christen zal in de kracht van de liefde en de overwinning van Jezus Christus willen strijden tegen zijn eigen liefdeloosheid. Hij zal zichzelf niet willen zoeken. Hij zal geen kwaad willen doen.
Hij zal ook als nederig instrument in de handen van Christus het lijden van anderen willen verlichten. Een christen zal getuigend ingaan tegen veel onrecht in deze wereld. Er lopen hier zelfs lijnen naar de praktijk van een echt christelijke politiek.
Tegelijk blijven we staan voor het feit, dat God ons toch in dit leven niet ten volle verlost uit het lijden. In het volgende artikel gaan we dan ook in op de vraag: als Christus al ons lijden droeg, waarom moeten wij dan toch nog zo veel lijden?

A.W. Drechsler

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1983

De Wekker | 8 Pagina's

God en het lijden (5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1983

De Wekker | 8 Pagina's