Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Werken we het zelf niet te veel in de hand?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Werken we het zelf niet te veel in de hand?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zijn er misschien wel eens verwonderd over en verdrietig onder dat de wereld, de buitenkerkelijke wereld, zich aan God en zijn Evangelie maar zo weinig gelegen laat liggen. Het kan ons verontrusten dat het christelijk geloof aan invloed in de samenleving verliest. Het doet ons pijn dat de beleving, het praktizeren van dat geloof, zelfs voor veel kerkelijke jongeren geen aantrekkelijkheid meer heeft, in elk geval niet op de wijze van de generatie waarvan hun ouders deel uitmaken. We verbazen ons over en ergeren ons soms aan de wijze waarop het christelijk geloof en zijn aanhangers door de media, in kranten en tijdschriften op de hak worden genomen. De grofheid, de nietsontziendheid en soms de verfijnde manier waarop dat gebeurt, kunnen ons diep grieven.. Misschien vragen we ons wel te weinig af in hoeverre wij als christenen deze dingen zelf mede in de hand werken, in hoeverre wij er mede schuldig aan zijn dat voor de buitenkerkelijke wereld het christelijk geloof alleen al ongeloofwaardig wordt gemaakt door de wijze waarop wij als belijders er naar binnen mee omgaan. We geven ons waarschijnlijk te weinig rekenschap van de vraag hoe we onderling af en toe met de dingen van ons geloof bezig zijn en welke effecten dat naar de wereld toe oplevert.
Dat is geen onbelangrijke vraag. Op de buitenkerkelijke wereld blijkt - als je er met niet-gelovigen over praat - ons doen en laten de indruk te maken van een soort binnenkerkelijke cultuur, waarbinnen aan godsdienst wordt gedaan, waarbinnen over allerlei godsdienstige vragen en problemen wordt nagedacht en gekibbeld, maar waarvan op de wereld naar buiten maar weinig overtuigends uitgaat. Hoewel de wereld om ons heen het misschien maar al te gemakkelijk gebruikt als alibi (verontschuldiging) om aan een keuze voor het Evangelie te ontkomen, moet toch worden gezegd dat we als christenheid naar buiten te vaak en te sterk de indruk wekken het maar wat moeilijk te vinden in de onderlinge contacten en in de persoonlijke levenspraktijk met de uitgangspunten en waarden van ons geloof om te gaan.

Geestesprodukten van anderen op de korrel nemen
Als het op het imago van de kerk naar buiten aankomt, zijn we geneigd allereerst of alleen te denken aan het verscheurde beeld dat de kerk vertoont, aan haar opgesplitst zijn in een ongekend groot aantal geestelijke richtingen en kerkelijke denominaties. Ook dàt wekt de buitenkerkelijke wereld natuurlijk niet tot geestdriftige interesse. Toch blijkt men er soms nog wel oog voor te hebben, dat aanhangers van het christelijk geloof in de beleving ervan verschillende wegen gaan en dat geestelijke aanleg, sociologische factoren, niveaus van ontwikkeling en culturele interesses, volstrekte gelijkgerichtheid onmogelijk maken. Maar wat het christelijk geloof en het imago van de kerk wel veel kwaad doet, is de wijze waarop christenen onderling wezenlijke en soms minder wezenlijke zaken van hun geloof ter discussie stellen, elkaars geestelijke gedachtengoed kritiseren en elkaars intenties beoordelen. En dat dan voor het oog en oor van iedereen.
Wie enkele maanden achtereen kerkelijke periodieken en opiniërende godsdienstige tijdschriften doorneemt, ziet de kolommen, naast veel dat naar binnen geestelijk opbouwt, maar al te veel gevuld met artikelen die op polariserende, in elk geval afbrekende toon de geestesprodukten van andere christenen op de korrel nemen. Iedereen schrijft vandaag over iedereen en over alles wat de ander via het papier aan zijn of haar medemens meent te moeten toevertrouwen. Schrijven is vandaag een „must", een heilig moeten. Bladen moeten vol, elke week weer. Schrijvers beijveren zich geschikte onderwerpen te vinden, om er vervolgens gedachten over te ontwikkelen en die aan de geestelijke bagage van hun lezers toe te voegen. Veel schrijfvoer wordt gevonden in wat anderen hebben gezegd of geschreven. En het ene woord roept het andere op.
Het is een hele cultuur geworden, ook in de kerken, om elkaars standpunten, gevoelens, visies en verlangens op het geestelijk/godsdienstige vlak, te bevestigen of te ontkennen. Op zichzelf is dat natuurlijk niet verkeerd. Het biedt een breed publiek gelegenheid kennis te nemen van gangbare meningen, nieuwe inzichten, verkeerde visies en algemeen godsdienstige wetenswaardigheden. Men slijpt eigen denken aan de gedachten van de ander. Maar het is niet onverschillig hóe wij met dit alles in de publiciteit komen. Méér dan wij misschien denken leest de buitenkerkelijke wereld over onze schouder mee.

Geen wereldse modellen
Natuurlijk moeten onjuiste visies en aanvechtbare opvattingen in de kerken worden aangeduid en weerlegd, maar dan toch altijd in voorzichtigheid, in een toonzetting van menselijk en christelijk respect en nooit in een sfeer van persoonlijk onderuit willen halen. We doelen hier niet op het signaleren van aperte leugen en dwaling, maar op zaken en visies, die in de kerken onderling ter discussie staan en waarbij het laatste antwoord op de laatste vraag niet altijd direct voorhanden is, op zaken waarover wel tegengestelde standpunten kunnen bestaan maar waarmee niet de laatste waarheid staat of valt.
We zullen er méér op bedacht moeten zijn dat we door onze polemische schrifturen naar buiten aan het geloof overtuigingskracht kunnen ontnemen. De wereld en soms ook onzekere zielen in de kerken, zijn al gauw geneigd eruit te concluderen, dat het met dat christelijk geloof maar wat ingewikkeld in elkaar zit en dat christenen op een heleboel punten kennelijk ook niet zo zeker van hun zaak zijn. In elk geval hebben we ervoor te waken dat we in het onderlinge kerkelijke verkeer elkaar te lijf gaan naar de modellen die in de politiek en in andere sectoren van de samenleving gangbaar zijn.
Hoe denkt u dat de buitenkerkelijke wereld heeft aangekeken tegen al dat kissebissen rond „samen-op-weg"? Naar binnen ging en gaat het over dingen die voor iedereen gesneden koek zijn, maar buiten wordt het uitgelegd als ordinair geruzie over godsdienstige zaken en het draagt alleen maar bij aan de desinteresse van wat wij de ongelovige wereld om ons heen noemen. Wat te denken van het bericht in de dagbladen dat de gereformeerde kerken vrijgemaakt in hun synode de Nederlands gereformeerde kerken „valse leer" verwijten, onder andere de ontkenning van de eeuwige verkiezing en verwerping en dat men daarom met de gereformeerde kerken in Zuid-Afrika breekt, die ook met de Nederlands gereformeerde kerken samenwerking willen aangaan. Neem ook eens wat enkele weken geleden vanuit gereformeerde kringen aan bezwaren tegen de EO publiekelijk te berde werd gebracht en waarop door de voorzitter van deze omroep in het blad „Koers" op vrij vinnige toon is gereageerd. Men kan bezwaar hebben tegen de overheersing van het zogenaamde evangelische element in sommige programma's, tegen het ontbreken van wat wel het gereformeerde aroma wordt genoemd, maar laten we daarover niet al te veel aan de straatzijde discussiëren. Laten we dat wat door deze omroep, zo goed als door de NCRV, de wereld die ten dode wankelt aan Evangelie van zonde en genade, van liefde, vrede en blijdschap wordt ingedragen, toch vooral support geven en kritiek in eerste instantie langs verborgen kanalen te bevoegder plaatse deponeren.
We verlangen van de wereld het „ongelooflijke" van het Evangelie te geloven. Welnu, dan moet de christenheid in ons land ermee ophouden door onderling geharrewar en gehakketak het geloof overtuigingskracht te ontnemen. Voor wat in allerlei denigrerende artikelen en persiflerende uitzendingen via de media aan spot en hoon rond het christelijk geloof op ons toekomt, leveren we als christenen zelf maar al te veel ingrediënten aan. We werken het soms zelf in de hand.

Geestelijk rendement naar binnen
Bij dit alles valt nog op iets anders te wijzen en misschien moet wel worden gezegd dat daarin het eigenlijke probleem schuilt. Wij, christenen van deze tijd, zijn bevoorrecht boven de generaties vóór ons. Behalve de openbaringsbron van Gods Woord, mogen we beschikken over een grote toegevoegde waarde in alles wat de theologie uit en rond dat Woord aan dieper inzicht binnen ons bereik heeft gebracht. Dat diepere inzicht komt op ons toe in prediking, in studiebijeenkomsten en door zelfstudie aan de hand van een zee aan beschikbare lectuur en literatuur.
Geen detail van ons geloof lijkt vandaag nog onbesproken. Bladen vol en boeken te over, maar hoe vertaalt zich alles wat we in beschouwing tot ons geestelijk eigendom hebben gemaakt (in elk geval kunnen maken) nu naar de wereld toe? Wat we geestelijk binnenkerkelijk allemaal bedenken, in kaart en op formule brengen, wat mag daarvan naar buiten nu het geestelijk rendement zijn?
Laat ieder voor zich eens eerlijk proberen te antwoorden op de vraag: waarin ben ik ten voorbeeld aan de wereld om mij heen? Waarmee troost, bemoedig en waarschuw ik op mijn werkplek en in mijn woonomgeving mijn medemensen? Waaruit kunnen zij afleiden dat ik in de grond van mijn bestaan gelukkiger ben en méér verwachting heb dan de mens die datzelfde geloof niet deelachtig is, hoezeer het hém of haar misschien voor de wind gaat?
Ach en wee roepen over de afval en de geestelijke onwil in de wereld om ons heen, is iets waarbij we ook onszelf (moeten) aanklagen, want het getuigenis van de kerk naar buiten (en denken we dan niet aan de georganiseerde evangelisatie maar aan ieder lid der kerk persoonlijk) is zwak, zeer zwak. De ontkerstenende en steeds meer verloederende samenleving in onze westerse cultuur moet het doen met het beeld dat eerder in deze bijdrage is geschetst en mist te veel de liefdevolle, bewogen en overtuigende ontmoeting met de individuele gelovigen, met een ieder van ons, op de plaatsen en op de momenten waarop zich het gewone en volle leven van elke dag voltrekt.
Zou dat ook kunnen teruggaan op de omstandigheid dat het met het geestelijk rendement naar binnen niet zo goed is gesteld?
In de kerk aan de Loolaan vielen zaterdag 5 september enkele woorden die in dit opzicht niet zo geruststellend waren. „Wij praten vandaag in de kerk, in termen van 'zwakken en sterken', in de regel beter over kwesties van eten en drinken dan over het toebehoren aan Christus".
Toen het ging over de noodzaak van bevindelijke prediking heette het: „bevinding is wat een mens ervaart in de ontmoeting met God en zijn Woord. Het betekent God niet alleen voor ons maar ook in ons. Bevindelijke prediking is prediking waarin levensstijl, levensvisie en levensperspectief aan de orde komen". Ontbreekt het daaraan in de gemeente van vandaag niet al te veel? Uit het slotwoord: „Het geestelijk leven staat vandaag niet op zo'n hoog peil".
Was dat een juiste constatering?
Hoe nodig is het dan vurig te bidden dat het Woord van God door de zondagse prediking en door de werking van de Heilige Geest in ons persoonlijk, ons tot werkelijk levende getuigen maakt, opdat de wereld gelove dat de God, die wij zeggen te belijden en te dienen, er ook werkelijk is en dat deze God Jezus heeft gezonden tot heil van mens en wereld. De Here moge zijn kerk verlossen uit de sfeer van burgerlijkheid en verstarring waarin we lijken vast te zitten. Wat we nu aan de wereld vertonen blijft ver onder de maat van wat Christus van zijn gemeente in deze wereld verlangt. Of is dit een te somber beeld?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1987

De Wekker | 8 Pagina's

Werken we het zelf niet te veel in de hand?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 september 1987

De Wekker | 8 Pagina's