Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het was een fijne dag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het was een fijne dag

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Of het van alle 300 aanwezige ambtsdragers geldt weet ik niet, maar velen hebben zaterdag 7 april in Amersfoort als een fijne dag ervaren. We mogen dankbaar vaststellen dat de ambtsdragersconferenties doorgaans door een goede sfeer worden gekenmerkt, maar de geest waarin men op 7 april bijeen was droeg toch wel een bijzonder karakter.
Allerlei factoren zullen daartoe hebben bijgedragen, maar men duidt de sfeer toch te oppervlakkig aan wanneer men het zou beperken tot het gezelligheidselement in de ontmoeting van elkaar, de enthousiaste samenzang en de sensatie van de discussie die soms met de behandeling van bepaalde thema's samenhangt. Die sensatie was er ditmaal trouwens in het geheel niet. Wel de indringendheid van het onderwerp, te weten de „Godsvraag in onze cultuur en het Bijbelse Godsbeeld als antwoord daarop". Terecht werd door één van de conferentiegangers opgemerkt dat het ditmaal ging over een onderwerp dat alle vroegere thema's tot onderwerpen van de tweede orde maakt. De Godsvraag raakt ons persoonlijk leven, zij is bepalend voor ons kerkelijk leven en zij staat voor ons in een duidelijke relatie tot wat ons aan gebeurtenissen en ontwikkelingen in de grote wereld bezighoudt, zo luidde de verantwoording van de keuze voor dit onderwerp door het comité.
indringende voordracht van prof. dr. B.J. Oosterhoff, die inzette met een analyse van de crisis van het Godsgeloof in onze dagen. Het bestaan van God heeft de geschiedenis door ter discussie gestaan, maar onze tijd wordt er al zéér sterk door gekenmerkt. Worden God en religie enerzijds tot randverschijnselen gemaakt en de mens tot middelpunt, anderzijds blijft de vraag naar God ook de mens van vandaag toch steeds weer bezighouden. In de voorbije jaren is herhaalde malen onderzoek gedaan naar het geloof in God in Nederland. Daarbij bleek dat velen wel in zoiets als een God wilden geloven maar ook dat zij er grote moeite mee hadden zich daarbij iets concreets voor te stellen. Wie is God en waar is Hij? is een vraag die voor de moderne mens niet meer kan worden beantwoord met verwijzing naar het traditionele Godsbeeld. Dat beeld past voor heel veel mensen niet meer op de werkelijkheid van onze tijd. De wetenschap heeft een wereldbeeld opgeroepen dat de boodschap van de bijbel over het ontstaan van deze wereld ongeloofwaardig heeft gemaakt. Vooral jonge mensen hebben het daarmee te kwaad en er zijn er die in hun leven een soort dualisme hebben ingebouwd: zondags zijn ze fundamentalist en door de week evolutionist. Ook de ontwikkeling van de medische wetenschap heeft op dit Godsgeloof invloed ten ongunste gehad. Wat vroeger gedoemd was aan ziekten te sterven blijft nu in leven. Met de vermindering van het afhankelijkheidsbesef werd God steeds meer overbodig.
Prof. Oosterhoff ging niet voorbij aan de vragen die door de moderne mens aan de tweede wereldoorlog zijn overgehouden en die al het gebeuren in de wereld van nu oproepen. De vraag waar God was toen zes miljoen Joden werden omgebracht, wordt nog altijd gesteld en velen achten de gedachte aan een persoonlijke God onverenigbaar met het gegeven dat op deze wereld jaarlijks miljoenen een jammerlijke hongerdood moeten sterven. De inleider sloot daarmee aan bij wat op dit punt in het openingswoord al was opgemerkt. Veel jonge mensen die op de rand van geloof en ongeloof balanceren, worstelen met de vraag: is er werkelijk een persoonlijke God, die boven al dit aards gewemel in Zijn hemel resideert, de gang der dingen op dit ondermaanse dirigeert, positieve dingen in Zijn wereld stimuleert, dreigende ontwikkelingen registreert en eventueel corrigeert en zo ja, waarin manifesteert zich dat dan en hoe ervaar ik dat dan?
Tegenover oude en nieuwe godsbeelden plaatste prof. Oosterhoff het beeld van God zoals de bijbel ons laat zien. Daarin komt God niet als een „Iets" maar als „Iemand" op ons toe. God is de levende, de schepper, die de mens ook na de zondeval bleef en nog altijd blijft opzoeken. Wie Hij is en wat Hij voor ons wil zijn heeft God uitgedrukt in de namen die Hij zich zelf heeft gegeven en in de beelden waaronder Hij zich in Zijn Woord heeft laten beschrijven. En voor wie worstelt met Gods ogenschijnlijke afwezigheid refereerde de inleider aan de vele plaatsen in de bijbel, niet het minst in de psalmen, waar de gelovigen van die tijd bij Gods verberging Hem niet in wanhoop afschreven, maar zich juist in volhardend gebed aan Hem vastklampten. In dit verband benadrukte prof. Oosterhoff een duidelijk verschil tussen de gelovigen uit de bijbel, die worstelden om God en de moderne ongelovigen die veelal niet verder komen dan de worsteling met het probleem omtrent God. Uitvoerig ging prof. Oosterhoff vanuit zondag 10 van de Heidelbergse catechismus in op Gods betrokkenheid bij de grote gebeurtenissen in de wereld en bij alles wat in het kleine leven van de individuele mens gebeurt. Die betrokkenheid is er niet een waarbij de mens God voor alle verschrikkelijke dingen verantwoordelijk kan stellen maar veeleer een zaak van diepe troost, omdat God Zijn volk en kinderen in de grootste smarten blijk wil geven van Zijn Vaderlijke tegenwoordigheid.
Prof. Oosterhoff rekende grondig af met tegenstellingen tussen bijbel en wetenschap te maken. Gods Woord leert ons dat de wereld Gods schepping is. Het wil geen natuurwetenschappelijk lesboek zijn, ook Genesis 1 niet. Wie dat inziet ontkomt aan het kwaad onnodige tegenstellingen tussen bijbel en wetenschap op te roepen. De vraag of de aarde nu 6000 jaar of al veel langer bestaat hoeven wij niet tot de inhoud van ons geloof te rekenen, eenvoudig omdat de bijbel daarover geen exacte informatie verschaft.
Door niet op de juiste wijze met het Woord van God om te gaan zijn in het verleden velen van de kerk en het geloof vervreemd. De kerk kan schuld op zich laden door het Woord op een zodanige wijze te brengen dat de God van de bijbel aan de waarneming van de mensen wordt onttrokken.

Samen aangewezen op Gods openbaring
In de middagbijeenkomst werd de gedachtenwisseling tussen de conferentiegangers en de inleider vooral door drie vragen beheerst. Onder verwijzing naar gebeurtenissen in de bijbel, waarin God Zijn macht en invloed duidelijk manifesteerde, kwam de klemmende vraag naar voren waarom God Zijn macht in deze tijd niet krachtiger toont.
Elia op de Karmel kreeg op zijn bidden hoorbaar en zichtbaar antwoord. Gods presentie was aanwijsbaar en overtuigend, zelfs voor de tegenstanders. De strijdende kerk in deze bange wereld lijkt soms zonder antwoord te blijven.
Een tweede vraag, waarin veel andere besloten lagen, was die van een jongere aan zijn wijkouderling: „Ik bid wel, regelmatig zelfs, maar ik heb er zo'n moeite mee om mij God voor te stellen. Welk beeld moet ik mij van Hem maken? Alleen als ik een beeld van Hem heb zal ik Hem lief kunnen hebben; alleen toch als ik weet Wie Hij is zal ik mij tegenover Hem in waarheid zondaar weten. Bid ik eigenlijk maar niet wat in de ruimte en ongeadresseerd?"
Een derde vraag was of het Godsbeeld in onze kerken niet te sterk wordt bepaald door het sterke accent in de prediking op het persoonlijke heil van de enkele mens en te weinig op het heil voor deze wereld. Ook de waarheidsvraag ten opzichte van de grote wereldgodsdiensten bleef niet ongenoemd.
In de beantwoording van de vragen kwam steeds weer naar voren dat de schreeuw om God, het verlangen naar Zijn gemeenschap en de klacht over de verberging van God (het laatste niet zelden vanwege onze zonde) alleen in de weg van het Woord hun oplossing kunnen vinden. Prof. Oosterhoff benadrukte dan ook sterk de belangrijkheid van de verkondiging van het Woord en de verantwoordelijkheid van de dienaren des Woords om dat in de vragen van vandaag zo doordacht mogelijk te doen.
Voorts kwam naar voren dat Gods heil voor de enkele mens in Gods Woord niet in tegenstelling staat tot het heil voor deze wereld. Wie God persoonlijk kent zal ook de gerechtigheid van die God in de brede menselijke verhoudingen voorstaan.
Ik meen niet te veel te zeggen wanneer ik stel dat in de conferentie iets werd gevoeld van onze gezamenlijke aanwezigheid en betrokkenheid op de openbaring van God en op de Heilige Geest, die ons op de God van de openbaring het rechte zicht wil geven.
Naar mijn gevoel was er onder de conferentiegangers ook iets van het besef dat het hier gaat om de diepste geloofsvragen, waarbij al onze kerkelijke discussies over bijkomstige zaken verbleken. Over die diepste geloofsvragen zouden we veel meer met elkaar in gesprek moeten zijn en terecht werd er door ds. J.W. Schoonderwoerd aan het slot van de discussie op gewezen dat we in het zoeken van de Here God ook elkaar tot een hand en een voet mogen en moeten zijn door getuigenis te geven van wat God ons in Zijn genade doet ondervinden en wat Hij aan onze geest heeft gedaan.
Drs. H.G.L. Peels van Zoetermeer sprak een ernstig en tegelijk bemoedigend slotwoord. Zijn woorden zowel als die van prof. Oosterhoff zullen binnenkort te lezen staan in een speciaal conferentie-nummer van Ambtelijk contact.
Moge in onze en ook in andere kerken door de prediking van het Woord velen God leren kennen zoals Hij gekend wil worden, te weten in Jezus Christus die getuigde: Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.

D.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1984

De Wekker | 12 Pagina's

Het was een fijne dag

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 april 1984

De Wekker | 12 Pagina's