Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onderscheidend preken (Uit de gemeenschappelijke verklaring VIII)

Bekijk het origineel

Onderscheidend preken (Uit de gemeenschappelijke verklaring VIII)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onderscheidend preken - wat is het? Wat is er tegen?
In verband met het spreken over tweeërlei kinderen des verbonds wordt in de gemeenschappelijke verklaring de noodzaak bepleit van „onderscheidend preken". De passage waarom het hier gaat is de volgende: „In prediking en gemeentearbeid moet ten volle functioneren wat staat in Joh. 1:12: Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven. Dit impliceert, dat al Gods kinderen kinderen zijn van het verbond, maar dat niet alle kinderen van het verbond gelovende kinderen zijn. Onderscheidend preken is en blijft daarom noodzakelijk".
We stellen nu eerst de vraag, waarop het daarom in deze laatste zin slaat. Waarom is onderscheidend preken noodzakelijk? Uit het gedeelte dat aan deze laatste zin vooraf gaat kunnen we een aantal zaken op een rijtje zetten.
Onderscheidend preken is noodzakelijk:
... omdat er tweeërlei kinderen van het verbond zijn.
... omdat er verbondskinderen zijn die de belofte toekomt, maar die deze belofte niet gelovig hebben aanvaard, terwijl er zijn die dit wél deden.
... omdat er verschil is tussen belofte van God en de beleving van de belofte.
... omdat men een kind van het koninkrijk kan zijn, en tóch kan worden buitengeworpen.
... omdat er velen zijn die Christus niet aangenomen hebben terwijl alleen zij, die Hem aangenomen hebben macht hebben ontvangen om kinderen van God te worden.
... omdat wél al Gods kinderen kinderen van het verbond zijn, maar men het niet in die zin kan omkeren, dat alle kinderen van het verbond gelovende kinderen zijn.
Men zou deze reeks kunnen uitbreiden. Maar de bedoeling is wel duidelijk. Men wil aangeven, en terecht, dat er een onderscheid loopt dwars door de gemeente. Een onderscheid tussen hen die de Here vrezen en hen die de Here niet vrezen. En de term: „onderscheidende prediking" wil uitdrukken, dat in de prediking wel terdege rekening moet worden gehouden met dit verschil, dat niet alleen op papier, maar ook in werkelijkheid bestaat in de gemeente van Christus.
In de regel wordt tegen dit spreken over onderscheidend preken bezwaar ingebracht, dat verschillend van aard is. Men maakt soms bezwaar met het oog op de beschouwing der gemeente. En men vreest dan, dat de eenheid der gemeente in gevaar komt, wanneer men in de preek een onderscheid gaat aanbrengen tussen gelovige en ongelovige leden van de gemeente. De hele gemeente wordt immers aangemerkt als de gemeente van Christus. Wanneer men achter het werkelijke lidmaatschap van de gemeente terug wil gaan en de vraag wil stellen of men ook een levend lidmaat van de gemeente en derhalve van Christus zelf is, dan zou men de eenheid van de gemeente verbreken. Men beroept zich voor deze gedachtengang dan vaak op de aanspraak van de apostel in de brieven van het Nieuwe Testament, waarin men de gemeente juist als gemeente van Christus aangesproken vindt. Die eenheid, zo zegt men, mag niet verbroken worden. Vandaar dat men tegen dit onderscheidend preken bezwaar heeft.
Een ander bezwaar wordt soms ingebracht, doordat men de vrees uitspreekt, dat een onderscheidend preken tekort zou doen aan de eenheid en betrouwbaarheid van de belofte. Het zou, zo zegt men, kunnen leiden tot een uitholling van het beloftebegrip. Men zou de belofte niet meer voluit kunnen preken, wanneer men onderscheid ging maken tussen gelovigen, die wél delen in de vervulling der belofte en hen, die niet daarin delen.
Een derde bezwaar wordt soms ingebracht door hen die zeggen, dat het wezen van de prediking zelf in gevaar komt. Deze zou vooral aan het gevaar worden blootgesteld, dat zij te beschrijvend van aard wordt en daarmee haar appellerend karakter gaat missen.

Onderscheidend preken - breekt het de eenheid van de gemeente?
De eerste vraag is, of de gemeente als gemeente van Christus niet in haar eenheid wordt gebroken door een prediking, die een wezenlijk onderscheid binnen die gemeente aan het licht probeert te brengen. We bedoelen hier de concrete gemeente, die onder het Woord samenkomt. Men kan haar beschouwen vanuit het standpunt van het geloof. Dán ontvangt zij haar definitie niet naar de ongelovigen, de hypocrieten, die onder de goeden gemengd zijn. De gemeente wordt immers gedefinieerd naar de levende lidmaten van Christus. Zij is het Lichaam van Christus zelf. Maar in de Schrift van het Oude en van het Nieuwe Testament wordt gesproken over de werkelijke situatie waarin deze gemeente zich bevindt. Ook de belijdenis spreekt over mensen die wel in de kerk zijn, maar niet van de kerk. Zij voegen zich wel onder de gelovigen, maar zij missen het geloof zelf. We denken hier aan de tekst, die ook in de gemeenschappelijke verklaring wordt genoemd: Hij is gekomen tot het Zijne. De Zijnen echter hebben Hem niet aangenomen. Maar zo velen als Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden. Dit onderscheid is er midden in de gemeente. En dit onderscheid moet in de prediking aan het licht komen. Wordt daardoor de eenheid van de gemeente verbroken? Geenszins. De ware eenheid komt erdoor uit: de eenheid van allen, die door een waar geloof in Christus verbonden zijn. Zó kan men zeggen, dat het ontbreken van een onderscheidende prediking voor de eenheid van de gemeente funest is. Tenzij men die eenheid slechts als een uiterlijke zaak opvat. Waar men dit laatste niet doet, daar is men geroepen om te wijzen op de elementen, die b.v. de catechismus bedoelt, wanneer zij er op wijst, dat het niet allereerst gaat om een formeel lidmaatschap van de gemeente, maar om een lidmaatschap dat door léven gekenmerkt wordt: dat ik geloof dat ik daarvan een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven. Wie deze eeuwigheidsernst in de prediking vergeet, doet de gemeente te kort als gemeente van Christus. En hij doet ook aan de onbekeerden te kort, doordat zij in hun onbekeerdheid niet ontdekt worden, hetgeen immers wel Gods genadige bedoeling is.
Het is goed deze dingen te overwegen binnen de gemeente van Christus, waar de waarachtige bekering nimmer een zeldzaam artikel mag worden, vooral niet, in de prediking.

Onderscheidend preken - breekt het de eenheid van de belofte?
Men kan soms horen, dat déze prediking te kort zou doen aan de eenheid van de belofte. Men bedoelt dan, dat de volle prediking van de belofte verhinderd wordt wanneer men spreekt over tweeërlei kinderen des verbonds. Maar dit is niet het geval. Immers de belofte is één. En die belofte is zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament hetzelfde. „Ik zal uw God zijn": dát is de belofte van het verbond. Zij moet gepredikt worden met bevel van geloof en bekering. En zij komt tot allen van Gods kant op dezelfde manier, n.l. als een betrouwbare en welmenende aanbieding van het volle heil in Christus. Maar die belofte moet wél in waarachtig geloof worden aangenomen. Waar dit niet geschiedt, daar verliest zij niet haar kracht als zou ze daardoor minder betrouwbaar worden. Ons ongeloof maakt Gods trouw niet minder. Zijn belofte behoudt haar kracht. Maar zij wordt slechts in het geloof ontvangen en in haar betrouwbaarheid ervaren. En dit laatste moet er ook bij gezegd worden.
Men kan derhalve niet volstaan met een heilshistorische kijk op de belofte alleen. Deze is van grote betekenis. Wie haar vergeet is niet meer in staat om de nuances op te merken die in de openbaring Gods aanwezig zijn. Hij kan de rijkdom van de nieuwe bedeling boven de oude niet recht verstaan. En hij is dus ook niet in staat om de volheid van het werk van Christus en de volheid van het werk van de Geest te prediken.
Maar met een heilshistorische visie op de belofte alleen kan men niet volstaan. Er is ook sprake van wat men wel terecht noemt een heilsordelijke betekenis van de belofte. Het is niet zo, dat wij door onze plaats in de heilsgeschiedenis nu vanzelf ook het heil zouden bezitten. Ons moet worden toegeëigend hetgeen wij in Christus hebben. Dat wil zeggen, dat het nieuwe verbond door God wordt gebruikt om door genade ons te leren leven uit de belofte van zijn heil.
Men kan hier niet volstaan met te zeggen: krachtens de heilshistorie is de gemeente van het Nieuwe Testament een gemeente die mag leven onder het heil dat aan de vaderen is toegezegd. En nu komt het er alleen nog maar op aan, dat wij ons niet buiten dat heil plaatsen. Dat is een gevaarlijke redenering, die het verschil tussen schenking en deelachtigmaking, tussen hebben én toeëigenen niet verstaat. En die daarmee slechts schijnbaar een rijke boodschap van genade heeft. Immers de genade is veel groter dan hier wordt voorgegeven. Zij betekent niet alleen, dat ons de belofte wordt geschonken van volkomen heil.
Maar zij zegt ook dat die belofte vervuld kan worden. En dat laatste is noodzakelijk. En het spreekt in de verbondsgemeente niet vanzelf. Het is niet een hoofdstuk dat overgeslagen mag worden. Willen we niet in een opvatting van goedkope genade vervallen en daarmee een grenzeloze oppervlakkigheid in de gemeente in de hand werken, dan zal het heilshistorische niet in mindering worden gebracht op het heilsordelijke karakter van de belofte.
Wat dit betreft worden wij op dezelfde manier zalig als Abraham: door een levend geloof in de belofte van God.
De derde vraag: of onderscheidend preken het appèl zou missen, omdat zij te beschrijvend van aard is, bewaren we voor de volgende keer.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1984

De Wekker | 8 Pagina's

Onderscheidend preken (Uit de gemeenschappelijke verklaring VIII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1984

De Wekker | 8 Pagina's