Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afscheiding en Vroomheid (IV, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afscheiding en Vroomheid (IV, slot)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Cock was een zeer bekend man sinds 1834. Hij correspondeerde met een grote schare van vrienden en gaf om de overeenstemming in gevoelen aan te geven die brieven uit. Men kwam ook tot hem om raad. Er is een klein boekje, aan het adres van een kleine vriendenkring gezonden, waarin de vraag aan de orde komt op welke grond de verplichting der Gereformeerden rust, om heden ten dage precies zo te moeten geloven als in 1618 en 1619 is gesteld. Zijn antwoord is: omdat wij dat beloofd hebben. En dat geldt dan in het bijzonder de predikanten. Maar het geldt ook de leden, die b.v. bij de doop instemming betuigen met de leer, die alhier geleerd wordt. Maar daarbij blijft het niet. De Cock wijst naar Luther, Zwingli en Calvijn. Hij verdedigt de stelling dan hún leer in de belijdenis, ook in die van Dordt vervat is. Die vaderlandse gereformeerde lijn wil hij vasthouden. Wanneer Hofstede de Groot spreekt over de vaderlandse theologie bedoelt hij de moderne devotie: Geert Grote, Wessel Gansfort. De Cock meent de Dordtse theologie, naar zijn gedachte voluit reformatorisch. Naar die theologie verwijst hij door te herinneren aan het woord waarover hij in Ulrum preekte op de Zondag na de Afscheiding: uit genade zijt gij zalig geworden, door het geloof en dat niet uit u, het is Gods gave. Niet uit de werken, opdat niemand roeme; want wij zijn zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft opdat wij in dezelfde zouden wandelen. Dat geloof is een kracht van God. „Er is slechts tweeërlei weg, langs welke de mens, die niet geheel en al aan de zorgeloosheid is overgegeven, zoekt gered en behouden te worden, de wet der werken of de wet des geloofs". Die laatste weg leren wij gaan uit genade alleen. Door die genade leren wij dat de eerste weg radicaal is afgesloten. De oneindige afstand tussen God en ons wordt ons duidelijk. En in die nood is er geen rust voor men zich in de handen van de Here Jezus als een arme zich leert overgeven.
En daarop komt dan alles aan. Zonder Jezus kunnen wij niets doen. Als Profeet, Priester en Koning wordt Hij voor ons onmisbaar. Men schaart zich - en daar hoort men het geluid van de tijd meeklinken - onder de bloedrode vanen van de Here Jezus. Dat is - voor De Cock de leer van Dordt. Het was de leer van het heil, geconcentreerd op Christus.
Merkwaardig: deze uiteenzetting onder het motto: waarom we vasthouden aan de leer van 1618/1619. En nog merkwaardiger, omdat De Cock breeduit betoogt, met behulp van allerlei verwijzingen dat dit de leer van de Waldenzen, van de martelaren, van Luther, Zwingli en Calvijn was. En nóg merkwaardiger, dat hij dit alles brengt onder het thema van de drieslag: ellende verlossing en dankbaarheid.
Hier is een poging gedaan om alles te brengen onder het aspect van de troost, de enige troost, die op de manier van zelfkennis en heilzame Godskennis ons werkelijk bevrijdt en voor God doet leven! En dat is de enig begaanbare weg voor wie ernst wil maken met de prediking van de genade en de verzoening. De Afscheiding heeft getracht de vroomheid in gezonde banen te leiden. Zij heeft dat niet gedaan door van de verkiezing te zwijgen. Maar evenmin, door haar centraal te stellen en vandaaruit een systeem op te bouwen. De Cocks terugkeer naar Dordt was ook een terugkeer naar Calvijn. Daar hoorde hij het onversneden evangelie. En hij bracht het vrij uit aan zondaren.
Geen systeem zei ik. Het had gemakkelijk gekund. In Zwolle waren, om een voorbeeld te noemen, de oefenaars gewend om het systeem te preken. W.W. Smitt was daarin bekwaam, evenals Hoksbergen. Ze waren goede vrienden van De Cock. Maar het kwam tot een breuk, naar mijn gedachte, ten diepste niet vanwege de Kerkorde van 1837, maar vanwege deze speciale soort van vroomheid, waarin de weg van het heil gesystematiseerd werd. Smitt schrijft daarover uitvoerig. En anderen vielen hem daarin bij. Het was duidelijk, dat zij met hun vroomheid bleven kiezen voor het conventikel, voor het gezelschap, de enige plaats waar het heil Gods zich controleerbaar laat systematiseren. Daar kwam het tot een breuk. Naar het oordeel van De Cock was dit niet noodzakelijk geweest. Maar conventikel-vroomheid kan niet anders, dan leven bij het oordeel van mensen over elkaar. In 1869 werd de breuk geheeld en kon zich 'het leven van de kerk gaan ontwikkelen.
De Afscheiding en de vroomheid! Wat is er sindsdien veel veranderd. Stond in háár vroomheid en in die van de Reformatie centraal de mens in zijn relatie tot God, waarbij God subject is, nú wordt de relatie tot de wereld centraal gesteld. Wij zoeken vrede. Maar niet dadelijk de vrede met God, die immers zó ver weg is. Wij zoeken vrede met de verre naaste. Met de nabije naaste. We zoeken een genadige naaste. En we zoeken een geloofwaardige lichamelijkheid. Het geloof moet handen en voeten krijgen, en gaat daar dan in op. De geschiedenis van de vroomheid en haar gestalten is verdergegaan. En wat de Afscheiding ons te zien gaf is voor velen een achterhaald stadium. Zó zal het nooit meer worden.
Wij menen echter, dat er in de vroomheid, zoals deze zich hier openbaarde iets onopgeefbaars is. Er zijn dingen, die niet terugkomen. De wereld is, wat haar vorm betreft veranderd.
Maar er zijn een paar dingen niet veranderd.
Het eerste is, dat wij de meest belangrijke zaak van heel het leven, die van onze verhouding tot God, niet kennen vanuit onze eigen ervaring, ál zou die ervaring werelddimensies aan kunnen nemen. In de allerdiepste diepten van onze ziel is God niet te vinden. Evenmin als in de allerverste verten van het heelal. God openbaart zich in zijn Zoon, in zijn Woord, door zijn Geest. En daarbij is sprake van verkiezing, d.w.z. van de meest absolute vorm van de meest absolute genade. God geeft! Dat is wezenlijk voor Hem. En men moet leren dat dit zo is. En men moet ook leren, dat het leren genade is. En dat er altijd een drievoudig aspect is. Het is dat van zonde. Van verzoening. Van vernieuwing. Of: dat van ellende, verlossing en dankbaarheid. Of dat van verlorenheid, geloof en wedergeboorte. Noem het zo u wilt, maar altijd zal het er zijn op de manier van de prediking. D.w.z. het wordt ons niet aangepraat. Maar het wordt ons verkondigd. En op die manier wordt het heil bemiddeld.
Onopgeefbaar is, dat dit een kwestie van experiëntia is - van beleving, van bevinding. Niet in de zin van een systeem dat het voor de Geest zelfs moeilijk maakt om er nog tussen te komen. Maar ervaring, die ons geschonken wordt tegen alle ervaringen in desnoods. Wanneer wij de ervaring zo breed cultureel en politiek opvatten als de moderne theologie wil, werken we met hersenschimmen, mogelijk op een elitaire manier. Als wij de ervaring verwaarlozen komt er de versmalling van moderne charismatische bewegingen. Authentieke, aan de Schrift toetsbare ervaring, gevoed uit de prediking is wat wij behoeven.
En dat alles in de kerk. Deze vroomheid heeft een kerk nodig, ofschoon het omgekeerde is even waar: onze kerken hebben deze vroomheid nodig. Maar voor vandaag houden we het, met het oog op de actualiteit op het eerste. Gereformeerde vroomheid - en dat wilde de Afscheiding - zijn verkommert in het conventikel. Wat afgescheiden, vrome mensen vandaag derhalve het eerst zullen doen is het zoeken van de opbouw, de eenheid ook van de kerk van Christus.
Dan kunnen er in het jaar 2000 mensen zijn die de Here oprecht vrezen.
Onze beste herdenking van de Afscheiding en haar vroomheid is derhalve gericht op de gemeente van Christus.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1985

De Wekker | 12 Pagina's

Afscheiding en Vroomheid (IV, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1985

De Wekker | 12 Pagina's