Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kleine kerkgeschiedenis (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kleine kerkgeschiedenis (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Klacht en Jubel", facetten uit de „kleine kerkhistorie" rondom ds. Nicolaas Hendrik Beversluis (1850-1931).

Dit artikeltje is bedoeld als een ietwat uitgebreidere boekbespreking.
Het boek „Klacht en Jubel" werd aan de redactie ter recensie toegezonden. Het is uitgegeven bij uitgeverij Van den Berg b.v. te Zwijndrecht, bevat 482 bladzijden, is keurig gebonden en overvloedig geïllustreerd. Het is geschreven door de heer C. de Jongste, aangevuld met een bijdrage van ds. M. Pronk en de heer E. Kooijmans, een kost ƒ 42,50. Een heel bedrag, maar voor een boek van bijna 500 bladzijden niet teveel, als men in de Nederlandse kerkgeschiedenis geïnteresseerd is.
Het boek is een levensbeschrijving van ds. Beversluis, maar mag ook gelden als een heel stuk beschrijving van het leven van een grote periode van de Ledeboeriaanse gemeenten, het deel van de Kruisgemeenten dat in 1869 niet met de vereniging tot de Christelijke Gereformeerde meeging, en van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord- Amerika, die in 1907 uit de vereniging van de Ledeboerianen en de Kruisgezinden, voortkwamen, althans van het overgrote deel daarvan.
Het boek is heel levendig geschreven en blijkens de vele noten, die telkens na elk hoofdstuk opgenomen zijn, sterk gedocumenteerd. Daardoor is een betrouwbaar verslag tot ons gekomen van een stuk kerkgeschiedenis, dat dikwijls in de schaduw blijft.
In dit jaar, waarin wij 150 jaar Afscheiding herdenken, is het goed kennis te nemen van deze stroom in de Nederlandse kerkgeschiedenis, waarmee ons eigen kerkelijke leven toch sterk verweven is.
Het is waar, Ledeboer, die in 1840 onbedoeld op de vergadering van de synode van de Afgescheidenen verscheen, werd er dankbaar binnengehaald, maar trok er zich teleurgesteld van terug. De Afgescheidenen gingen een nieuwe kerk stichten! Ledeboer bleef zich, hoewel uit de Hervormde Kerk uitgeworpen, met hart en ziel hervormd voelen en paste de schuld voor de breuk op zichzelf toe, uitziende naar de tijd van herstel.
Het is waar, de Kruisgezinden, die in 1869 niet meegingen, bleven vasthouden aan de ernstige en diepgaande verwijten, die ze eerder de Afgescheidenen in het gezicht hadden geslingerd: een tekort doen aan het werk van de Heilige Geest; een brengen van de leer der algemene verzoening; geen ernst maken met de zonde; een aanbieden van Christus aan alle kerkgangers zonder voldoende onderscheid te maken; geen oog te hebben voor de „inwendige roeping"; de kerkgangers werden met een ingebeelde hemel naar de hel gezonden.
En toch is er in dit boek, dat het leven en de achtergronden van dit boek bespreekt, iets dat erg aantrekt. Ik vind dat in de ernst en het tere bij velen, die, hoe vaak ook in het donker, in eerbied de Here vrezen en zijn wegen liefhebben. Als dat leven echt is en geen napraterij, gaat er iets aantrekkelijks van uit en dat herken je dan.
Eerlijk gezegd vond ik de beschrijving van de Ledeboeriaanse gemeenten en de Kruisgemeenten, met hun aarzelingen, hun afhankelijk van Gods leiding willen zijn, hun lijdelijkheid, toch hun eerbiedige houding, boeiender om te lezen dan dat ik de figuur van Beversluis nu zo interessant vond. Klacht en jubel, dat is de naam van zijn dichtbundel en hij tekende daarin zijn leven. Wat nam bij velen in deze kring de eigen bevinding, maar ook het ontbreken ervan, of anders gezegd, het bevinden van eigen gemis, een beheersende plaats in.
Dat gold hun persoonlijke leven, de vrijmoedigheid om zich het heil in Christus te mogen toeëigenen. Het gold ook hun kerkelijke beslissingen of het uitstellen daarvan. De schrijver aarzelt niet, om het overdreven beroep op de Geest of op eigen inzichten af te keuren, in zijn kring misschien op het gevaar af, dat het hem tot vijandschap tegen de leer van vrije genade of tegen Gods kinderen gerekend wordt.
Voor de totstandkoming van de vereniging in 1907, van de Gereformeerde Gemeenten, heeft Beversluis binnen zijn Ledeboeriaanse kring vrij veel betekend. Van de verenigde synode in 1907 was hij voorzitter. Toch is het wel te begrijpen dat de naam van Kersten meer aan de verenigde gemeenten verbonden is dan die van Beversluis, ook al is Beversluis kort daarna naar Amerika vertrokken.
Ds. M. Pronk, die, zoals bekend zijn opleiding in Apeldoorn gekregen heeft, schrijft in het boek een hoofdstuk over Beversluis als prediker. In de uiteenzetting van hoe een preek behoort opgebouwd te zijn meen ik nog wel iets van zijn opleiding te horen doorklinken. Anderzijds: hij vindt Beversluis af en toe te vlak en niet bevindelijk genoeg. Het was Paulus al, die wist dat hij niet afhankelijk is van wat mensen van hem zeiden, en ook, dat hij er daar niet mee was.
Het hoofdstuk over de poëzie van Beversluis had van mij niet geschreven behoeven te worden. De schrijver drukt zich terecht wel heel voorzichtig uit, want dichtkunst mag de domineespoëzie niet heten. De ontboezemingen geven wel een blik in zijn innerlijk. Een mens kan, of het nu licht of donker is in zijn leven, toch enkel maar leven van de vaste beloften Gods? Onze betere gereformeerde vaderen hebben het ons al voorgezegd: dat ik in mijn hevigste aanvechtingen verzekerd en volkomen getroost mag zijn, dat mijn Here Jezus Christus door zijn onuitsprekelijke angst, smarten, verschrikking en helse kwelling, die Hij, ook in zijn ziel, zowel aan het kruis als tevoren, heeft, doorleden, mij van de helse angst en pijn verlost heeft (Heid. Cat., antw. 44).
En ook als ik het boek graag vriendelijk aanbeveel, want dat had u begrepen, ben ik met die grote gereformeerde erfenis blijvend gelukkig.

K.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1984

De Wekker | 8 Pagina's

Een kleine kerkgeschiedenis (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1984

De Wekker | 8 Pagina's