Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nadere Reformatie (een boekbespreking)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nadere Reformatie (een boekbespreking)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Belangrijk
Reeds langere tijd ligt een belangrijk boek te wachten op een bespreking in ons blad. Het is het boek „De Nadere Reformatie", geschreven door diverse auteurs, uitgegeven door „Boekencentrum" in Den Haag, fraai gebonden en in 379 bladzijden de levens, de betekenis en geschriften besprekend van een aantal belangrijke figuren uit de Nadere Reformatie, dat is de beweging die in de 17e eeuw in Nederland begon en doorging tot in de 18e eeuw, en die de lijnen van de eigenlijke Reformatie van de 16e eeuw wilde doortrekken voor de eigen tijd.
Het boek is niet goedkoop, het kost ƒ 54,90, maar het is een belangrijk boek.
De reden waarom ik met de bespreking wat gewacht heb is, hoe vreemd dat ook mag klinken, gelegen in zijn belangrijkheid. Dat tekent natuurlijk wel het gebrek en het tijdsgebrek van de recensent, maar bij het onder ogen krijgen van dit boek werd het al gauw duidelijk: dit boek kun je niet even met een paar regels bij de boekbesprekingen aankondigen en het laten bij een enkele waarderende of kritische opmerking.
Maar als je er dus meer tijd voor nodig hebt, is die rustige tijd er niet steeds en bovendien heeft iets wel eens een tijdje van bezinning nodig om er over te kunnen schrijven.
De inhoudsopgave is als volgt: eerst schrijft prof. dr. W. van 't Spijker een beschouwing over de Nadere Reformatie, dan schrijft drs. K. Exalto over Willem Teellinck (1579-1629), daarna weer prof. Van 't Spijker over Gisbertus Voetius (1589-1676), dan prof. dr. C. Graafland over Jodocus van Lodenstein (1620-1676), weer prof. Van 't Spijker over Jacobus Koelman (1632-1695), vervolgens prof. dr. J. van Genderen over Wilhelmus à Brakel (1635-1711) en over Herman Witsius (1636-1708), verder dr. T. Brienen over Bernardus Smytegelt (1665-1739), weer drs. K. Exalto over Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750), dan dr. T. Brienen over Theodorus van der Groe (1705-1784), en tenslotte prof. dr. C. Graafland over Alexander Comrie (1706-1774), waarna prof. Graafland sluit met een opstel over Kernen en Contouren van de Nadere Reformatie.
De ambtsdragers onder onze lezers zullen zich herinneren, dat prof. dr. W.H. Velema in „Ambtelijk Contact" het boek reeds besproken en warm aanbevolen heeft. Ik sluit mij daar graag bij aan. Het boek is lezing èn bestudering dubbel waard.
Bij de waardering, die het boek reeds her en der ondervonden heeft, is wel de vraag gesteld, of de schrijvers niet ook andere figuren uit die 17e en 18e eeuw naar voren hadden moeten halen. Ik zal die vraag niet ook nog stellen, maar ik wil wel graag op dit boek de aandacht vestigen, omdat het van belang is voor de situatie, waarin wij als kerken ons in deze periode van ons kerkelijke bestaan bevinden, nu wij, als God dat wil, nog maar ruim vijf jaar van het honderdjarig voortbestaan van onze kerken verwijderd zijn.
Wij hebben in die vijf en negentig jaren de eenheid in ons kerkverband, over het geheel genomen, mogen bewaren, maar soms ten koste van grote spanningen. Na de laatste generale synode moet het ons allen er om gaan, met wijsheid en onderling vertrouwen verder te gaan, elkaar te zoeken en beter te begrijpen.

Op welke punten?
Zonder volledig te zijn, zie ik twee gebieden, waarop wij het de laatste jaren moeilijk gevonden hebben om elkaar vertrouwen te geven.
Het eerste gebied beslaat de vragen van de moderne tijd en onze huidige samenleving. Sommigen van ons, die zich verdiepen in de ethische vragen van de moderne tijd, gingen verschillende wegen, terwijl ze toch niet anders willen dan zich geheel baseren op het Woord van God. De vraag was en is, of dat kan. Kan men strikt trouw zijn aan Schrift en belijdenis, en toch ethisch verschillend kiezen, bij medische vragen, ten aanzien van de moderne bewapening? Het zijn de belangrijke vragen van het kerk-zijn in de tegenwoordige tijd.
Er zal in de komende tijd hard aan gewerkt moeten worden om onderling het vertrouwen en een besef van saamhorigheid te herwinnen. Dat moet kunnen.
Maar het andere gebied, waarop we, meer dan vroeger, de laatste jaren uit elkaar zijn gegroeid, betreft de verhouding tussen de Reformatie en de Nadere Reformatie.
Het is niet van de laatste paar jaren, dat er in onze kerken verschillend gedacht wordt over de verhouding van de Nadere Reformatie tot de eigenlijke kerkhervorming van de zestiende eeuw. In de kerk van de Afscheiding heeft men dankbaar en veelvuldig geput uit de bronnen van de Nederlandse theologen van de voorgaande eeuwen, zoals dr. Brienen b.v. nog weer eens heeft laten zien in zijn bijdrage in de bundel „In trouw gescheiden" uit 1984.
Langzamerhand kwam er meer en meer een oriëntatie op Calvijn zelf.
In ons kerkverband, dat in 1892 staande bleef, hadden ook de mannen van de Nadere Reformatie groot gezag en dat hielden ze. Wel kwam meer en meer de vraag op, of zij niet meer en ook anders hadden gedaan dan de lijnen van de 16e eeuw doortrekken. Of ze niet de accenten hebben verlegd van Christus naar de christen, van de belofteprediking naar de kenmerkenprediking, of ze niet de twee-eenheid van het ware geloof, nl. een kennend vertrouwen en een vertrouwend kennen, uit elkaar hebben getrokken, of het terecht is geweest dat het belijdenis doen en het avondmaal vieren vaak niet meer samen werd beleefd; of de eenheid van leer en leven, die bij Calvijn te vinden is, niet werd verbroken.
Maar sommigen zeiden: de veranderde situatie in de 17e eeuw maakte andere accenten nodig. Er moest veel meer nadruk gelegd worden op de heiliging van het leven. Er moest meer dan in het begin gewaarschuwd worden tegen oppervlakkigheid en lichtzinnigheid. Er moest gewaarschuwd worden tegen een ingebeeld geloof. De noodzakelijkheid van wedergeboorte moest meer beklemtoond worden. Over al deze dingen is de laatste tientallen jaren in onze kerken veel nagedacht, gepreekt, geleerd, geschreven, gesproken. Op deze punten is er meer verwijdering gekomen dan er vroeger was. Het is in onze kerken zo en het is ook in de kring van de Gereformeerde Bond, waarmee wij geestelijk veel overeenkomst hebben, zo. Ik denk aan de discussie, die enige tijd geleden in het weekblad „Koers" is gevoerd door verschillende predikanten naar aanleiding van het betoog van drs. M. van Campen uit Vlaardingen over het beloftebegrip bij Calvijn.
Ik denk aan het boek van dr. W. Verboom over de catechese bij de Reformatie en bij de Nadere Reformatie. Ik denk aan hetgeen enige weken terug door prof. Van 't Spijker naar voren gebracht is op de predikantenstudiedag in Apeldoorn over Calvijn en de „gereformeerde scholastiek", zoals men dat noemt. En in verband met mijn onderwerp vandaag denk ik aan het boek dat voor mij ligt, en dat (u kon het hierboven lezen) gevuld is door schrijvers uit onze kerken en uit de Gereformeerde Bond.

Het boek
Het boek „De Nadere Reformatie" is een onthullend boek. De schrijvers geven aan de behandelde theologen hun volle sympathie, maar aarzelen niet om hun tekorten en eenzijdigheden aan te wijzen; ik bedoel niet in hun karakters, maar tekorten ten opzichte van de leer van de Reformatie en de gereformeerde belijdenis.
Zo lezen we van Exalto over Teellinck: „Hij maakt het Evangelie voorwaardelijk; men mag alleen degenen die een goed voornemen hebben, troosten. Zelfs heeft hij zijn lezers een bepaalde bekerings-methodiek trachten bij te brengen." (blz. 40,41). Van 't Spijker schrijft over de grote Voetius „dat hij wedergeboorte met het verbond en de doop verbindt op een manier die toch wel vragen oproept... Het zaad van de wedergeboorte kan vrij lang zonder enige ontkieming onder de aardkluit verborgen blijven." (blz. 63). „Het geloof is zeker een daad, maar het is meer nog een ingestorte hebbelijkheid." „Wat hem het zwaarst woog was het motief van de bestrijding van de vrije wil." (blz. 64). Graafland schrijft over Van Lodenstein, dat die de Reformatie zag als een vernieuwing van de leer en niet is doorgezet tot een vernieuwing van het leven (blz. 89) maar zegt ook: „Wie hem ook nu nog leest, wordt er diep door geraakt." (blz. 121). Koelman had (blz. 153) bezwaar tegen de eerste doopvraag, omdat men volgens hem moest geloven, dat de kinderen metterdaad gelovigen en met Christus verenigd waren. De zienswijze van Brakel, die het verbond beperkte tot de uitverkorenen, was in die tijd vrij algemeen en werd ook gevonden bij b.v. Witsius en Hellenbroek, aldus prof. Van Genderen (blz. 172). En „de brede beschrijving van de geloofswerkzaamheden bevat ook andere elementen, die niet zuiver reformatorisch zijn" (blz. 188).
Met de enkele citaten uit het boek is duidelijk te maken, dat de schrijvers de verbindingslijnen naar het gedachtengoed van de reformatie aangeven waar ze maar kunnen, maar ook niet bang zijn om aan te geven, waar afwijkingen zijn. Naarmate de tijd verder ging, werd die afwijking duidelijker.
En het bovenstaande is misschien genoeg om aan te geven, dat wij in het boek „De Nadere Reformatie" een uitstekend middel hebben om met elkaar in onze kerken door te spreken over de verhouding van die beweging tot de Reformatie van de 16e eeuw.
Een verschillende kijk op deze dingen heeft in onze kerken op kerkelijke vergaderingen diepgaande meningsverschillen opgeleverd en het onderlinge vertrouwen geschaad.
Wij zijn nu in een tijd gekomen, dat het onderlinge vertrouwen hersteld zal moeten worden. Als het boek, waaraan ik aandacht mocht geven, die functie zou mogen hebben, heeft het zijn plaats onder ons dubbel en dwars verdiend, bij ambtsdragers en bij alle geïnteresseerde kerkleden (dat zou ieder eigenlijk moeten zijn) en bij allen die verantwoordelijkheid dragen voor de toekomst van ons kerkelijke leven.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1987

De Wekker | 8 Pagina's

De Nadere Reformatie (een boekbespreking)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1987

De Wekker | 8 Pagina's