Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De koers van onze kerken (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De koers van onze kerken (IV)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is gereformeerd
Van tijd tot tijd komt de vraag aan de orde wat gereformeerd is. We zagen een vorige keer, dat we in ieder geval drie factoren hebben te noemen, wanneer we de vraag willen beantwoorden.
De eerste is die van de Geest. Het werk van de Geest, de toeëigening van het heil behoort er wezenlijk bij. Het tweede is de belijdenis van de kerk. Meer dan Luther heeft Calvijn daarop de nadruk gelegd. De kerk als schepping van de Geest. En de derde factor is die van de Schrift als het Woord van God.
We gaan nu niet verder op deze dingen in, maar stellen eenvoudig vast dat het om deze drie punten gaat. Zij vormen datgene wat voor de gereformeerde traditie wezenlijk is. Zij hebben een blijvende, actuele betekenis. Wanneer we op dit terrein verliezen, verliezen we aan inhoud en gehalte.
Ik weet dat sommigen er een hekel aan hebben om altijd weer geconfronteerd te worden met de gereformeerde traditie. Maar we zullen onze ogen goed open moeten hebben. Om deze dingen gaat het vandaag in onze kerken.

Het gereformeerd belijden onder druk
Deze kernpunten van het gereformeerd belijden staan onder grote druk. In theologisch opzicht zijn het de bovengenoemde drie kwesties die centraal staan.
Het belijden van de Geest is aan de orde. De charismatische beweging heeft ons er weer aan herinnerd, dat we de Geest niet mogen vergeten. Maar ook de theologische ontwikkeling ná-Barth kent een sterke heroriëntering op het leerstuk van de Geest. Men kan daar blij mee zijn. Maar er doen zich ontwikkelingen voor die me nog al bedenkelijk voorkomen. En deze theologie werkt op de een of andere manier door. Het tweede kernpunt staat eveneens onder grote druk. Ik bedoel het belijden omtrent de kerk. Een aangeboren onverschilligheid ten aanzien van de kerk is velen eigen. Ze zijn er nooit van verlost. En ze zijn permanent bezig om de vragen van de kerk te relativeren. Onze belijdenis spreekt echter uit, dat men de kerkelijke structuur niet mag losmaken van de ware religie. Weinig hebben we daarover nagedacht, we rommelen met de kerk maar wat aan. En dat is onbijbels, het is daarom ook ongereformeerd. Daar komt bij, dat het kerkelijke vraagstuk zo verward is, dat men er geen lijn meer in kan ontdekken. Alles loopt hier door elkaar. Wie zich ten aanzien van de kerk laconiek kan opstellen heeft het niet zo moeilijk vandaag. Maar wie er ernst mee probeert te maken begrijpt iets van wat men „lijden aan de kerk" noemt. Het derde punt was, zoals we zagen: de Schrift. De tijden, waarin men over de Schrift praatte, waren nooit de beste tijden. Beter waren die momenten uit de geschiedenis, waarin men ongereflecteerd leefde uit de Schrift. Dat lijkt voorbij. We praten over de bijbel, over de inspiraties, over de historische kritiek en ik weet niet wat meer, en we leven weinig nog uit het feit dat het God behaagt om door de Schrift te werken. Het schriftbeginsel ligt op de bodem van alle vragen, zoals op de kwesties die hier gesteld worden ook alle nadruk ligt vandaag. Men kan constateren, dat juist op dié punten, waarin het gereformeerd belijden zich in haar eigenaardig karakter openbaart, de zaken het meest onder spanning staan. En men tracht een oplossing te vinden.

Bevindelijk-gereformeerd?
Biedt het „bevindelijk-gereformeerde" hier een werkelijk uitzicht? Men weet, wat onder de term wordt verstaan. Niet lang geleden bespraken we deze term in deze kolommen. Zij heeft veel aantrekkelijks, maar de term is innerlijk tegenstrijdig. Gereformeerd ís bevindelijk. De ervaring, de experientia behoort zo wezenlijk bij het gereformeerd belijden, dat men het er niet van kan losmaken. Maar zodra men het in een vaandel schrijft, blijken opeens andere zaken karakteristiek te zijn voor dit gereformeerde. Zaken die ik uiterlijk noem, en veelal van secundaire betekenis. Men weet dit ook, omdat men wel toegeeft, dat men met zulke zaken niet werkelijk kan léven. En ook niet werkelijk kan sterven.
Bevinding máákt men niet. Men objectiveert haar ook niet. En men vervangt haar zéker niet, wanneer ze gemist wordt, door zulke uiterlijke kenmerken, als hier in de regel worden genoemd. Ik wilde, dat onze kerken meer bevindelijk waren.
Ik zou wensen, dat onder hen, die op deze wijze over bevinding spreken, meer oprecht, bevindelijk leven gevonden werd, zodat de werkelijke armoede aan bevinding niet gecompenseerd zou behoeven te worden door zaken, waarmee men in de eeuwigheid niet voor Gód kan verschijnen. O, hoe oppervlakkig wordt er over de dingen gesproken. En hoe goedkoop maakt men het, wanneer men alleen door het gebruik van geijkte termen, zonder waarachtig léven, een „bevindelijke" indruk wil maken. Diep in het hart moet men wéten, dat de Heilige Geest daar wel door heen ziet. Wat moet er een armoede aan wérkelijk leven met de HERE zijn, dat zo gecamoufleerd wordt door wat zwaarheid! De Geest vraagt naar waarheid en Hij werkt die ook. Het staat te vrezen, dat men wegvlucht achter een verobjectiveerde „bevindelijkheid", die van het beven voor Gods Woord geen weet heeft, en die daarom gepaard kan gaan met een verregaande liefdeloosheid, hardheid van oordeel over anderen. De innerlijke tweespalt, die hier aan de dag treedt is moeilijk te omschrijven. Zij wordt weggenomen, wanneer de HERE het hart samenvoegt en neigt tot de vrees van Zijn naam.
Ik bemerk, dat het onderwerp een bredere behandeling vereist dan ik nu kan geven.
En ik bedoelde dus slechts te zeggen, dat wij met een teruggrijpen op een versteende bevindelijkheid geen stap verder komen.

Evangelisch-gereformeerd?
Een ándere benadering treffen we aan bij hen, die bereid zijn het gereformeerde in te ruilen voor het „evangelische". Er zijn zeker raakvlakken tussen het belijden zoals dit in de gereformeerde traditie gestalte kreeg en datgene wat zich vooral in de Engelstalige wereld aan evangelische inspiratie ontwikkelde.
Een kenmerk ervan is het vrije, althans zoals het zich in vele opzichten voordoet: vrij in de vorm, vrij in het optreden, vrij in de presentatie. Was dit het enige kenmerk slechts. Er is veelal ook sprake van een vrijheid ten opzichte van zeer belangrijke punten van de belijdenis. Hoe staat het met de vrije wil? Hoe staat het met de vrije kerkvorm? Met de ambten, met de structuur van de gemeente? Met het verbond? Met de doop? Met de wedergeboorte en dergelijke zeer belangrijke zaken?
Het evangelisch-gereformeerde heeft bij velen van ons een goede ontvangst, omdat er iets warms in zit. Het boeit de jeugd. Het doet op een verrassende wijze iets zien van wat geloof en overtuiging vermag. Maar het biedt in de crisis van het gereformeerd belijden geen oplossing, omdat het op de meest aangelegen punten van dit belijden verstek laat gaan. En daarom geldt ook hier: ogen open! Let op uw zaak!

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1985

De Wekker | 8 Pagina's

De koers van onze kerken (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1985

De Wekker | 8 Pagina's