Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Generale Synode Rotterdam (VII, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Generale Synode Rotterdam (VII, slot)

23 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het bleek toch niet mogelijk, met het vorige artikel de afsluiting van de synodeverslagen te geven. Het verhaal zou te lang geworden zijn. Ook nu is er nog stof genoeg, voordat de sluiting van de synode bereikt wordt.
De vorige verslaggeving brak af op donderdagavond 29 september, na de eerste behandeling van het rapport van Jeugddeputaten. De commissie (rapporteur ds. J. van Dijken) kreeg de verschillende voorstellen mee ter verdere bespreking.
Een ander onderwerp vroeg nu de aandacht van de synode: de geestelijke verzorging van gehandicapten en het ziekenhuispastoraat, ook dit onderwerp voor de tweede keer. Deputaat br. W. Bijleveld was nu aanwezig. Er is een regeling gemaakt voor een goed overleg tussen dit deputaatschap en deputaten-ADMA voor aanmelding van vakantieweken voor gehandicapten.
Er was ook een schrijven van ds. J. de Jong over zijn visie op het contact tussen hem en dit deputaatschap. Het deputaatschap kreeg goedkeuring en waardering.
Het volgende deputaatschap vroeg daarop de aandacht: deputaten-ADMA. De voorzitter, ds. T. Harder, en de secretaris, br. W. Huizer, werden welkom geheten. Er was, zoals gebruikelijk, een uitvoerig rapport, dat toch niet zulk een uitgebreide bespreking kreeg. Dit deputaatschap heeft altijd twee aspecten: het diakonale en het maatschappelijke. Het derde aspect (bedrijfsleven) is nu naar een apart deputaatschap toegegaan. Doordat de kerken niet meer participeren in de landelijke GSA, is de taak van dit deputaatschap verzwaard. Er zijn nu ook twee functionarissen: naast br. J.M. van Delft is nu ook br. H.H. van Well in dienst van deputaten.
Er waren vragen over de stichting op Geref. grondslag voor levens-en gezinsmoeilijkheden, over de activering van de plaatselijke diakonieën en over de brieven, die het bureau van de GSA en de Geref. Kerken geschreven hadden over de uittreding van onze kerken in 1980.
De beide deputaten beantwoordden vragen. Zijn we als kerken wel zo voorbereid om ons te verdiepen in de vragen van het kerk zijn in de samenleving van vandaag? Heel nodig zijn de classicale diakonale commissies. Helaas zijn ze niet (meer) in alle classes. Het bureau voor levens- en gezinsmoeilijkheden is opgezet samen met mensen uit de Geref. Bond en de Geref. Gemeenten. Het wil wel landelijk werken. De deputaten kregen goedkeuring en waardering.
Ook kwam deze avond nog het rapport van deputaten Kerk en Bedrijfsleven ter sprake. De voorzitter, br. prof. dr. ir. A.K. v.d. Vegt, werd welkom geheten, alsook de secretaresse, mevr. drs. T. Drenth. Het deputaatschap zoekt zijn weg in een moeilijk terrein. Voor het werk van de industriepredikant, drs. W.C. Moerdijk, bestaat veel waardering.
Een enkele vraag werd gesteld. Mag de pastorale bijstand van drs. Moerdijk wel eens effect hebben? Deputaat Van der Vegt besprak de vraag, hoe de christelijke gemeente in deze wereld iets betekenen mag.
De synode ging met het werk van deputaten akkoord en dankte hen voor het werk.
De synode ging nog een keer in comité. Aan het slot van de zitting van deze dag ging ds. B. van Smeden voor in dankgebed.

Vrijdag 30 september 1983.
Laatste dag van de tweede volle synodeweek. De praeses opende de zitting. Gezongen werd Ps. 118:8 en 14. Gelezen werd Hebr. 6:9-20. De assessor, ds. J.H. Velema, ging voor in gebed.
Alle primi-afgevaardigden waren aanwezig.
In tweede ronde was het rapport-Evangelisatie opnieuw ter bespreking. De deputaten ds. J. Vogel en P. de Korte waren opnieuw aanwezig.
Ds. J. Plantinga en G. den Hertog stelden voor, dat deputaten zich opnieuw zullen bezinnen op het wezen van de evangelisatie en daarbij rekening zullen houden met hetgeen daarover ter synode is besproken.
Opnieuw werd gesproken over de verhouding deputaten-ds. J. Kievit-Ermelo. Wie draagt de eerste verantwoordelijkheid? Is het oordeel van deputaten en van Ermelo gelijkluidend?
Een andere afgevaardigde vroeg: het gaat nu over verhoudingen. Moet dat zó aan de orde komen?
De rapporteur, ds. A.W. Drechsler, antwoordde opnieuw. Hij was verwonderd over de vragen. Als men wat weet moet men dat eenvoudig zeggen en niet in een commissierapport inlezen wat niet bedoeld is. De bezinning over de evangelisatie moet ook naar de mening van de commissie anders.
Deputaat ds. J. Vogel, vroeg bespreking in comité. Dat gebeurde.
In comité werd ook het rapport behandeld, dat de commissie had ingediend, die ter vorige synode was ingesteld betreffende het evangelisatiewerk in België (commissieleden: ds. K. Boersma, ds. J. Plantinga, ds. M. Vlietstra, oud. A. Bergsma en oud. G.G. van Wijngaarden). Na opheffing van het comité deelde de praeses mede, dat de synode had besloten:
1. de commissie België te danken voor het vele werk, dat zij heeft verricht;
2. te aanvaarden, dat de drie bestaande posten blijven bestaan: Antwerpen, onder verantwoordelijkheid van de kerkeraad van Eindhoven; Gent, onder verantwoordelijkheid van de kerkeraad van Zaamslag; Eeklo, onder verantwoordelijkheid van één van de kerken in de classis Middelburg;
3. aan de verantwoordelijke kerkeraden te verzoeken, geregeld rapport uit te brengen aan deputaten voor de evangelisatie;
4. aan de kerken, vertegenwoordigd in de commissie Oost-Vlaanderen, dringend te verzoeken hun steun aan het project Gent via deputaten voor de evangelisatie te doen plaatsvinden;
5. aan de vereniging „Filippus" dringend te verzoeken zichzelf op te heffen;
6. uit te spreken, dat deputaten voor de evangelisatie niet gehouden zijn steun te verlenen aan evangelisatieprojecten in België, die zonder hun voorkennis en advies in het leven worden geroepen; de G.S. dringt er bij de kerken op aan dergelijke projecten niet zelfstandig aan te vangen;
7. bij de vaststelling va de minimum-bijdrage voor 1984, 1985 en 1986 aan deputaten evangelisatie nu reeds de financiële ruimte te geven om voortaan de kerken in de classis Middelburg te steunen met het oog op het werk in Eeklo;
8. aan deputaten op te dragen te bevorderen, dat steeds meer samenwerking tussen kerken, die betrokken zijn bij het evangelisatiewerk in België, tot stand komt;
9. aan deputaten evangelisatie op te dragen, samen mét de kerken die evangelisatiewerk in België doen, zich te bezinnen op wenselijkheid en mogelijkheid tot een deputaatschap voor de evangelieverkondiging in België te komen, en eventueel voorstellen te doen aan de volgende generale synode.
De synode zette de behandeling van het rapport-evangelisatiedeputaten voort. Er werd besloten:
- deputaten op te dragen, zich opnieuw te bezinnen op het wezen van de evangelisatie, rekening houdend met wat ter synode over deze bezinning is gezegd, en over deze hernieuwde bezinning te rapporteren aan de volgende synode;
- dat er geen verdere studie komt naar de positie van de evangelisatie in de kerk;
- dat naar art. 6 sub 1c (Acte 1980 art. 152) voortaan de kerkeraad van Ermelo vertegenwoordigd zal zijn in het deputaatschap voor de evangelisatie, wanneer zaken aan de orde zijn, die het werk van ds. J. Kievit raken.
De deputaten ontvingen de zegenwensen van de synode.
Het voorstel over de taak van deputaten naar art. 49 K.O., eerder in de synode besproken, kwam opnieuw ter sprake. Interessant was, dat de prae-adviseurs, de hoogleraren J. van Genderen en W. van 't Spijker, over de kerkrechtelijke kant van deze zaak, verschillende inzichten hadden. Na de etenspauze werd deze bespreking voortgezet met als resultaat, dat de synode na stemming zich verenigde met het voorstel van de commissie (rapporteur ds. P. den Butter, adviseur prof. dr. W. van 't Spijker), dat het bestaande artikel niet gewijzigd wordt. Het voorstel van de P.S. van het Noorden, dat deputaten naar art. 49 K.O. in een eerder stadium mee zouden spreken, was daarmee verworpen.
Voor de etenspauze kwam nog een klein onderwerp ter sprake, ook reeds eerder aangestipt: de vraag, of de Ned. Geref. Kerk in Maastricht steun kan krijgen uit de Kas Onderlinge Bijstand. De synode verenigde zich met de uitspraak, dat indien de kerk van Eindhoven in de verhouding tot de Ned. Geref. Kerk. aanleiding zou vinden wèl steun te verlenen, en dit steunbedrag zou leiden toe een financieel tekort op de exploitatierekening van Eindhoven, deze kerk dan een steunaanvrage bij de Kas Onderlinge Bijstand kan indienen. Na het eten kwam ook de zaak terug, die de P.S. van het Oosten aan de synode had voorgelegd betreffende het Kerklied, en die een kerkrechtelijke discussie had losgemaakt.
Besloten werd nu, dat de P.S. van het Oosten de instructie terugnam. Daarmee konden dan ook de bezwaarschriften over deze zaak van Amersfoort en Veenendaal afgewezen worden.
In het bezwaarschrift van Veenendaal was nog een andere zaak aan de orde: over de verhouding met de Ned. Geref. kerken in de regio Harderwijk. Wat dit aspect van het bezwaarschrift betreft, stelde de synode de kerkeraad van Veenendaal-Bethel in het gelijk in zijn appèl tegen de P.S. van het Oosten.
De synode ging opnieuw in comité.
In de openbare zitting werd het rapport-Jeugddeputaten afgewerkt. De kerken worden opgeroepen, in eenheid des Geestes en oog hebbend voor elkaar, gestalte te geven aan haar gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de jeugd der kerk en voor alle arbeid ten dienste van die totale kerkjeugd verricht, tot uitdrukking komend in een voorgaan van de jeugd in het op een verantwoord christelijke wijze omgaan met en aanvaarden van elkaar. De bijdragen aan het Jeugdsteunfonds dienen onverkort gegeven te worden. Deputaten moeten al het mogelijke blijven doen om een verder uiteengroeien van de jeugd van onze kerken tegen te gaan en de eenheid van het jeugdwerk, landelijk en regionaal, te bevorderen. Er moet gesproken worden met de CGJO en met de andere jeugd. Over het punt-studentenwerker moet een nadere bezinning komen. De WCS krijgt blijvende steun. De subsidiëring aan DIA wordt uiterlijk per 31 december 1984 gestopt. Het nader onderzoek moet op bescheidener schaal plaats vinden. Over vertegenwoordiging in Bijzonder Jeugdwerk moet een onderzoek plaats vinden. Een bezinning moet gebeuren op het verschijnsel van het verlaten van de kerken door jongeren. Deputaten werd wijsheid gewenst.
De synode kreeg te maken met een bezwaarschrift uit de classis Utrecht over enkelvoudige candidatering van ambtsdragers. Het appèl van de classis Utrecht werd afgewezen.
Oud. D. Koole kreeg toestemming, de synode vroegtijdig te verlaten, om verheugende persoonlijke redenen.
De synode ging verder met de behandeling van het rapport-Steunverlening Kerken in de nieuwe, polders. De deputaten A. Mol en J. Hartog waren opnieuw aanwezig. Het rapport kwam opnieuw ter sprake, vanwege een verschil van inzicht tussen deputaten en de kerk van Harderwijk over gemeentevorming en gemeenteopbouw in het toekomstige woongebied Zeewolde. De commissie (rapporteur ds. J. Plantinga) had opnieuw met deputaten vergaderd. Binnen de commissie bestond verschil van mening over de verder te volgen gedragslijn en dat gaf ook in de synode verschil van gedachten. Kunnen deputaten niet helemaal, evenals vroeger, uit de voeten met hetgeen in de instructie (zie Acta 1980) is vastgelegd?
Van deputaten is bekend, en ze hebben dat ook herhaald, dat straks de gemeenteleden, die in Zeewolde zullen wonen, zelf de vrijheid zullen hebben om uit te maken, wat voor soort gemeente zij zullen willen.
De rapporteur van de commissie, ds. J. Plantinga, antwoordde in deze zin. De rapporteur van het andere deel van de commissie, dat vond dat er nu reeds uitgesproken zou moeten worden, dat de betrokken plaatselijke gemeente, i.c. Harderwijk, rechten op bearbeiding van gemeenteleden heeft, in prioriteit boven de taak van deputaten-Polders, wier instructie hun die taak toewijst. Deze rapporteur was ds. J.P. Boiten. Drie commissieleden schaarden zich achter hem. De voorzitter van deputaten, br. A. Mol, onderstreepte, dat het overleg over Zeewolde nog maar juist begonnen is. Er woont nog niemand! Deputaten kunnen met het meerderheidsvoorstel, dat bij voorbaat Harderwijk prioriteit geeft boven deputaten, niet uit de voeten. Het minderheidsvoorstel, dat wil dat er bij deputaten op aangedrongen wordt, ten aanzien van de ontwikkeling van Zeewolde tot overeenstemming te komen met de randgemeenten op het punt van gemeentevorming, zullen we desnoods volgen.
Br. Mol erkende, dat de brief naar de randgemeenten beter door deputaten zelf geschreven had kunnen worden dan door de gezamenlijke kerkeraden van Almere. Maar overigens: waarom kan men ons niet vertrouwen? Het deputaatschap is samengesteld vanuit het geheel van ons kerkelijke leven!
Het advies van prof. Van 't Spijker werd gevraagd, vanwege de kerkrechtelijke aspecten. Hij vond dat het een complexe zaak is. De gedachte van samenwerking (met de Ned. Geref. Kerk, zoals elders in de polders) moet buiten beschouwing blijven. De vraag, die aan de orde komt, is: hoe komt een gemeente tot stand? Gelovigen doen dat zélf! Voor dit geval is niet art. 39 K.O. aan de orde, zoals het meerderheidsvoorstel wil, maar art. 38, over de grenzen van de plaatselijke gemeenten. Dus heeft niet alleen de classis Zwolle, waartoe de kerk van Almere behoort, ermee te maken, maar ook gemeenten uit de classis Amersfoort. Er zou, samen met deputaten, naar een oplossing gezocht moeten worden.
En dan horen we het eventueel op een volgende synode wel. Deputaten hebben in de instructie alle ruimte.
Na de etenspauze zou de commissie, met de hulp van prof. Van 't Spijker, een oplossing trachten te vinden, in aanwezigheid van de deputaten.
Voor het avondeten kwam nog een afsluitend onderdeel ter sprake, behorend bij de regeling in geval van kanselruil met de Ned. Geref. Kerken, een onderdeel dat van de eerste synodeweek nog openstond.
Na enige discussie werd de formulering voor het over en weer bij elkaar voorgaan als volgt opgesteld:
1a. Het aanvankelijk gestalte geven aan eenheid tussen plaatselijke kerken van gereformeerd belijden die tot verschillende kerkverbanden behoren, door nauwer samenleven, kan alleen geschieden met kerken, die behoren tot een kerkverband waarvan de synode van de eigen kerken heeft geconstateerd, dat het zich in alles wil stellen op de grondslag van Gods heilig Woord en de gereformeerde belijdenis, en met welk kerkverband contacten worden onderhouden door wederzijdse deputaten.
1b. Het nauwer samenleven kan uitkomen in de toelating van elkanders ongecensureerde leden tot elkanders avondmaalsviering, het aanvaarden van elkanders attestaties en het van tijd tot tijd in de dienst des Woords laten voorgaan van elkanders plaatselijke predikanten.
1c. In het kader van deze regeling kunnen onze kerkeraden ook predikanten van andere plaatselijke kerken van eigen kerkverband uitnodigen, die daartoe de bewilliging van hun eigen kerkeraad behoeven.
Een verdere verruiming van de mogelijkheden, zoals door sommige synodeleden wel gewenst, werd niet gegeven, omdat dat strijdig zou zijn met de besluiten, die in een eerdere zitting werden genomen.
In behandeling kwam nu, met één commissierapport, de instructie van de P.S. van het Oosten betreffende homofilie, met een bezwaarschrift van ds. J. Vogel over dezelfde zaak. De P.S. wees op de vorming van de werkgroep homofilie in Chr. Geref. en Ned. Geref. kring, op de nood die hierin openbaar komt, waarover in het verleden te gemakkelijk is geoordeeld, op het afwijzen van de homosexuele praktijk in Gods Woord en op de roeping van de kerk, profetisch en pastoraal leiding te geven. Gevraagd werd een uitspraak te doen, hoe verantwoord leiding gegeven kan worden. Het bezwaarschrift van ds. J. Vogel richtte zich tegen de wijze van behandeling door de P.S. van het Oosten van de instructie, die de classis Utrecht daar had ingediend betreffende de genoemde werkgroep. De commissie uit de synode (rapporteur drs. J.C.L. Starreveld) was aanvankelijk van mening, dat het bezwaarschrift moest worden toegewezen en dat daarom de instructie van de P.S. van het Oosten niet in behandeling genomen kon worden. Daarna kwam de commissie met de mening, dat de instructie niet voldoende onderbouwd was en een té algemene uitspraak vraagt van de synode. Door de vorm van de instructie leek het de commissie niet mogelijk, de instructie te aanvaarden of te verwerpen. Daarom was het het beste, de instructie naar de P.S. van het Oosten terug te zenden. Bij aanneming van dit voorstel zou het appèl van ds. J. Vogel, dat wettig ter tafel was, niet ontvankelijk zijn voor toewijzing of afwijzing.
Een, kerkrechtelijk getinte, discussie ontspon zich. Terugdenkend aan andere onderwerpen op deze synode kon men zich afvragen: wat heeft voorrang, een instructie van een mindere vergadering, of de behandeling van een appèl over dezelfde zaak? De synode had weinig behoefte meer om zich nu nog diepgaand in een kerkrechtelijke probleemstelling te begeven. De voorstellen van de commissie werden aangenomen: de instructie ging naar de P.S. van het Oosten terug.
De werkgroep homoseksualiteit in Chr. Geref. en Ned. Geref. kring had alle synodeleden een exemplaar van de brief gegeven, die aan de synode was gestuurd. Op voorstel van de commissie werd besloten, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
Voor het laatst was er pauze voor de broodmaaltijd. Ik vergat nog te vermelden, dat de middagmaaltijd had bestaan uit een fraai en heerlijk koud buffet, waarvan bijna iedereen erg genoot.
In de avondvergadering kwam het rapport-Kerken in de nieuwe polders opnieuw in bespreking. De rapporteur, ds. J. Plantinga, kon mededelen, dat de commissieleden, samen met prof. Van 't Spijker en de aanwezige deputaten, konden komen met het volgende voorstel:
de synode, overtuigd van de noodzakelijkheid van een goede regeling met betrekking tot gemeentevorming in Zeewolde, besluit om aan de classes Amersfoort en Zwolle te verzoeken, elk drie leden voor een commissie te benoemen, die in gemeenschappelijk overleg met deputaten voor Steun aan Kerken in de nieuwe polders, in de lijn van art. 38 K.O. bepaling 3, de grenzen vaststelt van de toekomstige gemeente Zeewolde, met het oog op een concretisering van de instructie 5a van deputaten.
De synode stemde hiermee in. Deputaten kregen ook mandaat om t.z.t. een werker aan te trekken, wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Het onderwerp Evangelieverkondiging onder Israël moest nog afgehandeld worden. Oud. L. Hertog en de predikanten B. de Romph, J.H. Velema en J. Westerink hadden verschillende voorstellen ingediend. Ds. De Romph handhaafde zijn voorstel, dat deputaten-Israël zich eerst zouden bezinnen op de bijbelse en theologische aspecten van de relatie kerk-Israël, daarvan rapport uit te brengen en tot de volgende synode geen Israël-werker uit te zenden.
Prof. Van Genderen zei als prae-adviseur, dat als de synode verbiedt om iemand uit te zenden, dan de liefde gaat tanen. Zulk een besluit zou niet verstandig zijn; het werk moet door de liefde in de kerken gedragen worden.
Prof. Oosterhoff beklemtoonde, dat beide nodig zijn: bezinning, met het oog juist op eventuele uitzending van een werker. Dit laatste werd door de rapporteur, ds. A.W. Drechsler, nog onderstreept. Wij wilden niets blokkeren. De synode kwam tot de besluiten. Deputaten ontvingen goedkeuring en dank.
In hun werk moeten deputaten vooral aandacht geven aan de bijbelse en theologische bezinning, met het oog op mogelijke uitzending van een werker. De kritiek, die deputaten hebben op allerlei bedenkelijke theologische ontwikkelingen met betrekking tot Israël, dienen zij op dezelfde wijze in „Vrede over Israël" te laten doorklinken, als de voorzitter van deputaten dit heeft gedaan in de vergadering van de synode.
De deputaten kregen goedkeuring op de deelname aan het Overlegorgaan van Joden en Christenen (OJEC). Hun werd opgedragen te zoeken naar wegen om jongeren uit de kerken, die in Israël en in het bijzonder in Nes Ammim gaan werken, zo veel mogelijk voor te lichten en toe te rusten.
Aan het slot van de behandeling sprak de praeses woorden van dank aan het adres van de aftredende deputaten M. Drayer en D. Biesma, die in dit deputaatschap zo vele jaren - met veel inzet hebben gewerkt.
Voor de koffiepauze ging de vergadering nog in comité.
Na de koffiepauze deelde de praeses mede, dat, ook in comité, de volgende benoemingen zijn gedaan in de volgende deputaatschappen:
- Quaestor van de synode: ingaande 1 januari 1984 D. Lokhorst, Nunspeet, 1e penningmeester; M. Hartog, Bunschoten, 2e penningmeester.
- Emeritikas: P. Zuidema, 1e penningmeester, D. Lokhorst, 2e penningmeester.
- Theologische Hogeschool: ds. B. Bijleveld, primus secretaris; ds. J. Brons, secundus secretaris.
- Financieel beheer Theol. Hogeschool: primi drs. H. Schuurhuis, J.D. Wisman, mr. P. van Zwieten;
secundi drs. G. van Westrienen, H. Bos, not. J. Herwijer.
- Evangelieverkondiging onder Israël: ds. J. de Jong, 1e secretaris; drs. G.C. den Hertog, 2e secretaris; D.J. Doolaard, 1e penningmeester; P. Vree, 2e penningmeester; prof. dr. B.J. Oosterhoff, adviseur.
- Buitenlandse zending: ds. K.J. Velema, voorzitter; ds. M. Drayer, secretaris; D. Peeterse, 2e penningmeester; de 1e penningmeester zal gezocht worden in overleg met deputaten Financiële Zaken.
- Evangelisatie: ds. H. van Mulligen; ds. J. Vogel; P. de Korte, penningmeester; secundi drs. J.W. Maris en drs. W. Steenbergen.
- Steunverlening kerken polders: A. Mol, voorzitter; ds. J. Dol, secretaris; G. Verhoef, penningmeester; secundi C. Visser, 's-Gravendeel, ds. C.J. van den Boogert, W. Duyst, Bunschoten.
- Onderlinge Bijstand: A. de Geus, 1e voorzitter; N. Haazebroek, penningmeester; J.C. de Jong, 2e voorzitter; secundi: T. van Dieren, H. Slabbekoorn, Wassenaar, J. Zuidema.
- Kerkbouwaangelegenheden: ir. G. de Boer; C. van Drieënhuizen; A. de Geus (tevens voor kas O.B.); W.R. Groenendijk; G. Ploeg.
- Radiokerkdiensten: prof. dr. J.P. Versteeg; ds. H. de Graaf; ds. R. van Beek; drs. W.J. Quist; secundus ds. J. van Mulligen.
- Geestelijke verzorging varenden: ds. Th. Rutters; H. Huygen; ds. C.J. van den Boogert; ds. A. van Heteren; ds. J. Manni; ds. M. Vlietstra.
- Geestelijke verzorging militairen: A.C. Floor; ds. G. Bijkerk; ds. A. Hilbers Sr.; drs. J C L. Starreveld; ds. H. van der Schaaf; D. van der Galiën; W.H. van Schalk.
- Contact Kerkjeugd: ds. K. Boersma; ds. G. Bijkerk; W. Bouterse; ds. R. van Beek; ds. J. Compagner; drs. M.C. de Valk; ds. A.K. Wallet; ds. H.H. Klomp.
- Kerk en Onderwijs: P. Wardekker; ds. D. Quant; mevr. M.H. Bikker-van Neuren; J. Vuyk; ds. H.P. Brandsma.
- Geestelijke verzorging gehandicapten enz.: drs. C. Langbroek; A. van der Kruk; W. Bijleveld; mevr. C.C. Hakkenberg-van Kooten Niekerk; mevr. M.C. Nieuwland; ds. A. van der Veer; mevr. M. de Graaf-Floor; dr. J. Trommel.
- ADMA: ds. T. Harder; W. Huizer; Z.C. van Dijk; ds. K.T. de Jonge; mevr. M.A. Karsemeyer; mevr. drs. W.A. van der Klis; ds. J. Manni; G. van Oord; mevr. drs. C.L. Overweel; K. van Smeden; secundi ds. G.L. Born en T. Dijk, Hoogeveen.
- Kerk en bedrijfsleven: prof. dr. ir. A.K. v.d. Vegt; mevr. drs. T. Drenth; H. Kazen, Sliedrecht; ds. T. Harder (Adma); ds. J. Vogel (evang.); secundi D. de Boer, Leiderdorp; mr. A.J. de Geus, Nieuwegein; drs. H.J. Plantinga, Veenendaal.
- Hulpverlening: drs. W.C. Moerdijk, voorzitter; H, Medema, secretaris/penningmeester; mevr. J. Brandsma-de Jager; J. Hoefnagel; ds. J. Manni (Adma); A. v.d. Vegt; mevr. T. Witzier-van 't Hof; ds. K.J. Velema (zending).
- De Wekker: prof. dr. W. van 't Spijker, hoofdredacteur; ds. K. Boersma, waarnemend hoofdredacteur; P.Th. Versteeg; D. Koole; ds. P.N. Ribbers; tijdelijk nog ds. J.H. Velema.
- Jaarboek: ds. J.H. Velema; ds. H. van der Schaaf, ds. M. Drayer.
- Uitgave Kerkorde: prof. dr. W. van 't Spijker, voorzitter; ds. M. Drayer, secretaris; drs. J.C.L. Starreveld.
- Correspondentie Hoge Overheid: prof. dr. B.J. Oosterhoff, voorzitter; mr. dr. C.J. Verplanke, secretaris; ds. J. van Mulligen; ds. J. Westerink; C.N. van Dis; prof. dr. W. van 't Spijker, secundus ds. B. van. Smeden.
- Eenheid en Correspondentie: ds. L.W. Bilkes; ds. P. den Butter; prof. dr. L. Strengholt; ds. B. van Smeden; drs. J.C.L. Starreveld; ds. K. Boersma; Th. van Dolderen; A. van Hattem; ds. D. Slagboom; prof. dr. J.P. Versteeg; ds. J. Westerink.
- Financiële zaken: J. Bijleveld: G.P. Groeneveld; A.H.J. Schwartz; D.C. van de Kreeke; C. Kleinjan; secundus C. van der Weele.
- Kerkelijk Adm. bureau: G.L. Bouwman; C. Groeneveld; J.W. Bargeman; L. v.d. Zwaay, Harlingen; J.W. van Westrienen, R.A.; secundus J. van der Keur, Rotterdam.
- Kerkelijke archieven: prof. dr. W. van 't Spijker, voorzitter; ds. M. Drayer, secretaris; P. Sluimer; F. van der Hart; mr. C.J. van Heel; de beide laatsten archivarissen.
- Berijmde Schriftgedeelten: ds. J. van Amstel, voorzitter; ds. J. Plantinga, secretaris; ds. J. Brons; ds. B. de Graaf; A. Pietersma, Leeuwarden.
- Contact uitg. Van Brummen: dr. T. Brienen.
- Vertegenwoordiging der kerken: ds. M.C. Tanis, voorzitter; ds. J. Brons, secretaris; ds. H. van der Schaaf; ds. J. Velema.
Namens het moderamen deelde de praeses mede, dat de kerk van 's-Gravenhage-Centrum is aangewezen, roepende kerk te zijn voor de generale synode, die zo de Here wil in 1986 gehouden zal worden.
Aan het eind van elke kerkelijke vergadering vindt rondvraag plaats naar art. 43 K.O. Het zou kunnen zijn, dat er vermaand moest worden. Het bleek dat er geen censuur behoefde te worden toegepast.
De praeses wilde slechts een kort slotwoord spreken. Dank aan de Koning der kerk voor kracht en wijsheid. Daarna ook dank aan allen, die veel werk hebben gedaan. Genoemd werden de scriba van Rotterdam-Centrum, br. I.L. Stolk, maar ook de broeders W. van der Giessen, J. Molenaar en J. van der Keur van de voorbereidingscommissie, br. Van Duyvenbode als technicus, zr. A. Visser-v.d. Hart die voor het logies zorgde, zr. P.C. Jonker-v.d. Veer, die zich met voeding en bediening belastte, br. Vermeer, de jeugd van Rotterdam-Centrum, die zich ingespannen heeft en tenslotte het kostersechtpaar Ten Hove met de helpers en helpsters, die zich zo verdienstelijk hebben gemaakt. Dank aan de administratie, de typisten en de kerkeraad van Rotterdam-Centrum voor de gastvrijheid. Namens de synode bood de praeses aan ds. J. Manni een enveloppe met inhoud aan.
Dank aan de mede-moderamenleden en de broeders prae-adviseurs. U onderhield een goede communicatie met mij als praeses.
Een juiste evaluatie nu is niet goed mogelijk. Er is veel gesproken en geschreven over deze synode. Er was meer dan gewone zorg; er is veel gebed geweest. God is goed voor ons geweest, ook bij spanning en gelatenheid in de synode. Mogen wij zeggen: tot hiertoe heeft de Here geholpen. In 1 Petr. 4:7a staat: het einde aller dingen is nabij. Jezus komt. Hij zegt in Openb. 2:10: zijt getrouw tot de dood.
Ds. J.H. Velema dankte namens allen de praeses voor zijn goede, gemoedelijke en geestelijke leiding. U hebt zeer onpartijdig leiding gegeven, strikt rechtvaardig en eerlijk. Namens de prae-adviseurs sprak prof. Van 't Spijker. Dank, hier aanwezig, èn afwezig te hebben kunnen zijn. Kerk en School hebben elkaar nodig. Dank voor uw leiding. Als de Here tot hiertoe heeft geholpen, dan durven wij van hier af ook weer verder te gaan.
De praeses las uit de brief van Judas, de verzen 17 t/m 25. De synode zong Ps. 89:3. Daarna ging de praeses voor in dank- en smeekgebed en zong ieder nog staande Ps. 84:6.
Met een hamerslag sloot de praeses de synode.
Ieder groette ieder in een lange rij. Vermoeid en dankbaar, weer aan het gewone werk te kunnen gaan, ging ieder naar huis, dichtbij of nog ver weg, ongeveer om 21.30, op vrijdag 30 september 1983.
Het kerkgebouw kreeg weer zijn gewone aanzien. Het hart van de kerk klopt, als een synode voorbij is, verder in de plaatselijke gemeente.
De scriba's wachtte nog veel werk. Deputaatschappen hebben veel werk meegekregen. Maar uw verslaggever mag nu, wat dit betreft, een punt zetten.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1983

De Wekker | 12 Pagina's

Generale Synode Rotterdam (VII, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1983

De Wekker | 12 Pagina's