Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed om bevestiging van ons werk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed om bevestiging van ons werk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„het werk onzer handen, bevestig dat". Psalm 90:17b.

Bovenstaand woord vormt het slot van Psalm 90. We kennen deze psalm als het lied waarin de betrekkelijkheid en de vergankelijkheid van het mensenleven, onder het gericht dat God vanwege onze zonden over ons doet gaan, op aangrijpende wijze wordt beleden. Toch is Psalm 90 beslist niet alleen een stervenspsalm, maar ook een levenspsalm, waarin we gewezen worden op datgene wat ons leven ondanks het sterven, ja dwars door het sterven heen, toch echt voluit leven doet zijn.
Ondanks de droeve klachten die er in doorklinken eindigt deze psalm niet in een donkere, sombere uitzichtloosheid, maar in een ontroerend smeekgebed. Voor alles wordt daarbij gesmeekt om de voortgang en de openbaring van Gods werk: „Laat Uw werk aan Uw knechten gezien worden." Via de aanduiding „Uw knechten" wordt daarbij aansluitend ook gebeden om „ons" werk.
Niet over ons werk zonder meer wordt gesproken. Maar over „het werk onzer handen". Een uitdrukking die in het laatste vers zelfs tot tweemaal toe wordt herhaald. Niet slechts het werk dat we met onze handen verrichten wordt daarmee bedoeld, maar vooral het werk dat de Heere ons op de handen zet, het werk dat Hij ons geeft te doen. Zo toch hebben we niet alleen ons kerkelijk, maar ook ons dagelijks werk te zien.
Dat moet niet alleen het karakter van ons werk bepalen en de wijze waarop we ons werk doen, maar zeker niet minder ook het doel, waartoe we ons werk verrichten. In het slot van Psalm 90 bidt Mozes dan ook niet: „het werk onzer handen zegen dat", in die zin dat wij daarin voorspoedig zijn, en wij goede resultaten daardoor behalen, om er alleen zelf beter van te worden.
In plaats van het woord „zegenen" gebruikt Mozes het woord „bevestigen". Bevestigen: dat is iets vast en bondig maken, zodat het niet verloren gaat, zodat het niet ijdel, niet tevergeefs is, maar dat het zin, blijvende waarde, inhoud en betekenis heeft.
Ook met alle goede resultaten en schijnbare successen die we daarbij hebben, kan ons werk en daarmee heel ons leven op de meest ingrijpende wijze zinloos zijn, dan nl. als God Zelf niet de inhoud en het doel ervan is.
Wat had de rijke dwaas aan al zijn volle voorraadschuren, aan al de goederen die hij voor vele jaren zich opgelegd had, opdat hij er vrolijk van leven zou, toen God tot hem sprak: „Gij dwaas, in deze nacht zal Ik uw ziel van uw hand eisen." Laat ons toezien, met name in deze dankdagweek, dat we zo niet alleen voor ons zelf werken en leven, opdat Jezus' woord ook ons niet geldt: „Alzo is het met een ieder, die zichzelf schatten vergadert en die niet rijk is in God."
Mozes bidt dat de Heere hem en zijn volk bij alle werk dat zij doen voor die zinloosheid zal bewaren.
„Het werk onzer handen, bevestig dat!" Ook dit slot van Psalm 90 mogen we niet losmaken van het geheel van dit lied. Temidden van alle levensvergankelijkheid, temidden van alle moeite en verdriet, waaraan we ook in ons werken naar Gods oordeel over de zonde onderworpen zijn, bidt Mozes tot de Heere, tot de Onvergankelijke en Onveranderlijke. Die ons een toevlucht is van geslacht tot geslacht: U, o eeuwige en genadige Heere, aanvaard toch ons werk . . . leid U ons in alles wat wij doen, opdat het niet tevergeefs maar zinvol zal zijn, opdat het niet voor niets is, maar er wat mee bereikt zal worden, opdat dit er mee bereikt zal worden dat Uw werk doorgaat, dat niet onze, maar Uw naam geheiligd wordt, dat niet ons maar Uw koninkrijk kome, dat niet onze wil, maar Uw wil geschiede, dat we zo ons dagelijks brood ontvangen en genieten, dat we in vergevende liefde mogen leven en mogen doen leven, voor de verwoestende werken van de boze bewaard mogen blijven en we zo U mogen toebehoren, aan Wie en het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid is tot in eeuwigheid".
Meer dan Mozes dit ooit heeft gebeden, en wij het ooit bidden kunnen heeft Jezus Christus om de bevestiging van Zijn werk gebeden: „Ik heb u verheerlijkt op aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen: en nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was."
Ten goede voor Zijn kerk, voor allen die in Hem geloven is dit gebed ten aanzien van Zijn werk, dat Borgwerk was en is, verhoord.
Zo wij geleid door Zijn Geest het slot van Psalm 90 bidden, is ons werk en ons leven niet tevergeefs, maar bevestigd.
Ook al breekt dan ons werk en ons leven af, dan nog mogen wij weten, dat onze arbeid, hoe moeitevol ook, niet ijdel is in Hem.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1986

De Wekker | 8 Pagina's

Gebed om bevestiging van ons werk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1986

De Wekker | 8 Pagina's