Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terugkijken en vooruitzien

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terugkijken en vooruitzien

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op het kerstfeest wordt in de prediking en bij de viering van dit feest in de kring van het gezin, in verwondering en dankbaarheid teruggekeken naar wat God in Jezus Christus, midden in de geschiedenis van mens en wereld, tot behoud van beide heeft gedaan. Het gebeuren van toen en wat er in enkele decennia op volgde (als dieptepunt het kruis en als hoogtepunt de opstanding en de hemelvaart), kan overigens niet als op zichzelf staand worden herdacht. De gedachtenis aan wat bijna 2000 jaar geleden is gebeurd zal, als het goed is, in de gemeente doortrokken zijn van de verwachting van Christus wederkomst, van uitzien naar de dag waarop God alle dingen nieuw zal maken; waarop het heil in Jezus Christus ten volle verwerkelijkt zal zijn en waarop de engelen opdracht zullen krijgen om de uitverkorenen uit de vier windstreken te verzamelen. Het zal de dag zijn waarop allen, die in de onvolkomenheid van deze bedeling hun heil en vreugde zochten in de Heiland der wereld, Christus in Zijn volle heerlijkheid zullen mogen zien. Hier hebben zij - om het met de apostel te zeggen - Hem liefgehad zonder Hem gezien te hebben. Op de grote dag van Zijn wederkomst zullen zij oog in oog mogen staan met Hem, die hen kocht met Zijn bloed.

Wisselende spanning
Uit die verwachting heeft de kerk sinds de hemelvaart van Jezus Christus in wisselende spanning nu al bijna twintig eeuwen geleefd. Al ten tijde van de apostel Paulus werd het leven van de gemeenten en ook dat van de apostel zelf, sterk beheerst door de verwachting dat de belofte van de engelen, die bij de hemelvaart van Christus aanwezig waren, vervat in de woorden: „Deze Jezus, die van U opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen", spoedig zou worden ingelost. Ook de apostel Petrus is door de gedachte aan de terugkomst van Jezus en de voleinding der wereld geboeid geweest. In het derde hoofdstuk van zijn tweede brief roept hij op tot waakzaamheid en opmerkzaamheid in de onderkenning van die gebeurtenissen en ontwikkelingen, die kenmerkend zullen zijn voor de tijd die aan de grote dag van Christus zal voorafgaan.
De parousie (verwachte wederkomst van Christus) heeft zoals gezegd de eeuwen door onder wisselende spanning gestaan. Vooral in tijden van druk, moeite en vervolging heeft de kerk en hebben individuele gelovigen, zich getroost en zich staande weten te houden met de gedachte aan de daadwerkelijke en zichtbare verschijning van Christus als rechter van het heelal en het verlangen ernaar is niet zelden beheerst geweest door de overspannen gedachte dat het elk ogenblik zover zou kunnen zijn. In wat aan moeite, leed, verdriet, druk en vervolging werd ervaren, zag men al gauw de vervulling van allerlei bijbelse voorzeggingen.

In heilige wandel en gods-vrucht
Hoe is dat nu? Hoe te denken over de verwachting van Christus dag in de kerk van vandaag? In de beantwoording van deze vraag kunnen we maar moeilijk dàt deel van de kerk betrekken, dat in landen met absolute en antigodsdienstige regimes moet leven en waarvan het practische geestelijke leven zich aan onze waarneming onttrekt. Ook dáár zal wellicht de verwachting van en het verlangen naar Christus wederkomst onder dezelfde spanning staan als de vervolgde en verdrukte kerk in het verleden heeft gekend. Maar hier, in het vrije westen, hoe gaan wij als kerk hier om met wat Gods Woord over de laatste dingen zegt? Wordt in de geloofsbeleving van de gemeente en van ons als gelovigen persoonlijk, nog wel het element van het verlangen naar Christus wederkomst aangetroffen? Is er onderlinge opmerkzaamheid op die verschijnselen op onze planeet, die duidelijke trekken vertonen van de bijbelse indicaties over de terugkomst van Christus? Is onder ons de ernst voelbaar en het streven waarneembaar om naar het woord van de apostel Petrus in heilige wandel en godsvrucht, vol verwachting ons te spoeden naar de komst van de dag Gods?

Eschatologisch spreken en preken is moeilijk
Kunt u anders concluderen dan dat de verwachting van Christus wederkomst de kerk en haar leden maar weinig beheerst? De gedachte aan de laatste dingen staat ver van ons af. In de prediking wordt zij niet meer zo sterk als een wezenlijk element van het geloofsleven aan de orde gesteld en maar zelden hoort men in de gemeente met aandrang bidden om de dag waarop het teken van de Zoon des mensen aan de hemel zal worden gezien. Enkele oorzaken daarvan zijn gemakkelijk aan te wijzen. Aan een vrije ontwikkeling van het kerkelijke leven en aan de godsdienstbeleving van ieder persoonlijk staat ons hier (nog) niets in de weg. Vervolging om het geloof is ons hier vreemd. De over het algemeen geriefelijke inrichting van de samenleving waarvan wij deel uitmaken en het comfort waarmee velen zich kunnen omgeven, temperen ons besef van de onvolkomenheid van deze bedeling en remmen het verlangen naar de volkomenheid die er zal zijn wanneer God alle dingen nieuw zal maken. Ook de angst voor speculatieve verwachtingen zal een factor zijn. Hoeveel prognoses en berekeningen, gepresenteerd met een grote mate van waarschijnlijkheid, zijn in het verleden niet zonder grond gebleken? Eschatologisch spreken en preken in profetische zin wordt moeilijk gevonden.
Daarbij voegt zich dan nog de intellectuele moeite die niet weinigen hebben met de wijze waarop de Heilige Schrift de toedracht bij de wederkomst van Christus beschrijft. Sinds de vergrote kennis van het universum is het geloof in de letterlijkheid van deze beschrijving verkleind. Het wordt een astronomische ongerijmdheid geacht dat Jezus, komend van ergens in een mateloos groot heelal, op de wolken te zien zal zijn. Velen weten niet goed hoe zij zich dat gebeuren naar de bijbelse beschrijving moeten voorstellen.

Tekenen van de tijd onderkennen
Wat van dit alles zij, Jezus Christus, die naar wij vast geloven op een voor ons niet te traceren plaats verblijf houdt aan de rechterhand van God, wil ons blijkens Mattheüs 24 (in Lucas 21 en Marcus 13 vindt men dezelfde boodschap terug) leren vooruit te zien naar Zijn toekomst en bij het licht van de bijbel de tekenen van de tijd te onderkennen. Ongevaarlijk is die bezigheid niet. Toetsing en interpretatie van wat zich in de wereld van nu aan ons voordoet kan tot allerlei subjectieve taxaties aanleiding geven. Wie de ontwikkelingen op verschillende gebieden in de wereld van vandaag op zich laat inwerken en wie in aanleg meer pessimistisch dan optimistisch denkt, zal zonder twijfel een weinig bemoedigende analyse geven van de toestand waarin wij ons met onze wereld bevinden. Zijn we daarentegen uitgerust met een wat opgewekter karakter dan zijn we geneigd aan elke donkere wolk nog wel een gouden randje te zien. Onze kijk op wat er in de wereld omgaat en onze verwachtingen over hoe het in de toekomst zal gaan, worden vaak in sterke mate mede door onze persoonlijke levensomstandigheden bepaald. Tegenslag, desillusies en mislukkingen in eigen leven doen ons in de regel ook de wereld om ons heen door een donkere bril bezien. Gaat het ons op alle fronten van ons eigen bestaan voor de wind dan deelt dat zich ook mee aan onze kijk op de tijd waarin we leven, zelfs de tijd van het jaar kan van invloed zijn. Voor sommige mensen gaat in een roerige tijd van de donkere najaars- en winterluchten al een zekere apocalyptische dreiging uit. Ook onze leeftijd kan van invloed zijn. Hebben we het grootste deel van het leven al achter of - naar de mens gesproken - nog voor ons?
Maar afgezien van onze persoonlijke gesteldheid, de tijdsomstandigheden van nu taxeren bij het licht van de bijbel is zelfs niet zonder risico. Het is zo verleidelijk om bepaalde bijbelwoorden en gebeurtenissen in de wereld met elkaar te verbinden en er een stuk vervulling van profetie in te zien. De krant naast de bijbel, zei men vroeger en er zijn die dat nog zeggen. In zekere zin terecht, maar we zijn intussen wel tot het inzicht gekomen dat we erg voorzichtig moeten zijn wanneer we gebeurtenissen en ontwikkelingen in de wereld tegen het licht van Gods Woord houden. Deze voorzichtigheid sluit een verantwoorde, dat is een evenwichtige taxatie van feiten en ontwikkelingen echter niet uit. Uit Mattheüs 24 wordt ons dat duidelijk. Het is het bijbelgedeelte waarin de discipelen van Jezus vragen naar het teken van Zijn komst en van de voleinding der wereld. Als we de antwoorden van Jezus lezen zullen we de tijd en de toen heersende omstandigheden in aanmerking moeten nemen. We zullen moeten bedenken dat de verschijnselen die Jezus als voorafgaand aan Zijn wederkomst aanmerkt, zich in meer of mindere mate in alle eeuwen tussen toen en nu hebben voorgedaan. Oorlogen, dreiging van oorlog, opstanden hier en revolutie daar, de achter ons liggende eeuwen waren er vol van. Niets nieuws onder de zon, zijn velen geneigd te zeggen. En in zekere zin is dat waar. Toch worden in dit Schriftgedeelte ook dingen genoemd, die ons in onze dagen bijzonder veel te zeggen hebben.

Ernst van deze tijd
Misschien is het eerste waarop Christus de Zijnen wees wel het belangrijkste. „Velen zullen komen onder Mijn naam en zeggen: ik ben de Christus, en zullen velen verleiden". Eén van de kenmerken van onze tijd is toch wel dat een sterk toenemende afval van het christelijk geloof gepaard gaat met een ongekende groei van allerlei geestelijke stromingen, met leidende figuren, die zich op brutale of verfijnde wijze Christus-allures aanmeten. Oorlogen, hongersnoden en aardbevingen zijn er altijd al geweest. Met deze opmerking troosten mensen zich zelf en elkaar nogal eens wanneer ze tegen de ernst van deze tijd aankijken. En - nogmaals - op zich zelf is die opmerking juist, maar we zullen ons toch niet kunnen ontveinzen dat er - in weerwil van de tot nu toe uitgebleven botsing tussen de grootmachten - een duidelijke escalatie aan te wijzen is in de manier waarop landen en volken en groepen binnen een volk, tegenover elkaar staan en elkaar te lijf gaan als het op de veiligstelling van eigen belangen gaat.
Denken we aan wat Christus over hongersnoden heeft gezegd dan mag het ons niet ontgaan dat blijkens gegevens van bevoegde zijde de wereld in de komende tijden met nog veel groter voedselproblemen zal worden geconfronteerd dan waarvan op dit moment sprake is. In landen van de derde wereld sterven nu reeds miljoenen mensen per jaar als gevolg van voedselgebrek. Te vrezen is dat dit probleem nog groter zal worden als niet op korte termijn wezenlijke veranderingen in de wereldeconomie worden aangebracht.
Een teken dat ons ook te denken moet geven is de toenemende wetsverachting en de verkilling van de liefde onder de mensen. Alle goedheid van mensen en volken die uit allerlei charitatieve acties spreekt, kan niet de indruk wegnemen dat er over veel mensen en groepen van mensen een geest heerst van: ieder voor zich en God voor ons allen. Gemeenschappelijke acties voor allerlei menslievende doelen kunnen niet verbergen dat mensen hoe langer hoe meer op zich zelf betrokken raken. Onbewust is deze houding misschien het gevolg van de dreiging die vooral van technische en administratieve ontwikkelingen op de mens van vandaag uitgaat.
Zou de wetsverachting waarvan Jezus sprak iets te maken kunnen hebben met de zeer verontrustende reductie in het normbesef die op wereldschaal valt waar te nemen? De mensheid wordt steeds driester in de hantering van geweld als middel om eisen en verlangens kenbaar te maken. De vindingrijkheid in het bedenken van methoden om aan wettelijke bindingen in allerlei sferen te ontkomen groeit gestaag. Begint de mensheid misschien trekken van volgroeidheid in de zonde te vertonen?
Het was er al sinds Adam, roept iemand. Niets nieuws onder de zon. Jawel, maar wanneer deze dingen voor de samenleving op wereldschaal structureel beginnen te worden, roept dat de gemeente van Christus in deze wereld op tot waakzaamheid.

Blijft waakzaam. . .
Met de komst van Christus in deze wereld brak het einde der tijden aan. In deze zin leeft de mensheid al eeuwen achtereen in de eindtijd. Door het werk van de verzoening te volbrengen is in beginsel een dam opgeworpen tegen het streven van de boze om de loop van de geschiedenis voor altijd in negatieve zin te bepalen. Maar tegelijk is Christus voor ons nog de verborgene, wiens heerlijkheid alleen nog maar kan worden gezien in het geloof der verwachting. En in die zin is de voleinding nog niet aangebroken. Naar de volle openbaring van Christus heerlijkheid ziet de kerk uit. Die openbaring zal niet het resultaat zijn van een samenspel van krachten in de geschiedenis van mens en wereld, maar van een daad, van een initiatief van God zelf. Van die dag of van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemel niet, ook de Zoon niet, alleen de Vader. Tussen het verschijnen en verdwijnen van ons korte leventje op aarde ligt slechts een minimaal klein stuk van de lange geschiedenis van de wereld. Maar voor elke tijd, voor elke generatie en zeker voor de onze geldt het Woord van Jezus: „Ziet toe, blijft waakzaam. Want gij weet niet, wanneer het de tijd is (Marcus 13:32 en 33).
Misschien maken wij het niet mee dat het teken van de Zoon des mensen aan de hemel wordt gezien. Dan wordt het moment van onze ontmoeting met Hem bepaald door ons heengaan uit dit leven. Moge die ontmoeting er dan een zijn van vreugde, van herkenning, van ingaan tot de bruiloft van het Lam.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1984

De Wekker | 16 Pagina's

Terugkijken en vooruitzien

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1984

De Wekker | 16 Pagina's