Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indrukken van de voortgezette predikantenvergadering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken van de voortgezette predikantenvergadering

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 22 mei j.l. werd in de aula van de theologische hogeschool een vergadering gehouden waartoe de predikanten waren uitgenodigd. Zulks was afgesproken in Ermelo op de voorjaarsbijeenkomst. Daar was een onderwerp besproken, waarover men breedvoerig heeft kunnen lezen in De Wekker. In de discussie kwam daarbij het gesprek op zaken die in verschillende brochures aan de orde waren gesteld en wat was beter, dan die materie nog eens afzonderlijk te bespreken. We mogen het bestuur van de predikantenvereniging dankbaar zijn, dat zij het initiatief voor een voortgezet gesprek heeft genomen, waaraan blijkens de opkomst ook wel behoefte was. Er waren ruim tachtig ambtsbroeders tegenwoordig. Ze hebben met elkaar gegeten en gesproken en niemand heeft, dunkt me, spijt gehad, dat hij naar Apeldoorn is gekomen. We geven hier niet een uitvoerig verslag van de bijeenkomst, maar een impressie zoals deze overbleef. En deze is zeer positief. Er was bereidheid om naar elkaar te luisteren. En daarmee is al heel wat gezegd.
Ik weet, dat er voor sommigen daarmee te veel gezegd is. Zij schijnen het stadium van het luisteren naar elkaar en het spreken met elkaar gepasseerd te zijn. Ze gaan uit van de leus: geen woorden maar daden! En in zekere zin hebben de broeders gelijk, indien zij tenminste bedoelen, dat het bij fraaie woorden niet mag blijven in de kerk. Woord en daad horen bijeen. Maar men kan daaraan slechts gestalte geven in een gesprek. Dat heeft tijden lang niet dan op een verkeerde manier plaatsgevonden: over elkaar, in plaats van met elkaar. Een gesprek vindt plaats van aangezicht tot aangezicht. Men moet elkaar daarbij zien en de reacties af kunnen lezen, zodat men tot correctie in staat is, wanneer het nodig mocht zijn. Welnu, die weg heeft men gevonden, en daarover verheugen we ons zeer. De voorzitter, prof. Versteeg, attendeerde in zijn openingswoord op de eenheid én op de waarheid, die samengaan in de Schrift, wanneer zij spreekt over de liefde.
Bij wijze van introductie op de bespreking kregen drie broeders de gelegenheid om hun gedachten te geven over de onder ons levende vragen. Ds. B. de Graaf was de eerste, die een toelichting gaf op het verschijnen van een brochure uit de z.g. Calvijnkring in verband met de prediking. Hij vertelde hoe men ertoe was gekomen om deze zaak aan de orde te stellen: geen kritiek op ambtsbroeders bewoog daartoe, maar het feit dat er van een verschraling in de prediking sprake was. Hij gaf ook zijn oordeel over enkele punten uit de brochure van de z.g. Amersfoortse groep, die daarna zelf aan het woord kwam bij monde van ds. Steenbergen. Deze lichtte enkele gedachten toe, die van betekenis waren voor het verstaan van de brochure: „Verder in vertrouwen". Op zijn beurt had hij een paar vragen over de eerste brochure en over die van ds. J.H. Velema's brochure over de „verrechtsing" in onze kerken. Ook ds. Velema kreeg tien minuten om zijn bedoeling met zijn brochure toe te lichten en zijn bedenkingen tegen de beide andere brochures kenbaar te maken.
Men kan zich voorstellen dat er na deze korte uiteenzettingen heel wat vragen op tafel lagen. In zeven of acht groepen zijn deze daarna indringend in kleinere kring met elkaar besproken. Het voordeel van een kleinere groepsbespreking is, dat deze groepen zeer willekeurig zijn samengesteld. Men komt in een groep, omdat men een bepaald nummer heeft geroepen. En dan moet men maar afwachten wie hetzelfde nummer hebben. Dat geeft verrassende resultaten. De besprekingen in deze groepen waren levendig, zakelijk, broederlijk en effectief.
Dit laatste bleek uit de plenaire bespreking, die 's middags na de maaltijd plaats had. Er vond een rapportage plaats vanuit de groepen, waarbij ook anderen dan alleen de woordvoerders zich in de discussie konden mengen.
Ik volsta nu met het noemen van enkele thema's, die in de discussie er uit sprongen. Een heel belangrijk thema was dat van de prediking. Merkwaardig was de overeenstemming en de visie er op. Men vraagt zich af, waar dan toch de verschillen schuilen. Komen ze wel boven water? Of spreken we over zaken, die langs elkaar heenschuiven? In ieder geval is met de prediking - de doctrina, want dat is zij naar reformatorische opvatting - een zaak aangeroerd die het leven, het voortbestaan van de kerk raakt. We raken er daarom ook nooit over uitgesproken.
Een heel belangrijk thema was dat van de binding aan de belijdenis. In de brochure van de Amersfoortse groep was daarover gesproken op een manier die nog al wat vragen opriep. Hoe nuttig bleek hier het gesprek. De uitdrukking: „venster op de Schrift", bleek niet duidelijk genoeg. De ruiten kunnen ook wel eens beslagen zijn. Daarom kwam men overeen, om deze term te laten vallen voor een andere, die aller instemming had: de belijdenis is voor ons samenvatting van én heenwijzing naar de Schrift. Twee elementen komen zodoende klaar tot uitdrukking, dat de belijdenis inderdaad een betrouwbaar summarium van de Schrift is. Maar tegelijk, dat zij nooit de Schrift mag vervangen als het levende en krachtige Woord van God. Confessionalisme is niet te verdedigen, maar confessioneel indifferentisme evenmin. Daarom: samenvatting én heenwijzing. Hoe goed is het, als broeders ook tezamen spreken!
Een derde complex van vragen was gelegen in de functie en betekenis van de wet van God. Niet zozeer omdat men verschilde van gedachten inzake de wet als tuchtmeester tot Christus, of als kenbron van de ellende, en ook niet zozeer omdat men niet zou overeenstemmen over de plaats van de wet in het leven der dankbaarheid. Maar het ging vooral over de vraag naar de geldigheid van Gods gebod in heel het leven, ook in het openbare leven buiten de kerk.
Die vragen zijn aangeroerd. Maar ze zijn niet diepgaand en definitief met elkaar besproken. Ze zijn zelfs nog nauwelijks juist geformuleerd naar mijn gedachte. Immers de kwestie is hoe men aankijkt tegen de secularisatie, hoe men de samenleving in een post-christelijke tijd waardeert. Ook hier was er overeenstemming in de geldigheid van Gods gebod voor allen. Men kon citeren uit de Amersfoortse brochure, waaruit bleek dat die geldigheid werd geponeerd. Maar de vraag bleef: hoe functioneert dit géldige en geldende gebod van God. De situatie noopt er wel toe, om in dit stuk van zaken verder te denken. We horen immers in rapporten van de synode van de Gereformeerde Kerken, dat de geldigheid van Gods gebod moet wijken voor een algemeen liefdegebod. Dan verdwijnt de wet. En de liefde houdt het dan ook niet lang uit. Dit gebod geef Ik u . . .
Maar toen was de tijd om. En moest een ieder weer naar huis. Hier ligt stof voor een verdergaand gesprek: in onderling vertrouwen, om nóch naar rechts, nóch naar links af te dwalen, en om samen meer en meer te leren, hoe we vandaag moeten preken.
Een goed vervolg, deze vergadering van broeders van hetzelfde huis. Het vraagt om herhaling.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

De Wekker | 8 Pagina's

Indrukken van de voortgezette predikantenvergadering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

De Wekker | 8 Pagina's