Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrijheid en de wet van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrijheid en de wet van Christus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zò zult gij de wet van Christus vervullen. Galaten 6:2.

Vrijheid moet je aankunnen. Gaan door een nieuw land, waar geen vaste paden zijn. Je dagelijkse leven invullen zonder al te vaste, duidelijke punten. Dat is een uitdaging. Niet iedereen houdt daarvan. We voelen ons pas goed als we weten waar we aan toe zijn. Als iedereen duidelijk doet, wat hij moet doen. Bij vrijheid denk ik ook aan onzekerheid. Het knipperen van de ogen van een gevangene, die, net losgelaten, met zijn koffer op straat staat.
Wat moet hij zo gauw? Want gij zijt geroepen om vrij te zijn, broeders, zegt Paulus tegen de Galaten. Houdt dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen. De Galaten werden blijkbaar zo onzeker door het evangelie van de bevrijding door Christus, dat ze heel snel naar een vastigheid op zoek gingen. Van de vrijheid kregen ze ruimtevrees. Ze zochten en vonden snel iets waar ze zich vertrouwd bij konden voelen.
Gedienstige lieden hielpen hen daarbij en leidden hen in het diensthuis van de wet van Mozes. Die wet was voor hen als heiden-christenen nieuw en ze leek vastigheid te bieden van de wieg tot het graf. Christelijk geloof stopt echter niet bij het graf, maar gaat verder. Wij immers verwachten door de Geest uit het geloof de gerechtigheid, waarop wij hopen. De Galaten volgden het spoor terug, het spoor van de Geest naar de toekomst doet het eeuwig leven oogsten (6:8).
Maar ja, een mens wil ten slotte zekerheid. Vrijheid is nog geen zekerheid. Zo dachten de Galaten. En wij? Als ik mij niet vergis, bestaat er in onze tijd opnieuw een hang naar zekerheid en duidelijkheid en bepaaldheid. We hebben er een beetje genoeg van te ademen in de ijle lucht van de vrijheid in de kerk. Het wordt te onbepaald. Je kunt het christelijk geloof niet meer als christelijk herkennen. In dat zoeken naar duidelijkheid noem ik de uitersten. Enerzijds een krachtig oplevend conservatisme, zodat er vandaag reclame gemaakt wordt voor de berijming van Datheen, die ook opnieuw ingevoerd wordt in een kerkelijke vergadering in ons land; anderzijds kerkelijke sympathie voor bevrijdingsbewegingen in allerlei landen, die, wanneer die bevrijdingsbewegingen hun doel bereiken, een regiem instellen waar het woord dictatuur te zwak voor is.
Zo worden we gedwongen om te vragen wat Paulus bedoelt met het woord vrijheid.
Naar het woord vrijheid moeten we bij Paulus niet luisteren met de oren van de humanist of de moderne mens. Immers, die denkt bij vrijheid puur aan zelfbepaling en zelfbeschikking. Ik doe, wat ik wil. En geen sterveling houdt me daarvan af. Dan verkeren we in de ijle lucht, waarin een mens echt in zijn vrijheid stikt en omkomt.
Vrijheid is door Christus verworven vrijheid. Hij heeft bevrijd en in Hém is en blijft de garantie van de vrijheid. Nooit is dat los van Hem.
Voordat de vrijheid er is, is er de slavernij. Het juk van de wet. De wet op zichzelf is heilig en goed. Door wat ik ermee doe, wordt de wet een slavendrijver, die het slechtste bij mij bovenhaalt en eindeloos knevelt. Dat is niet de schuld van de wet. Maar de schuld van de mens.
Niemand kan daarbij helpen. Alleen Christus heeft ons de vrijheid gegeven. Aan de eis van de wet heeft Hij voldaan in volkomen gehoorzaamheid, de vloek der wet en de toorn van God heeft Hij volkomen gedragen. Wij zijn vrij van de slavernij der zonde. Maar wat dan? Daar moet wat op volgen.
Er is nog tijd, die rest in het vlees. Wie gelooft in Christus, verdwijnt niet van de aarde. Hoe moet de vrijheid geleefd worden?
Het blijkt, dat de nieuwe vrijheid, waarin de christenmens is komen te staan, het doelwit is van de Geest en van het vlees.
Als het vlees zich meester maakt van de vrijheid van de christen gaat het mis. De mens wordt weer aan het werk gezet en de erfenis komt in gevaar.
Paulus noemt een hele lijst van verschrikkelijke zonden, die werken van het vlees genoemd worden. Vlees, dat zijn wijzelf, zoals we zijn, verkocht onder de zonde. Christus heeft ons verlost, maar wie Jezus Christus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerlijkheden gekruisigd.
De dood van het vlees is het leven van de Geest.
De nieuwe vrijheid van de christenmens, door Christus verworven, is het werkterrein van de Geest.
Waar de Geest werkt, groeien vruchten. Dat is een schitterende uitdrukking. Werken van het vlees, daar werkt een mens zich letterlijk dood. Waar de Geest werkt, groeien vruchten. Dat is genade, geschenk. En je bent er zelf helemaal bij betrokken. Het komt allemaal van de Geest en toch is het bewust in je eigen leven. Er is geheiligde verantwoordelijkheid. Geleid door de Geest moet u wel zelf het leven invullen.
De lijst van zonden bestaat uit concreet aangewezen misdaden. De vruchten van de Geest geven slechts gezindheden, deugden aan, die bewezen moeten worden in concrete situaties. Goedheid, voor wie in uw situatie? Trouw, aan wie in uw situatie? Niets is voorgekookt en geprogrammeerd. De lijnen zijn uitgezet, maar het leven met Christus is niet geprogrammeerd.
Zo zult gij de wet van Christus vervullen. De apostel Jacobus zal dat later de wet van de vrijheid noemen.
Paulus noemt hier de wet van Christus als tegenstelling tot de wet van Mozes. Daaruit blijkt, dat Paulus' moeite niet zit in het gebruik van het woord „wet", zijn moeite is, dat door een wet men zich de vrijheid van Christus moet laten ontnemen. De wet van Christus wordt vervuld door het verdragen van elkanders moeilijkheden. De bedoeling is, dat men de lasten van een ander zichzelf aantrekt. En helpt in liefde en zachtmoedigheid. Dus ook terecht helpt, als de ander uitglijdt. Verboden is een hard oordeel, ge mocht zelf eens in verzoeking komen (6:1). Bedoeld wordt zeker niet tolerantie tegenover alles en iedereen. Verdragen is geen verdraagzaamheid, het is de moeite van de ander je aantrekken en terechthelpen.
Verlangt u met mij naar deze vrucht van de Geest in de kerk vandaag?
De Here belooft het hier. Laten we op die belofte pleiten.
De door Christus verworven en genormeerde vrijheid is het grote goed van een christen. Ze maakt niet onzeker, ze is wel creatief (6:15). We laten die vrijheid door niemand afpakken, noch rechts, noch links. Maar de christelijke vrijheid moeten we wel aankunnen. Alleen door de Geest.

Starreveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1985

De Wekker | 8 Pagina's

Vrijheid en de wet van Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1985

De Wekker | 8 Pagina's