Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rectoraatsoverdracht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rectoraatsoverdracht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op vrijdag 16 september droeg de aftredende rector van het cursusjaar 1982-1983 het rectoraat over aan zijn opvolger. Dat betekent altijd weer de opening van een nieuw cursusjaar. Dat was het sluitstuk van een paar drukke dagen.
Op woensdagmiddag 14 september begonnen de vergaderingen van het Curatorium waarin een kandidaatsexamen werd afgelegd, verzoeken om beroepbaarstelling werden behandeld door intensieve gesprekken met betrokkenen en ook preekconsent werd verleend, om maar te zwijgen van lopende zaken.
Diverse studenten naar art. 16 deden kandidaatsexamen, zodat de hoogleraren nog meer dagen hadden „gemaakt". In een druk bezochte samenkomst werden donderdagavond de „bullen" uitgereikt - altijd weer een plechtig en dankbaar ogenblik voor de betrokkenen die hun studie bekroond zien en voor hun familieleden.
Het moderamen van de generale synode vergaderde voor en na deze samenkomst, zodat het drukke dagen waren in Apeldoorn voor hoogleraren en curatoren, inzonderheid voor hen die ook in het moderamen zitting hebben. Trouwens ook de curatoren, die zitting hebben in het moderamen van het Curatorium hadden het druk door extra gesprekken met studenten in verband met verlenging van preekconsent alsook met het aanvragen van preekconsent.
De plechtigheid op vrijdagmorgen, die om 10.30 uur begon, werd geopend door de president- curator, ds. K. Boersma, die liet zingen Ps. 105:1 en 2 en ons voorging in gebed. Hij sprak een kort woord over het Schriftgedeelte dat hij voorlas Galaten 5:13-26 en legde de nadruk op het laatste vers: de wandel door de Geest op weg naar de toekomst.
Bijzonder welkom heette hij prof. dr. J.C. Coetzee, Nieuw Testamenticus in Potchefstroom, die volgende week de synode hoopt te bezoeken als vertegenwoordiger van Die Geref. Kerk van Suid-Afrika; ds. F.H. Veenhuizen, evangelisatiepredikant van de Geref. Kerk te Apeldoorn en de heer Hardenberg, hoofd van de afdeling Onderwijs van de gemeente Apeldoorn namens de burgemeester van Apeldoorn.
Hierna hield de aftredende rector, prof. dr. J.P. Versteeg, zijn rectorale rede, die het onderwerp behandelde: De structuur van de gemeente volgens het Nieuwe Testament.
Nergens in het Nieuwe Testament is het wezen van de gemeente thema op zichzelf. De Bijbel geeft geen „kerkbeschouwing" om daaruit dan conclusies te trekken over wat de juiste gang van zaken in de gemeente is. Integendeel, altijd wanneer het Nieuwe Testament vermaningen geeft voor het gemeentelijke leven, gebeurt dat door rechtstreeks op Jezus Christus en Zijn kruis te wijzen. Een frappant voorbeeld daarvan is de eerste brief aan de Korintiërs. In Korinte werd door grove partijschappen afbreuk gedaan aan het karakter van de gemeente. En Paulus valt dan ook meteen met de deur in huis: laten er geen scheuringen onder u zijn, ik hoor over twisten onder u. Maar het verrassende is dan, dat Paulus niet meteen op die partijschappen ingaat.
Wat er aan de hand was, lees je pas in hoofdstuk twaalf. Maar hij begint te spreken over het kruis van Christus. Dat lijkt ineens een ander onderwerp, maar het is essentieel. De oorzaak van de scheuringen lag in het feit, dat men verkeerd over Christus dacht.
Prof. Versteeg formuleerde het verder herhaaldelijk zo, dat volgens het Nieuwe Testament het heil in Christus structuurprincipe van de gemeente is. Dat betekent: de structuur van het heil is, dat het bestemd is voor allen die in Christus geloven, zonder onderscheid. En precies zo is de structuur van de gemeente: daarin zijn alle onderscheidingen van vroeger, slaaf en vrije, jood en heiden, man en vrouw verdwenen om plaats te maken voor de eenheid in Christus. In Korinte was men nogal trots op de „uitingen des geestes" die men had. Hoe uitzonderlijker die uitingen, hoe mooier. Maar het is opvallend dat Paulus dat woord „geestesuitingen" (pneumatika) consequent vermijdt, om het te vervangen door het woord „genadegave" (charismata). Dat is een uniek woord, dat nergens in de wereld ooit een godsdienstige betekenis heeft gehad, maar dat Paulus speciaal gekozen heeft om het unieke van het gemeentezijn aan te geven. En dat unieke is, dat aan iedereen in de gemeente een charisma is gegeven. Dat betekent, dat niemand zich kan verheffen, en dat het voor Paulus eerder een minpunt dan een voordeel is, als je heel uitzonderlijke gaven hebt. Het gaat er immers om, dat je er de hele gemeente mee kunt dienen.
Het grote verschil tussen Oude en Nieuwe Testament in de positie van de gemeente is, dat in de nieuwe bedeling ieder betrokken is. Het Oude Testament werd gekenmerkt door representatie, Israël representeerde de volkeren, de Levieten representeerden Israël en de priester representeert Levieten. Het Nieuwe Testament echter wordt gekenmerkt door participatie: iedere gelovige neemt zonder tussenpersoon deel aan Christus' heil. Niemand representeert meer een ander, maar ieder staat naast de ander.
Maar als ieder persoonlijk deel heeft aan Christus, waar zijn de ambten dan voor nodig? Efeze 4 vers 16 zegt: „Aan Christus ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde".
Deze tekst is beslissend voor de visie op het ambt. Duidelijk is, dat elk lid op zijn wijze aan de groei werkt. Dat is de structuur van een gemeente, waar ieder afzonderlijk de genadegaven gegeven zijn. Toch is er meer. De woorden over „de dienst van al zijn geledingen" duiden op het ambt. Het woord „geledingen" is een medische term voor pezen of banden in het lichaam. Men beschouwde toentertijd pezen als samenbinding én als kanalen waar het voedsel door stroomt. Daarom is het de taak van het ambt om de charismata te voeden en samen te binden. Ambtsdragers staan niet boven of tegenover de gemeente, maar maken er deel van uit, zoals pezen deel uitmaken van het lichaam. Het eigenlijke van het ambt ligt niet in het gezag. Dat gezag is er wel, maar dat is ontleend aan het Woord en ieder die een genadegave van God heeft gekregen, heeft ook zulk gezag.
Opmerkelijk is, dat het Nieuwe Testament om ambten aan te duiden consequent alle aanduidingen vermijdt die in de gewone wereld voor ambten golden. Het ambt in de gemeente is totaal anders, het is er om te dienen. Het woord bij uitstek voor de ambten is diaconie, dienst.
In de slotconclusies werd gesteld, dat de structuur van de gemeente een charismatische structuur is. Dat betekent: de genadegaven aan ieder gemeentelid zijn het eigenlijke, en het ambt is er alleen ten dienste hiervan. Waar nu de Bijbel er duidelijk over is, dat ook vrouwen volledig in deze genadegaven delen, is niet in te zien waarom zij van het ambt uitgesloten zouden zijn. Prof. Versteeg citeerde zijn collega Van ' t Spijker, die gezegd heeft, dat het essentiële de genadegaven zijn, waar mannen en vrouwen gelijk in delen en dat het ambt slechts het bijkomende is.
Hij stemde hiermee in, maar vond dat prof. Van 't Spijker dan de conclusie had behoren te trekken: als vrouwen het essentiële, de genadegave, van Christus kregen, dan is principieel de weg naar het bijkomende, de ambten, voor hen open. Er kunnen praktische bezwaren zijn, waarom van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt wordt, zoals mogelijke aanstoot bij buitenstaanders. Maar principieel kan die grens er niet zijn. Het is overigens moeilijk te ontkennen, dat vrouwen in het Nieuwe Testament de ambten van profeet en diaken vervuld hebben.

Sluiting
Na het uitspreken van deze rede besloot de aftredende rector met de gebruikelijke vermelding van de gang van zaken in het cursusjaar onder zijn leiding.
Bij het begin van de cursus waren er 129 studenten ingeschreven: 30 admissiaal studenten, 62 studenten naar art. 16 en 37 doctoraalstudenten. Droeve en blijde gebeurtenissen werden vermeld. Het cursusjaar verliep niet zonder zorgen.
Toen was het moment aangebroken waarop de scheidende rector het teken van de rectorale waardigheid de komende rector, prof. dr. W. van 't Spijker, omhing - de rectorale keten. Tenslotte eindigde prof. Versteeg met dankgebed waarna staande werd gezongen uit het Gebed des Heren, de verzen 3 en 9.
Hierna begaf men zich naar de Gemeenschapsruimte, waar gelegenheid was de aftredende en de nieuwe rector de hand te drukken.
De rede van prof. Versteeg werd met gemengde gevoelens beluisterd en er werd dan ook verschillend op gereageerd. Niet zonder zorgen in deze voor onze kerken moeilijke periode gingen velen naar huis, zich de tekst van de bidstond herinnerend en biddend: Ontferm U over onze kerken.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1983

De Wekker | 12 Pagina's

Rectoraatsoverdracht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1983

De Wekker | 12 Pagina's