Woorden van Luther
Behouden vaart
Ons leven is als een zeereis. Zoals de zeelieden een haven als doel hebben, zo is ons de belofte van het eeuwige leven gegeven. We zullen daar rustig binnenvaren als in een veilige haven. Maar ons schip is niet zo sterk, en er kunnen gevaarlijke stormen opsteken. Daarom hebben we een bekwame stuurman nodig die het schip zo kan besturen dat het niet op de klippen loopt en ondergaat. Onze stuurman is God. Hij wil en kan het schip besturen, ook als het door onstuimige golven heen en weer geslagen wordt, zodat we vast en zeker in de haven komen.
God heeft beloofd dat Hij ons wil bijstaan als we Hem vragen om zijn bijstand en leiding. En zolang Hij onze stuurman is, kunnen we altijd tegen de heftigste stormen en golven op. Maar wie in het grootste gevaar de stuurman overboord gooien, die weten zeker dat het schip tenonder gaat. En dan is het duidelijk dat de schipbreuk niet de schuld is van de stuurman, maar van de dwazen die hem moedwillig overboord hebben gezet.
Dit voorbeeld geeft heel goed aan wat de oorzaak is van ons ongeluk en onze ellende. En hoe we een behouden vaart kunnen hebben.
Uit: Luther, Tafelgesprekken, ed. Sipke van der Land, Kok Kampen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1983
De Wekker | 8 Pagina's