Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de grens van leven en dood (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de grens van leven en dood (II)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het eerste artikel over de ervaring van mensen die klinisch dood zijn geweest, sloten we af met enkele vragen. We willen nu een antwoord zoeken. De vragen op zichzelf zijn belangrijk. Als de door sommigen daaraan verbonden conclusies juist zijn, moeten ze voor bepaalde opvattingen over het leven na de dood, zoals die vanuit de Bijbel verkondigd worden, een bedreiging vormen. De Bijbelse visie zou dan herzien moeten worden.

De grens is niet overschreden
Het eerste wat we kunnen zeggen is: Deze mensen mogen dan klinisch dood zijn geweest, ze zijn de grens tussen leven en dood niet definitief overgegaan. Anders zouden ze namelijk hun beleving niet meer hebben kunnen vertellen. Ik neem althans aan dat ieder, die van deze ervaringen hoort zal zeggen: wat er ook met deze mensen is gebeurd, ze zijn niet uit de doden opgewekt. Ze zijn in een uiterste grenssituatie geweest. Toch hebben ze de grens van de dood niet definitief overschreden.
Het lijkt me van grote betekenis om dit vast te stellen en het ook goed vast te houden.
Er zijn wellicht christenen die deze ervaringen aangrijpen om te zeggen: Nu is duidelijk geworden, zelfs onomstotelijk bewezen, dat er een leven na de dood is. Ik zou een dergelijke redenering niet willen volgen. Deze mensen zijn niet dood geweest, hoezeer ze ook in een grenssituatie zijn geweest. Wat ze ook hebben meegemaakt, ze zijn aan deze zijde van de grens van de dood gebleven. Daarom kan men uit hun ervaringen ook geen conclusies trekken met betrekking tot het leven na de dood. Men moet het „over" uit de titel van deze artikelen dan ook niet ruimtelijk opvatten, maar verstaan als: met betrekking tot, in verband met, aangaande, ten opzichte van.

Eenzelfde patroon
Er is een tweede dat kan worden vastgesteld: De ervaringen lijken alle op elkaar. Er is als het ware een zelfde grondpatroon. Dat geldt voor mannen en vrouwen, voor jongeren en ouderen, voor gelovigen en ongelovigen. Ook wat dit laatste betreft moet gezegd worden: gelovigen doen geen ervaring op van God in wie ze geloofd hebben.
Van een Godsontmoeting heb ik nergens horen spreken. Men zou dat toch op zijn minst verwachten, als het gaat om gelovige mensen die tijdens hun leven het contact met God als een werkelijkheid hebben ervaren.

De mystici deden gelijke ervaringen op
Dit grondpatroon is echter niet alleen te vinden in de ervaringen van hen die klinisch dood zijn geweest. Het in het vorige artikel genoemde boek van J.C. Hampe trekt een vergelijking tussen deze ervaringen en die van grote mystici. Met name het uittreden uit het lichaam blijkt door mystici ook ervaren te zijn.
Nu is de wereld van de mystiek een vreemde wereld. Er valt niet veel van te zeggen, dat gecontroleerd kan worden. Juist het tegendeel is het geval. Men kan de getuigenissen van grote mystici alleen maar aanhoren. Het is wel duidelijk dat de ervaringen binnen de mystiek door „een zekere techniek" kunnen worden opgewekt. Met techniek bedoel ik niet enig apparaat dat uit een fabriek komt. Ik doel op een bepaalde geestelijke handelwijze, een oefening van ziel en zinnen, die tot bepaalde ervaringen leidt. Men spreekt in dit verband ook wel van verschillende trappen die worden doorgemaakt.
Opvallend dat de boven beschreven ervaringen dus overeenkomst vertonen met wat mystici hebben meegemaakt. Dan lijkt mij de conclusie voor de hand te liggen dat het hier om ervaringen gaat die enkel inhoud van de eigen ziel zijn. Ik bedoel daarmee: men kan uit deze ervaringen niet concluderen dat er van de andere kant Iemand tot de mens komt. De ervaringen zijn geen ontmoeting met God. Daarvan wordt ook nergens verslag gedaan. Juist het ontbreken van die ontmoeting is steeds weer het bezwaar geweest tegen ervaringen van grote mystici. Hun ervaring bestond ten diepste in een bezig zijn met zichzelf. Boven die cirkel komen de ervaringen van mensen die klinisch dood zijn geweest niet uit.
Er is zelfs nog iets te melden. Een medewerker van de amerikaanse dokter, psychiater, stervensbegeleider Elisabeth Kübbler-Ross - zij is bekend geworden door haar boek: Omgaan met stervenden. Lessen voor levenden, en daarop gevolgde publicaties - vertelde mij, dat Kübbler-Ross probeert in bijeenkomsten - die, als ik het goed begrepen heb, het karakter dragen van een soort training - deze ervaringen bij mensen die niet klinisch dood zijn, op te wekken. Op zichzelf behoeft deze mededeling geen bevreemding te wekken. Zij stemt overeen met wat ik van de ervaringen van grote mystici vertelde. Als het mogelijk is om zulke ervaringen door oefening van ziel en zinnen teweeg te brengen, kan dat ook nog wel op een enigszins andere manier dan de grote mystici dat gedaan hebben.
Ook hier geldt: het gaat om één zelfde patroon. Het is een patroon dat kennelijk behoort tot de mogelijkheden van de menselijke ziel.
Daarmee heb ik dan gezegd, dat deze beleving geen doodservaring is, maar tot de levenservaring behoort, zij het dat het om een heel bijzonder moment van het leven gaat.

Bezwaren
Aan het zich bemoeien met en propagandistisch spreken over de ervaringen van mensen die klinisch dood zijn geweest, zie ik enkele grote bezwaren kleven. In de eerste plaats noem ik de gedachte, dat het bij het sterven erg meevalt. Er wordt een - in verschillende opzichten - kleurrijke voorstelling van de dood gegeven. Die voorstelling zou mensen er toe kunnen brengen om de dood te zoeken. Ons cultuurklimaat wordt wel „thanatistisch" genoemd. Dat wil zeggen: men is vertrouwd geraakt met de dood. Er heerst zoiets als een doodsdrift. Het gesprek over déze ervaringen zal het vragen om euthanasie en het plegen van zelfdoding, eerder stimuleren dan afremmen.
Het tweede bezwaar is dat men deze ervaring ziet als openbaring van het hiernamaals. Daarmee wordt Gods openbaring terzijde geschoven. Wij zullen ons in verband met de dood juist aan Gods Openbaring moeten houden. Dan zegt Paulus: „met Christus te zijn is verreweg het beste" (Fil. 1:23). „Het is de mensen gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel" (Hebr. 9:27). Na de dood wordt ieder mens geoordeeld (2 Cor. 5:10 ; Pred. 12:14).

De openbaring boven de ervaring
Wie gelovig over het leven na de dood nadenkt, mag uitgaan van de geloofswerkelijkheid van de kennis van God en Christus. Dat is hier en nu reeds het eeuwige leven (Joh. 17:3). Aan de andere zijde van de grens zal deze ervaring onvoorstelbaar heerlijker en rijker zijn. Geen oog heeft het hier op aarde kunnen zien, geen oor heeft het gehoord; het is in geen mensenhart opgekomen. God heeft het bereid voor hen die Hem liefhebben (1 Cor. 2:9). Paulus heeft er iets van gehoord - hij noemt „onuitsprekelijke dingen". Het is een mens niet geoorloofd ze uit te spreken (2 Cor. 12:4). Ik meen, dat het in Paulus' ervaring om wat anders gaat dan „om de ervaring van hen die klinisch dood zijn geweest".
Mochten deze ervaringen de plaats van de openbaring gaan innemen, dan gaan ze dienen als een poging om van het hiernamaals iets te weten te komen. Van zulke pogingen geldt: „U heeft de HERE, uw God, dit niet toegelaten" (Deut. 18:14). Waarom is die weg afgesloten? Omdat God door Zijn openbaring de weg naar de kennis van God en het leven eeuwig met Hem heeft ontsloten. Die weg voert over de grens van leven en dood! Wie daar thuis mag komen, zal er veel licht ontmoeten! „Haar lamp is het Lam" (Openb. 21:23). Het licht ontspringt aan Jezus Christus, die wij hier leerden kennen en liefhebben - in Zijn sterven en opstanding. De dag waarop ik deze regels schrijf heet dáárom: Goede Vrijdag. Geen licht, hier niet en straks niet, buiten het Lam om!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1984

De Wekker | 8 Pagina's

Over de grens van leven en dood (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1984

De Wekker | 8 Pagina's