Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik ben gestorven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik ben gestorven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Galaten 2:19,20

Een gemeentelid, dat intussen overleden is, vertelde mij eens op een van de bezoeken aan haar, dat zij in Den Haag was gestorven. Zij bedoelde daarmee dat zij vroeger de Heere al had leren kennen en dat zij toen met de Heere zo één was geworden dat zij gestorven is. Dan geldt: wie sterft voordat hij sterft, sterft niet meer wanneer hij sterft.
Paulus zegt tegen de Galaten dat hij gestorven is. Hij is aan zijn vroeger bestaan gestorven, bedoelt hij. Want vroeger leefde hij onder de wet. Dat was een leven vol dreiging, want de wet zegt: vervloekt is ieder die niet blijft in al wat in de wet geschreven is. Wanneer een mens maar één zonde zou doen, komt de vloek van de wet al op je. Daar was Paulus doodsbenauwd voor. Vandaar dat hij zich inspande om de wet te volbrengen en zelfs iets extra's wilde hebben voor de kwade dag, want eenmaal zou God hem de rekening presenteren. Dan moest hij toch met een voordelig saldo kunnen sluiten.
De wet zei steeds: je zult, je moet . . . en zo niet. . .
Niemand redt het om de wet te volbrengen. Wij kunnen het niet en, zágen we het ook maar, geloofden we het maar. Dan zou er plaats komen voor een Ander. Want in zijn onbegrijpelijke ontferming gaf de Vader Zijn Zoon om te doen wat niemand meer kan. Jezus is gekomen om de wet te volbrengen, om deze te vervullen. Hij is gekomen om de straf van God op de overtreding van de wet te dragen.
Daarom richt de wet zich tegen Hem. De joden zeggen dus terecht: wij hebben een wet en naar die wet moet Hij sterven. Hij is des doods schuldig. Paulus verkondigt in Galaten 2 dat Christus gekomen is en dat Hij dóór de wet gestorven is. De vloek van de wet kwam op Hem. Vervloekt is wie aan een hout hangt. Door de wet van God is Hij gestorven.
Nu heeft de wet dan ook niets meer van Hem te eisen. Hij is tegelijk vóór de wet gestorven. Hij is er dood voor. Sterven en dood-zijn zijn woorden die Paulus gebruikt om aan te geven het volstrekt verbreken van alle banden van gemeenschap. De wet heeft niets meer te eisen. Alles is voldaan. Christus is voor de wet gestorven.
En weet u, zegt Paulus, wat het heerlijke is? Ik ben met Christus gekruisigd. Ik ben één planting met Christus geworden. Wat Christus gedaan heeft, heb ik gedaan. Het geldt nu ook voor mij. Ik ben met Christus zó verbonden, zó één met Hem geworden, dat ik kan en mag en moet zeggen: ik ben door de wet voor de wet gestorven. Ik ben niet meer onder de wet, maar ik ben onder de genade.
De wet heeft aan mij niets meer, heeft van mij niets meer te eisen. Ik ben er dood voor. Geen enkele bedreiging, geen enkele vloek geldt mij meer. Ik behoef niets meer te volbrengen. Christus heeft immers aan het kruis gezegd: het is volbracht! Daar en daarom is het ook voor mij volbracht. Ik ben met Hem gekruisigd én gestorven én begraven. Het is gebeurd en voor goed gebeurd.
Ja maar, Paulus, dat is toch niet waar? Met Christus zijn toch twee moordenaars gekruisigd? Paulus zou zeggen: u begrijpt me niet. Die ene moordenaar was wel met Christus gekruisigd, de andere niet. De een was wel dood voor de vloek van de wet, de ander niet.
Want Christus hangt niet alleen aan het kruis. Hij is het Hoofd van de zijnen. Hij is het Hoofd van zijn lichaam. Zoals Adam niet alleen voor zichzelf zondigde en niet alleen de dood over zichzelf haalde, zo hangt Christus niet alleen aan het kruis. Hij hangt er als de tweede Adam. In Hem zijn al de zijnen begrepen. Hoofd en lichaam horen bijeen. Christus is het Hoofd van zijn kerk. Zij zijn in Hem uitverkoren en delen in alles wat Hij heeft gedaan. Daarom kan een gelovige niet alleen zingen: Christus is vóór mij gestorven, maar ik ben mét Hem gestorven. En daarom, zegt Paulus, leef ik nu. Zijn dood is mijn leven.
Ik leef nu alleen maar door het geloof. Ik zie alleen maar naar Christus. Wat ik nu leef, leef ik door het geloof in Hem, Die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.
Paulus leeft niet van zijn eigen liefde tot de Heere, maar van Diens liefde voor hem. Dat is ook het grootste wonder. Hij heeft mij liefgehad en hoe! Ik ben de grootste der zondaren en uitgerekend mij heeft Hij liefgehad. Wie kan dat vatten? Toen ik nog een verklaarde vijand van Hem was, heeft Hij mij zo uitnemend liefgehad. Liefgehad met een eeuwige, met een grondeloze, met een blijvende liefde. Hoe is het mogelijk!
En Zijn liefde was een daadwerkelijke liefde. Hij heeft Zijn liefde bewezen. Hij heeft Zich voor mij overgegeven, voor mij, totaal verlorene. Is Zijn liefde niet een onbegrensde liefde? Hij voor mij! Heel persoonlijk. Paulus kan het maar niet begrijpen. Maar nu doet hij één ding: hij leeft door het geloof in Hem. Hij ziet nu alleen maar naar Hem.
Wat anderen ook mogen doen, zegt Paulus eigenlijk in vers 20, ik voor mij leef alleen van en door Hem. Het zij verre van mij, dat ik zou roemen anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus, Gal. 6:14.
De broeders en zusters in Galatië dreigen door de Judaïsten te worden afgeleid van Jezus Christus en Diens volkomen werk. Daarom wordt het persoonlijk getuigenis van Paulus tot een apostolisch getuigenis en roept hij de gemeenten op alleen maar door het geloof in Christus te leven.
Smal is de weg, Jezus is de weg. Maar op deze weg lééf je, leef je echt. Er is geen veroordeling voor wie in Christus Jezus is.
Waar leven we van en hoe leven we? Léven we?
Slechts als je (met Christus) gestorven bent, kun je leven.
En dit leven is niet anders dan leven door het geloof alleen.
Alleen zien op Jezus Christus, Die gekruisigd, gestorven en begraven is. Maar niet minder in Hem Die is opgestaan uit de doden en lééft.
Ik ben gestorven en ik leef, belijdt Paulus en ieder die Zijn verschijning heeft liefgehad.

Van Amstel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1984

De Wekker | 8 Pagina's

Ik ben gestorven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1984

De Wekker | 8 Pagina's