Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de voortgezette vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten op 25 september 1985 te Utrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de voortgezette vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten op 25 september 1985 te Utrecht

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De voorzitter, ds. Vlietstra, opent de vergadering, laat zingen ps. 46:1 en 2, gaat voor in de gebeden en leest vervolgens Marcus 4:35-41, vanwaaruit de vergadering wordt gewezen om temidden van de storm, waarin wij het niet redden, gelovig werkzaam te zijn in het zien op Christus, Die alle macht heeft en Zijn kerk in stand houdt.
Enkele afgevaardigden blijken door hun secundi vervangen te zijn of te worden. Aangezien drie vertrouwelijke rapporten op tafel liggen, gaat de vergadering in comité. De pers kan na de vergadering contact opnemen met het moderamen.
Ten aanzien van appèlschrijvens van de kerkeraden van Amersfoort en Veenendaal-Bethel, wordt na brede en broederlijke bespreking het volgende besloten:
De P.S. van het Oosten, vergaderd op woensdag 25 sept. 1985 te Utrecht
kennis genomen hebbende
van het rapport van commissie I met betrekking tot de appèls van de kerken van Amersfoort en Veenendaal-Bethel ten aanzien van de besluiten van de classis Amersfoort d.d. 29 januari en 10 april 1985;
constaterende
1. dat de commissie unaniem bezorgd is over de geponeerde meningen t.a.v. abortus-provocatus;
2. dat deze commissie verdeeld is over de procedurele gang van zaken;
3. dat de P.S. ten gevolge hiervan, blijkens de bespreking, moeilijk tot een verantwoorde beslissing kan komen;
van oordeel
1. dat uit liefde tot God, Zijn Woord en Kerk gestreefd dient te worden naar een zo duidelijk mogelijke en verantwoorde beslissing;
2. dat aan de desbetreffende materie verschillende aspecten zitten, die nog niet ten volle konden worden doorgesproken;
besluit
1. een commissie te benoemen, die tot taak heeft de hermeneutische en confessioneel-ethische vragen te bestuderen in een breder kader dan tot dusver kon geschieden;
2. de classis Amersfoort te verzoeken haar besluiten op te schorten;
3. de classis Amersfoort op te dragen de kerkeraden van Amersfoort en Veenendaal-Bethel te verzoeken hun appèls op te schorten;
en spreekt uit
na kennisname van dit rapport in een voortgezette vergadering een beslissing te nemen inzake de voornoemde appèls.
In deze commissie worden benoemd; ds. J. van Amstel, drs. P.H. Bikker, oud. H. van den Herik, drs. J.W. Maris en drs. H.J. Zemel. Adviseur: prof. dr. W.H. Velema. Deze voortgezette vergadering zal gehouden worden op 15 januari 1986.
Commissie I stelt voor om het appèl van ds. Harder tegen het besluit van de classis Amersfoort op 10 april 1985 om hem niet te benoemen tot kerkvisitator, met de toelichting van het moderamen ad hoc om welke redenen dit geschiedde, niet toe te wijzen. De synode besluit aldus.
Ten aanzien van het bezwaarschrift van de kerkeraad van Amersfoort tegen het besluit van de classis Amersfoort op 3 oktober 1984 inzake het appèl van br. Prins betreffende het zingen van de 120 gezangen, besluit de synode op voorstel van bovengenoemde commissie:
1. dat het bezwaar van de afgevaardigden van Amersfoort tegen de behandeling van het appèlschrijven van br. Prins d.d. 11 -9-84 op de classisvergadering van 3-10-84 mede stoelt op onduidelijkheid inzake de verhouding van het principebesluit van de kerkeraad van Amersfoort tot de uitvoering van het besluit;
2. dat het bevreemdend is, dat br. Prins niet eerder bezwaar gemaakt heeft tegen het zingen van gezangen in de zogenaamde bijzondere diensten ondanks het feit „dat deze praktijk al jaren in Amersfoort bestaat";
3. dat het medeverantwoordelijk zijn als ambtsdrager voor bepaalde besluiten van de kerkeraad zwaarder weegt dan wanneer men geen ambtsdrager is;
4. dat de kerkeraad van Amersfoort in gebreke is gebleven aan te tonen, welke de mogelijke andere argumenten waren voor het besluit van 6 maart 1984;
5. dat de classis overigens terecht heeft uitgesproken, dat „gewetensnood nimmer een reden mag zijn om de besluiten van een Generale Synode te negeren en beslissingen te nemen, die daarmee in strijd zijn ";
6. dat de classis ondanks toekenning van het appèl geen recht gedaan heeft aan de appellant door het appèlschrijven niet in alle onderdelen te bespreken, hetgeen op zijn minst onzorgvuldig genoemd kan worden.
De synode spreekt uit dat het in behandeling nemen van het appèlschrijven van br. Prins d.d. 11-9-84 door de classis Amersfoort terecht is geweest en besluit het appèlschrijven van de kerkeraad van Amersfoort d.d. 31-10-84 niet toe te wijzen.
Commissie II kwam met een rapport over een appèlschrijven van de kerk van Nieuwegein tegen de uitspraak van de classis Utrecht van 18 april 1985 om het preekverbod voor drs. Rietkerk (Ned. geref. predikant) binnen de classis te handhaven. Dit bezwaarschrift werd voor onontvankelijk verklaard, daar de classis deze zaak nog in genen dele heeft afgerond.
Dezelfde commissie rapporteerde eveneens over een appèlschrijven van de kerk van Utrecht-Centrum tegen het besluit van de classis Utrecht van 13 september 1984, waarbij drs. Kruis als dienaar des Woords binnen onze kerken is afgezet. Dit appèl wordt grotendeels toegewezen, waarbij de synode de classis verzoekt de gronden voor de afzetting nauwkeuriger te formuleren en daarna beter mede te delen aan de kerken. Tevens dringt de synode er bij de classis op aan alles te doen om de verstoorde verhoudingen in 's-Hertogenbosch te (helpen) herstellen, overeenkomstig de roeping die een ieder heeft.
Na deze besluiten wordt het rapport van Deputaten naar art. 39 KO, dat de vorige vergadering reeds passeerde, goedgekeurd.
Het voorstel van de commissie III t.a.v. een appèlschrijven van een zuster uit de classis Apeldoorn wordt door de synode overgenomen, nl. om de uitspraak van de classis te aanvaarden en dus het appèl af te wijzen en voorts een kerkeraad te adviseren alleen in „bijzondere gevallen" de catechese op te dragen aan personen die geen ambtsdrager zijn.
Wat betreft het verzoek van de classis Apeldoorn het besluit van de P.S. van het Oosten 1984 inzake het verzoek van de kerk van Arnhem tot „nauwere samenleving" van deze kerk met de Ned. geref. ter plaatse, te herzien, besluit de synode op grond van het rapport van commissie III dit appèl grotendeels af te wijzen vanwege onduidelijke en onvoldoende beantwoording van een aantal vragen.
De commissies worden hartelijk bedankt voor het vele werk, dat is verricht. Nadat ds. Velema een gedeelte van Efeze 4 heeft gelezen, we met elkaar ps. 106:3 hebben gezongen, gaat de assessor voor in voorbede en dankzegging.

J. van Amstel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1985

De Wekker | 8 Pagina's

Verslag van de voortgezette vergadering van de Particuliere Synode van het Oosten op 25 september 1985 te Utrecht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1985

De Wekker | 8 Pagina's