Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en werk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en werk

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het deputaatschap voor Kerk en Bedrijfsleven
Wanneer het deputaatschap voor Kerk en Bedrijfsleven slechts was ingesteld om zich in stille teruggetrokkenheid op een aantal vragen te bezinnen, en eens in de drie jaar de resultaten van die bezinning op de synodetafel te leggen, dan was alle tussentijdse publiciteit overbodig, en misschien zelfs verboden.
Maar we lezen in onze instructie woorden als „handreiking aan de kerken bij de uitvoering van hun pastorale en diaconale taak".
Het is bij de instelling van dit deputaatschap beslist niet de bedoeling van de Gen. Synode geweest die „handreiking" te beperken tot het driejaarlijkse synoderapport. Er stond ons een deputaatschap voor ogen, dat temidden van de kerken, in open uitwisseling met ambtsdragers en gemeenten, zich met de vragen rond de arbeid bezig zou houden.
Vandaar onze publikaties in de vorm van „Signalen", vandaar ook dit artikel, waarin we graag onze arbeid onder de aandacht van de leden van onze kerken willen brengen.
Ons deputaatschap is ingesteld door de Gen. Synode van Amersfoort in 1980. Dat betekent niet dat de bezinning op de vragen rond kerk en werk nog vóór haar eerste lustrum staat.
Al vanaf 1959 hadden deputaten ADMA zich in opdracht van de Gen. Synoden met allerlei zaken rond Kerk en Bedrijfsleven bezinnenderwijs bezig gehouden. Ze hadden daarvoor zelfs een aparte sectie in het leven geroepen, die de kerken in de loop der jaren heeft gediend met een aantal rapporten en brochures („Signalen").
Daarnaast deed zich de situatie voor dat deputaten voor de Evangelisatie al jaren het industriepastoraat van de kerk van Rozenburg subsidieerden, dat ontstaan was uit evangelisatiewerk in het Europoort-Botlek gebied. De industriepredikant van Rozenburg was wel toegevoegd als adviseur aan de sectie „Kerk en Bedrijfsleven" van ADMA, maar officieel droeg ADMA voor dit werk geen enkele verantwoordelijkheid.
Aan deze ietwat tweeslachtige situatie is een einde gekomen, doordat de GS van 1980 een apart deputaatschap voor „Kerk en Bedrijfsleven" instelde, waarin het werk van de vroegere sectie van ADMA èn de medeverantwoordelijkheid voor het industriepastoraat zijn ondergebracht. Zowel de subsidiëring als de begeleiding van het industriepastoraat Botlek geschiedt sinds 1980 dus door dit deputaatschap.

Opdracht
Om u een indruk te geven van de opdracht, die aan deputaten is verstrekt citeren we enkele artikelen uit onze instructie, zoals die door de GS werd vastgesteld:
Artikel 1
In onze tijd met zijn toenemende industrialisatie en de daarmee gepaard gaande veranderingen in denk- en leefwijze, behoort het tot de taak van de kerk haar leden ook met het oog hierop pastoraal en diaconaal te begeleiden.
Artikel 2
Voor de bezinning op de vragen rond de industrialisatie en de industriële maatschappij en voor handreiking aan de kerken bij de uitvoering van hun pastorale en diaconale taak in dezen benoemt de generale synode minstens vijf deputaten, van wie één ook ADMA-deputaat is en één ook Evangelisatie-deputaat.
Artikel 4
Deputaten hebben tot taak:
1) zich te bezinnen op de vragen en de consequenties van het kerk- en christen-zijn in een industriële samenleving;
2) de resultaten daarvan aan de kerken door te geven, opdat binnen de kerken aandacht gegeven wordt aan deze problematiek;
3) desgevraagd kerken te adviseren met betrekking tot de vragen rondom kerk en bedrijfsleven;
4) de kerken te vertegenwoordigen in kerkelijke en maatschappelijke organisaties, welke zich bezig houden met de vragen van kerk en bedrijfsleven;
5) het onderhouden van contacten met andere deputaatschappen binnen onze kerken (met name ADMA-deputaten en Evangelisatie-deputaten) betreffende die aspecten van het werk die ook die andere deputaatschappen raken;
6) het eventueel verlenen van financiële steun aan kerkeraden dan wel samenwerkende kerkeraden die een industrie-predikant willen beroepen en daarvoor zelf niet over voldoende middelen beschikken;
7) kerkeraden eventueel te stimuleren tot het beroepen en met raad en daad bij te staan inzake het beroepen en begeleiden van een industrie-predikant;
8) het begeleiden en adviseren van de industriepredikanten;
9) van hun werkzaamheden verslag uit te brengen aan de generale synode.

Werkzaamheden
Hoe wordt nu in de praktijk uitvoering gegeven aan deze opdracht? Wie beschikt over het door deputaten ADMA uitgegeven Diaconaal Handboek, vindt onder het codenummer DH 30.20 daarover het een en ander geschreven. Een deel daarvan willen we via dit artikel graag onder de aandacht van de „Wekker"-lezers brengen, een breder publiek dan alleen diakenen. Het zal u duidelijk zijn dat we het dan niet alleen over het werk van het deputaatschap van de laatste 4 jaar hebben maar óók over wat daarvóór al gebeurde in de sectie van het ADMA-deputaatschap.
Ten aanzien van de bezinning op de mens in zijn werksituatie is er door de kerk nog wel iets in te halen. In het verleden is wel eens te veel uit het oog verloren dat het in de dienst vanuit Christus in prediking, pastoraat en diaconaat gaat om héél de mens. De diakenen hebben dat nog het duidelijkst gezien! Maar het diakenambt stond juist toen wat in de schaduw van de andere ambten in de gemeente.
Hier komt nog bij dat de werksituatie voor velen grondig is gewijzigd, niet alleen door het werken in de industrie, maar ook door de „bedrijfsmatige" aanpak in andere sectoren. De industrie is koploper geweest in een maatschappelijke ontwikkeling. Het is dringend nodig dat we ons afvragen wat deze veranderingen in de werksituatie voor heel het mens-zijn èn het christen-zijn betekenen. We zouden hieraan kunnen toevoegen: wat ze voor' het kerk-zijn betekenen.
Aanvankelijk is in het spreken over kerk en bedrijfsleven nogal sterk de nadruk gelegd op de ambtelijke arbeid van de kerk t.b.v. de werkers in de industrie. Dat lijkt een beetje op een kerk als statische grootheid, die op bepaalde veranderingen reageert. Maar langzamerhand gaat het tot ons doordringen dat de kerk niet alleen lichaam van Christus is, maar dat zij ook een maatschappelijke grootheid is in een bepaalde tijd en een bepaalde situatie. We kunnen in de bezinning derhalve ook niet om de vraag heen: Hoe zijn we kerk in deze tijd? Anderzijds spreken we over kerk en bedrijfsleven, en dat wil ook al zeggen dat niet alleen de individuele arbeider in de industrie maar heel het industriële gebeuren voorwerp van bezinning dient te zijn. Het moet zelfs nog breder gesteld worden: Als de industrie de motor is van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen, dan zouden we het beter kunnen hebben over de industriële maatschappij, waarin we allen leven, ook de agrariërs en de middenstand bijvoorbeeld.
Genoeg om aan te duiden hoe groot het veld is, waarop de bezinning zich kan bewegen en ook inderdaad beweegt. In de praktijk hoeft nauwelijks naar stof voor bezinning gezocht te worden.
Vanuit de bezinning vindt ook de voorlichting aan de kerken plaats. Zo nu en dan worden door plaatselijke kerken adviezen gevraagd, bijvoorbeeld betreffende samenwerking in plaatselijke samenwerkingsverbanden. Hiernaast tracht het deputaatschap de bezinning in kerkeraden en diaconieën te stimuleren door het uitgeven van „Signalen", korte geschriftjes, waarin een bepaald onderwerp aan
de orde wordt gesteld. Er zijn sinds 1973 „Signalen" verschenen over „Werkloosheid", „Arbeid", „Vrije tijd", „Als christen omgaan met mensen en dingen", „Werken aan de kerk?" en „Jeugdwerkloosheid". Bepaalde „Signalen" zijn hier en daar intensief besproken, zodat soms zelfs een herdruk nodig was.
Zeer onlangs is een nieuw „Signaal" verschenen, getiteld „Kerk en crisis". Aan het ontstaan van deze brochure is een heel proces voorafgegaan, niet alleen van intensieve bezinning binnen het deputaatschap, maar ook van gesprekken „in het land". In een aantal gemeenten in industriegebieden, verspreid over het gehele land, zijn in 1983 vergaderingen belegd, waarop door deputaten en assistenten met gemeenteleden van gedachten werd gewisseld over vragen rond de (afnemende) welvaart. Deze gedachtenwisseling heeft mede de inhoud bepaald van „Kerk en crisis". Het „Signaal" zegt iets over de opbouw van de verzorgingsmaatschappij èn de crisis waarin zij is komen te verkeren. We vragen ons af: wat zegt de bijbel over welvaart en rijkdom, èn hoe reageert de christelijke gemeente op de crisis? De brochure wordt besloten met een aantal gespreksvragen. We hopen dat niet alleen in kerkeraden en diaconieën, maar ook in andere kringen en groepen in de gemeente van dit geschriftje gebruik gemaakt zal worden tot toerusting van de gemeente op dit punt.
In het voorjaar van 1984 werd aan alle predikanten van onze kerken een informatieset toegezonden met het oog op de biddag voor gewas en arbeid, bevattende o.a. een preekschets voor een kerkdienst op de biddag en een schets voor een katechisatieles over arbeid. De respons was van dien aard, dat we besloten hebben het komende voorjaar opnieuw een dergelijke handreiking te doen aan onze predikanten.
Deputaten onderhouden ook contacten met instanties buiten onze kerken, die zich op het terrein van kerk en bedrijfsleven bewegen. We maken deel uit van het Centraal Interkerkelijk Bureau voor het Bedrijfsleven (CIBB), een samenwerkingsorgaan van acht Protestantse kerken en de verschillende plaatselijke werkverbanden voor kerk en bedrijfsleven. Er vinden ook van tijd tot tijd gesprekken plaats met de Gereformeerde Taakgroep „Kerk en Bedrijfsleven", terwijl ook gezocht wordt naar een meer geregeld overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties.

Tenslotte
We willen dit artikel niet al te lang en daarmee wellicht onverteerbaar maken. Er is uiteraard veel méér te zeggen over de betrokkenheid van de kerk op het werk èn omgekeerd. Het lijkt ons beter met een bepaalde regelmaat iets onder uw aandacht te brengen.
Dit artikel hebben we geschreven om het geheel van ons werk onder de aandacht van de kerken te brengen, opdat er vrijmoedig van de diensten van ons deputaatschap gebruik gemaakt zou worden. De deputaten zijn weliswaar drukbezette mensen, maar we zijn zo gelukkig samen met deputaten ADMA en Hulpverlening te kunnen beschikken over een bureau (Bureau ADMA, Postbus 453, 3900 AL Veenendaal, tel.: 08385-2 28 27), waar de twee functionarissen van de 3 deputaatschappen, de heren J.M. van Delft en H.H. van Well en de secretaresse Ina Wubs beschikbaar zijn als u verdere informatie wilt ontvangen óf in uw gemeente iets wilt ondernemen op het gebied van „Kerk en werk".
Deputaten Kerk en Bedrijfsleven

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1985

De Wekker | 8 Pagina's

Kerk en werk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1985

De Wekker | 8 Pagina's