Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naar het einde van het burgerlijk huwelijk? (III)

Bekijk het origineel

Naar het einde van het burgerlijk huwelijk? (III)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als prof. van Maarseveen samen met een medewerkster en een studente in het Nederlands Juristenblad een pleidooi voert voor afschaffing van het ten overstaan van de overheid te voltrekken huwelijk, dan zijn daartegen geen Bijbelse argumenten aan te voeren, mits de overheid op andere wijze de gelegenheid krijgt te waken over de onverbreekbaarheid van het huwelijk, over het monogame karakter daarvan en over de erfrechtelijke en vermogensrechtelijke gevolgen. Dat zou b.v. kunnen door een in het openbaar door een notaris te passeren huwelijksakte te verlangen, die een zekere waarborg heeft, dat de wederzijds aangegane verplichtingen ten opzichte van de echtelieden en van de kinderen worden nagekomen. Niemand - ook prof. van Maarseveen niet - heeft er vervolgens bezwaar tegen, als men daarna een kerkelijke zegen over de aangegane verbintenis vraagt. Maar prof. van Maarseveen vervalt in volstrekte normloosheid, als hij de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing ten tonele voert om elke door een burger gewenste samenlevingsvorm (lat-relaties, communes, groepshuwelijken, concubinaat enz.) en elke vorm van beëindiging daarvan vrij te laten. Hij erkent dat ook, door de overheid er van te beschuldigen als zedenmeester in het voetspoor van de kerken te zijn getreden en als zodanig de mensen een bepaalde ideologie dwingend te hebben opgelegd.
Met hetzelfde recht kan hij zich dan gaan verzetten b.v. tegen de vrije zondag en de vrije christelijke feestdagen. Ook die zijn het gevolg van „een bepaalde ideologie" en ook die worden de middenstand, het bedrijfsleven, de ambtenarenwereld dwingend opgelegd.
Wij leven inderdaad in een samenleving, waarin tal van regels gelden, die hun oorsprong vinden in Goddelijke wetten, zoals die vorm hebben gekregen eerst in de Mozaïsche wetgeving en later in Nieuw-Testamentische regels. Dank zij die regels heerst er een zekere rechtsorde en kon de chaos, waarin ieder doet wat goed is in zijn ogen, worden vermeden.
Welnu, in die rechtsorde past het monogame, onverbreekbare huwelijk. De onverbreekbaarheid is niet absoluut meer: de wet laat in beperkte mate en volgens bepaalde procedurele regels echtscheiding toe. Maar de monogamie wordt nog algemeen gerespecteerd en geeft basis aan onze samenleving.
Het gaat er mij dus niet om, dat huwelijken ten overstaan van de overheid moeten worden voltrokken. Ik zou mij kunnen voorstellen, dat dat ook zou kunnen geschieden bij notariële akte, waarin alle rechtsgevolgen worden geregeld. Mits die akte maar openbaar is, zodat kan worden gecontroleerd, of men zich aan de wederzijdse verplichtingen houdt.
Maar het afschaffen van de huwelijkswetgeving, waarin de monogamie, die onverbreekbaarheid, de meerderjarigheid enz. is geregeld, leidt tot een zodanige chaos, dat zelfs de meest losbandige er behoefte aan zal krijgen, weer te weten waar hij nu aan toe is.
Mijn bezwaren tegen het betoog van prof. van Maarseveen gaan dan ook niet zozeer tegen het feit, dat hij af wil van het ten overstaan van de overheid voltrokken huwelijk, maar tegen de door hem gepropageerde volstrekte chaos in de samenlevingsverhoudingen.
Laten wij dankbaar zijn, dat wij nog een rechtsorde kennen, waarbinnen de onderlinge verhoudingen tussen samenwonenden wettelijk zijn geregeld. En laat ook prof. van Maarseveen daarvoor dankbaar zijn, want de uiterste consequentie van zijn standpunt, dat de staat zich niet moet bemoeien met persoonlijke relaties, leidt tenslotte tot de opheffing van zijn eigen juridische faculteit. Dan zijn we immers in een situatie waarin geen enkele burger meer wordt gehinderd door van overheidswege opgelegde ideologieën over het recht op eigen lijf en goed en kunnen de begrippen diefstal en moord naar eigen inzicht worden geïnterpreteerd.
In ieder geval wens ik pal te staan voor een openbare rechtsorde. Tot die orde behoort het openbaar bekend zijn van het huwelijk en van de gevolgen daarvan. Het samenwonen zonder huwelijk tast de openbaarheid van die rechtsorde aan en acht ik in strijd met één van de fundamenten van ons rechtsbestel.
Daarom heb ik er geen enkele moeite mee, een enkele keer te moeten trouwen. Dan wordt te mijnen overstaan publiek verklaard, dat men de plichten zal vervullen, die door de wet aan de huwelijkse staat zijn verbonden en neemt men het recht niet in eigen handen.
En mijn enige vermaning aan de kerken is, dat er na mijn overheidshandeling niets te „bevestigen" valt, laat staan dat er „overtrouw" moet plaats vinden. Hoezeer ik het toejuich, wanneer men in de samenkomst der gemeente een zegen over het gesloten huwelijk gaat vragen.
Maar dan wel graag in en normale eredienst op zondag!

Verplanke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1984

De Wekker | 8 Pagina's

Naar het einde van het burgerlijk huwelijk? (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1984

De Wekker | 8 Pagina's