Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten, gehouden op 22 mei 1985 in een van de zalen van de kerk van Utrecht-C.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten, gehouden op 22 mei 1985 in een van de zalen van de kerk van Utrecht-C.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Namens de roepende kerk van Utrecht-C. opent ds. H. van Mulligen de synode op een christelijke wijze, waarbij hij vooral vanuit het gelezen Schriftgedeelte aandacht vraagt voor het apostolisch vermaan de Geest niet uit te doven. De lastbrieven worden in orde bevonden. Ds. G. Bilkes vervangt ds. R. van Beek, die door ziekte afwezig is. De synode kiest ds. Vlietstra als voorzitter, ds. Jonkman als scriba en ds. Velema als assessor.
Benoemd worden als adviseur ds. Van Mulligen, als verslaggever kerkelijke pers ds. Van Amstel en in de commissie voor het nazien van de boeken van de quaestor de brs. v.d. Herik en Vianen. Laatstgenoemden kunnen later berichten dat alles in orde wordt bevonden.
Na de vaststelling van de Acta van de vergadering van 23 mei 1984 komt ter sprake een instructie van de classis Amersfoort om art. 35 van de kerkorde aan te vullen met de woorden: „Zowel de praeses als de scriba dienen ambtsdrager te zijn . . . ". Er volgt een openhartige bespreking, waarbij vooral naar voren komt of het wel nodig is dit uitdrukkelijk in de kerkorde te vermelden, daar art. 35 er van uitgaat dat de scriba ambtsdrager is. Er is echter een praktijk ontstaan, die daarmee niet in overeenstemming is. De assessor stelt voor de woorden van de instructie als volgt te wijzigen: De classis Amersfoort stelt de PS van het Oosten voor de volgende instructie door te zenden naar de GS: De generale synode vulle art. 35 KO aan met deze woorden: „Zowel de praeses als de scriba dienen ambtsdrager te zijn." Tweederde van de synode blijkt bij stemming voor deze instructie te zijn, zodat deze is aangenomen. Daarmee is een appèl van de kerkeraad van Amersfoort op dit punt afgewezen.
Er zijn vanuit de drie classes van de particuliere synode meerdere appèlschrijvens binnengekomen, die een zeer uitvoerige bespreking zouden kunnen vergen. Het moderamen stelt voor en de synode neemt dit voorstel unaniem over om drie commissies te vormen, die voorbereidend werk zullen verrichten voor de voortgezette vergadering van de synode op 11 september a.s.
In de commissie die de zaken rond Amersfoort dient te beoordelen worden benoemd: ds. Biesma, voorzitter, de di. Jonkman en De Romph en de ouderlingen v.d. Herik, Versluis en De Vin.
Voor appèlzaken vanuit Utrecht worden aangewezen: ds. Velema, voorzitter, de di. Van Amstel en Hilbers en de ouderlingen Grevers, Huijzer en Wiltink.
Voor Apeldoorn: ds. Vlietstra, voorzitter, de di. Van Beek en Roos en de ouderlingen Bikker, Dikkeschei en Overeem.
Aan de orde komt het rapport van de Commissie pastoraat met betrekking tot homofiele gemeenteleden, samengesteld in opdracht van de vorige particuliere synode uit ds. J.W. Maris, voorzitter, ds. L.W. Bilkes, rapporteur en als leden ds. H. Biesma en ouderling H. Westendorp. In 1983 was er al een instructie van de classis Utrecht op de particuliere en vervolgens op de generale synode gekomen. De GS besloot de instructie van toen niet in behandeling te nemen en de PS van het Oosten deze zaak opnieuw in overweging te geven.
De benoemde commissie heeft in het afgelopen jaar grondig en goed werk verricht, waarover de synode haar dankbaarheid uitspreekt. Men heeft de Schriftgegevens die over dit onderwerp gaan bestudeerd, legt daarvan verantwoording af en geeft antwoord op de vraag wat deze gegevens inhouden. De bedoeling was om daarna conclusies te trekken voor de pastorale benadering van homofiele broeders en zusters of werkgroep. De synode van 1983 kwam nl. in aanraking met het verzoek hoe verantwoord leiding te geven, juist i.v.m. de activiteit van de werkgroep homofilie binnen de chr. geref. en ned. geref. kring. De door de synode benoemde commissie komt in haar rapport tenslotte met enkele gedachten ten dienste van het pastoraat, waarbij vooral aandacht in de bespreking krijgt wat onder 8.3 wordt geformuleerd: „Het Bijbelse 'nee' tegen de homoseksuele levenswijze houdt in: een dringend advies tot onthouding van homoseksuele praktijken." Hoezeer de synode instemt met deze gedachte, wordt van meerdere kanten toch gevraagd of het woord advies niet door een meer bijbels woord vervangen dient te worden. Overleg met de andere commissieleden is op dit moment niet mogelijk. Met grote dankbaarheid jegens de commissie wordt dit rapport met algemene stemmen aanvaard en wordt het volgende besluit genomen:
De Particuliere Synode van het Oosten der Chr. Geref. Kerken, in vergadering bijeen op 22 mei 1985,
constaterend
a. dat door het bestaan en de activiteit van de „werkgroep homofilie binnen Chr. Geref. en Ned. Geref. kring" onrust is ontstaan binnen het kerkelijk leven;
b. dat deze onrust in het bijzonder is ontstaan doordat genoemde werkgroep het recht op een homoseksuele levenswijze opeist;
c. dat daardoor reeds bestaande vragen inzake homofilie/ homoseksualiteit zijn toegenomen, met name als het gaat om de plaats van dergelijke leden in de gemeente én de pastorale bearbeiding van hen;
overtuigd
a. dat het ontstaan van deze werkgroep een nood aan het licht brengt waarover de kerk veelal te gemakkelijk heeft heengeleefd dan wel te oppervlakkig heeft geoordeeld;
b. dat Gods Woord de homoseksuele levenswijze afwijst;
c. dat het de roeping van de kerk is ook op dit terrein pastorale, dat is profetische en priesterlijke leiding te geven;
d. dat met betrekking tot deze pastorale taak nadere bezinning gewenst is;
gelet op
a. het verzoek van de Generale Synode 1983 deze reeds in een instructie aanhangig gemaakte materie opnieuw in overweging te nemen en de instructie beter te onderbouwen;
b. het rapport van de betreffende generaal-synodale commissie dat dit een zaak is van de kerken in het algemeen;
kennis genomen hebbend van
het rapport van haar commissie van onderzoek
van oordeel dat
a. het rapport van deze commissie op evenwichtige wijze spreekt over homofilie en homoseksualiteit én pastoraat met betrekking tot homofielen en homoseksuelen;
b. en dit rapport voldoet aan de door de Generale Synode bedoelde onderbouwing;
verzoekt de Generale Synode
a. dit rapport te beoordelen;
b. en te overwegen of dit rapport kan dienen als een handreiking voor kerkeraden en ambtsdragers;
c. en dan dit rapport aan elke kerkeraad te doen toekomen.
De vergadering besteedt vervolgens veel aandacht aan de rapporten, die door verschillende deputaatschappen jaarlijks worden uitgebracht. Bij elk van de deputaatschappen blijkt hoeveel moeite er is ontstaan o.a. door ziekte bij het Kerkelijk Bureau. Teruggang in de economie is te merken uit de bedragen die Kas Onderlinge Bijstand uitkeert. De beide aftredende deputaten worden herbenoemd. Bij het rapport van de Emeritikas worden vragen over besteding van gelden die de overheid ter beschikking zal stellen in het kader van de zogenaamde „afkoopregeling" naar tevredenheid beantwoord door br. Den Hertog. Hij wordt herbenoemd, terwijl ds. Van Vuuren de plaats van ds. A. Bijkerk in zal nemen.
Uiteraard krijgt het rapport van het Curatorium uitgebreide aandacht, zij het dat het grootste gedeelte geschiedt in comité. De aftredende curatoren worden via een stemming herbenoemd.
Zeer uitvoerig wordt ingegaan op het rapport van de zending. Op vragen vanuit de vergadering gaat ds. Van Heest grondig in. Financieel ziet het er niet zo rooskleurig uit. Vandaar dat acties zullen worden gevoerd. De folder voor de pinkstercollecte was daar één van. Er is een nieuwe commissie benoemd die met voorstellen komt voor voorlichting, werkwijze zendingshuis, propaganda en werkverdeling deputaten. Al te zeer wordt een propagandist, die zich helemaal kan inzetten, gemist. Er wordt een minimaal bedrag (slechts 10%, andere organisaties soms 25%) aan verwervingskosten besteed, terwijl er hard wordt gewerkt. Helaas blijkt dat UKK meer dan eens met bandje er nog om heen bij oud papier terecht komt! Het is niet te zeggen dat nu een visum aan br. Slagboom geweigerd is nooit meer iemand naar Indonesië zal worden uitgezonden. Er zijn meer factoren die een rol spelen in zo'n geval. Met hen die voor de medische dienst worden uitgezonden, ook al zijn deze lid van een andere kerk, wordt een persoonlijk gesprek gevoerd. Het is nog niet zo eenvoudig de secretaris, ds. Draijer, te vervangen, maar men is doende om voorziening te vinden. I.p.v. ds. Eerland wordt ds. L.W. Bilkes als deputaat benoemd, terwijl zijn secundus herbenoemd wordt.
Ruime aandacht wordt ook besteed aan het rapport van evangelisatie-deputaten. Met name wordt gesproken over het werk in België en dat vanuit Ridderkerk. De vraag wordt gesteld: wie helpt de evangelisten uit de nood? Deputaten zoeken naar een zekere kerkordelijke positie en zijn buitengewoon voorzichtig met de aanstelling van hen, daar het vaak vast zit op het punt van de financiën. Ds. Jonkman die uitvoerig op de vragen ingaat (ook in het comité-gedeelte) wordt opnieuw benoemd, evenals zijn secundus.
Dankbaarheid is er dat door deputaten steunverlening aan kerken in de polders rond het IJsselmeer kan worden bericht dat de verhouding met de kerk van Harderwijk ten goede is gekeerd en het werk in Zeewolde vanuit deze kerk goed loopt. De vragen aan Israël-deputaten (zij hadden een eerdere plaats op de agenda van de vergadering verdiend vanwege het eerst de Jood en dan de Griek!) cirkelen rond de uitzending van kand. Van der Vegt en het karakter van het Seminar in Jeruzalem. Het blijkt dat deputaten nauwer contact zoeken met het comité-Israël vanuit de gereformeerde bond. Ds. Biesma, die openhartig op de vragen ingaat, wordt opnieuw benoemd. Zijn secundus zal i.p.v. ds. Leendertse ds. Quist worden. In de vacature Kruis wordt benoemd zijn vervanger ds. Rietveld, die eventueel vervangen wordt door ds. Klomp.
Het rapport kerkbouw aangelegenheden roept geen vragen op. I.p.v. br. Verhoef wordt benoemd br. Vree te Veenendaal. Zijn secundus wordt herbenoemd.
Het zeer uitvoerige rapport van deputaten naar art. 49 wordt in comité besproken. Ds. Van Amstel en zijn secundus ds. Van Vuuren worden herbenoemd. I.p.v. ds. Leendertse wordt ds. Van der Groep als secundus van ds. Roos aangewezen.
De volgende vergadering zal op 16 april 1986 worden gehouden te Harderwijk. Als roepende kerk zal fungeren Harderwijk.
Met dankbaarheid kan deze broederlijke vergadering voorlopig worden besloten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1985

De Wekker | 8 Pagina's

Verslag van de vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten, gehouden op 22 mei 1985 in een van de zalen van de kerk van Utrecht-C.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1985

De Wekker | 8 Pagina's