Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtelijke karakter van een kerkelijke vergadering?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtelijke karakter van een kerkelijke vergadering?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vervreemding
In het Centraal Weekblad van 6 april 1983 viel een voorstel te lezen van ds. B.J.F. Schoep, lid van het moderamen van de Geref. Synode. Hij stelde voor om het ambtelijke van een vergadering meer naar voren te brengen. Naar zijn gedachte zou daardoor een uitspraak van een synode in een beter licht komen te staan. We nemen hier een gedeelte van het bedoelde artikel over. Ds. Schoep vraagt of een synodale uitspraak wel bindend kan worden opgelegd, vooral wanneer het gaat over samenlevingsvraagstukken. Het besluit van de synode ten aanzien van de kruisraketten wordt door de helft van de gereformeerden niet gedeeld.
„In deze sfeer stelt ds. Schoep voor om onderscheid te maken tussen besluiten of uitspraken enerzijds en ambtelijk bijstaan anderzijds. Hij baseert z'n voorstel op een element in de Kerkorde dat naar zijn mening in de hele discussie niet aan de orde is geweest. 'De kerkelijke vergadering bestaat uit ambtsdragers'. Dat wil voor hem zeggen dat het karakter van de vergadering niet zozeer bepaald wordt door het feit dat er afgevaardigden van de kerken bijeen zijn."
Met een beroep op een verklaring van de kerkorde door prof. dr. D. Nauta spreekt ds. Schoep nu uit: „Men zit er als ambtsdrager, niet alleen als afgevaardigde." Op dit punt is hij het volstrekt oneens met een ander lid van het moderamen, dr. P. Schravendeel, die van oordeel was, dat een afgevaardigde ter synode dient uit te spreken wat in de kerken leeft. De kerken spreken daar. Maar ds. Schoep meent, dat deze sterk juridische, kerkrechtelijke benadering geen ruimte laat voor het ambtelijk karakter van de vergadering. „Een kerkelijke vergadering heeft naar zijn mening een eigen kerkelijke verantwoordelijkheid. Ze heeft een eigen stemgeluid; ze moet haar ambtelijke roeping vervullen."

De aard van de binding aan een besluit
De materie, die de synode van de Gereformeerde Kerken in zulke grote moeilijkheden heeft gebracht - moeilijkheden, die zij overigens zelf niet als zodanig schijnt te ervaren - die materie levert voor ds. Schoep een voorbeeld hoe het anders had gekund. Op een bepaald moment moet de synode dienstbaar kunnen zijn aan de verkondiging, aan de doorwerking van het evangelie, zonder de kerken direct kerkrechtelijk te binden. In het geval van de kruisraketten zou dit betekend hebben „dat de uitspraken voor de verantwoordelijkheid van de synode waren gebleven. Het zou háár ambtelijk spreken zijn geweest, niet een uitspraak van 'de' Gereformeerde Kerken. Wel zou blijven staan, dat die vergadering (synode), met deze bevoegdheden (van afgevaardigden), als ambtsdragers (!) had gesproken.
Als zodanig blijft het besluit gelden als een uitspraak van een meerdere vergadering. Waarbij het recht van de kerken om bezwaar aan te tekenen, overeind blijft staan."
In zijn toelichting verwijst ds. Schoep naar de situatie in de maatschappij, waar christelijke organisaties vrágen om gezaghebbende uitspraken. Nu deze zélf niet meer in staat zijn om deze te geven zou de kerk dit moeten doen. Dat zou dienstverlening kunnen zijn van de kerken uit naar de maatschappij toe. In geestelijke, verkondigende zaken kan een synode niet binden. Zij kan wel ambtelijk spreken. En dit roept dan een gezonde spanning op.

Een paar aantekeningen
Het betoog van ds. Schoep is niet erg duidelijk. De algemene teneur komt wel uit. Hij wil de synode een woord laten spreken, dat niet direct bindend is voor de kerken, maar dat toch wél een richting wijst. Men kan niet zwijgen, of men wil dat niet. Maar men kan ook niet binden. Nu, dan gaan we maar „ambtelijk" spreken. Dat geeft ruimte en het doét toch ook wel wat.
Hier is het moment om een paar vragen te stellen die in de onderhavige kwestie niet van belang ontbloot zijn. Waarin bestaat het ambtelijke van een meerdere vergadering? Een kerkeraad is een ambtelijke vergadering. Zij bestaat uit ambtsdragers. Dienaren, ouderlingen en diakenen. Deze vormen ambtshalve samen de kerkeraad. De kerkeraad oefent ambtelijk gezag uit over de gemeente. Hij bedient de sleutelmacht. Daarin openbaart zich de ambtelijke volmacht van de kerkeraad.
Maar een classis, een synode is een vergadering van kerken - wellicht in de meeste gevallen vertegenwoordigd door gedeputeerde en aan hun lastbrief gebonden ambtsdragers.
Maar deze vergaderingen zijn niets anders dan vergaderingen van kerken. Hun last en macht staat omschreven in de geloofsbrieven. En daaraan hebben zij zich te houden. Het ambtelijke van die afgevaardigden kan slechts dienen om hun afvaardiging zo effectief mogelijk te maken. Maar dit ambtelijke wordt tegelijk begrensd, gelimiteerd, door de afvaardiging, de vertegenwoordiging van de kerken. Deze laatsten zijn in de gedeputeerden aanwezig.
En daarom mag men het een ook niet tegen het ander uitspelen, laat staan op de manier waarop ds. Schoep dit doet. Omdat het zo algemeen gangbaar is vestigen we daarop nadrukkelijk de aandacht.
Wat we bedoelen? Dit tégenover elkaar plaatsen en tegen elkaar uitspelen van wat genoemd wordt: het juridische, kerkrechtelijke aspect én het ambtelijke. Wie de zaken zó tegenover elkaar plaatst heeft bij voorbaat gelijk. Wie zou het „ambtelijke", wat dit ook maar betekent of betekenen kan, niet verkiezen vér boven het juridische, het kerkrechtelijk- juridische dan!
Ik noem deze dingen nadrukkelijk. Ze zijn in de gedachten van velen, ook onder ons gangbaar. Maar we zouden er geen aandacht aan schenken, wanneer dit fictief óf. . . óf niet zo kerkverwoestend was. Juridischkerkrechtelijk óf ambtelijk. Men diende zich te herinneren hoe verwoestend dit dilemma in het verleden heeft gewerkt. Men kan het kerkrecht, de kerkorde, de kerkelijke structuur niet beter terzijde stellen dan op deze wijze. Kerkrechtelijk is per definitie ambtelijk, d.w.z. pastoraal, en gevoelig voor de situatie. En ambtelijk spreken zónder kerkrechtelijke betekenis is net zo veel als: ik zeg wel wat, maar je behoeft er niet naar te luisteren. Wij, als synode spreken nu ambtelijk, maar val daar niet van ondersteboven. Want we horen alleen onszelf graag zó spreken en het is geenszins de bedoeling dat u het aanvaardt, of er ook maar enige consequentie aan verbindt.

Ambtelijk - kerkelijk
Wanneer de synode van de Gereformeerde Kerken zich aan haar eigen orde had gehouden, ik bedoel haar eigen kerkorde, én aan de regels, die zij indertijd voor het kerkelijk spreken heeft opgesteld, dan zou men nu niet op honderd manieren hoeven duidelijk te maken, dat men niet bedoelde wat men uitsprak en dat de uitspraak slechts een aanmaning en niet een vermaning betekende. De synode heeft zich met haar spreken begeven buiten de grenzen van het kerkelijke leven.
Op kerkelijke vergaderingen geen andere dan kerkelijke zaken: een wijze beslissing uit een tijd waarin bijna alle echte gereformeerden politiek en militair actief waren. Maar kerk en politiek wisten de theocraten zelfs te scheiden.
De Gereformeerde Synode overschreed ook haar ambtelijke grenzen. Wil zij per se een vergadering van ambtsdragers zijn, die daarom en daardoor aan haar uitspraken gezag kan toekennen, dan is het een kerkelijk ambt, waarvan sprake is. En het ambt van de overheid is een ander dan dat van de kerk.
Moet de profeet de koning dan niet vermanen? Wordt de kerk anders niet monddood gemaakt?
Komt de vrijheid van het evangelie en deszelfs prediking dan niet in gevaar? Kunnen we dan nog wel getuigen?
Er is een vrijheid van en voor het evangelie. Er is bij en uit datzelfde evangelie een vrijheid van een christenmens, om in de concrete politieke beslissing ánders te oordelen, vanuit hetzelfde geloof. Van het geweten zelf moet zelfs de kerk afblijven, zal zij niet in het gevaar vallen van tirannie te oefenen onder het mom van ambtelijke synodale macht.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1984

De Wekker | 8 Pagina's

Ambtelijke karakter van een kerkelijke vergadering?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1984

De Wekker | 8 Pagina's