Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Exegese van God door de Zoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Exegese van God door de Zoon

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen". Johannes 1:18

De uitspraak van de eerste Russische ruimtevaarder Gagarin heeft destijds op veel mensen nogal indruk gemaakt: hij had in de ruimte nergens God gezien. Zo'n uitspraak gaat dienen als een onderbouwing van het uitgangspunt van het atheïsme, nl. dat God niet bestaat. Overigens blijft het bij het atheïsme altijd een vreemde zaak, dat men zoveel moeite doet om het niet-bestaan van Iemand aan te tonen, die niet zou bestaan.
De vraag naar het zien van God blijft een vraag, die velen bezig houdt. Is God te zien? Is er op de een of andere wijze een zien van God mogelijk?
Het antwoord, dat de apostel Johannes geeft in de hierboven afgeschreven tekst, is ondubbelzinnig: Niemand heeft ooit God gezien.
Dat is een heel sterke ontkenning, een dubbele ontkenning zelfs: niemand - ooit. Niemand heeft God gezien: zonder enige uitzondering-. Geen mens kan God zien. Mozes heeft God niet gezien en Jacob bij Pniël evenmin. Ze hebben wel de openbaring van God ontvangen in de Engel des Verbonds, ze hebben wel iets van God gezien en dat was zeer ontzagwekkend.
De vraag is: hoe kent een mens God?
Is God te kennen en te ontmoeten langs de weg van het zien?
Die weg is volstrekt uitgesloten. Mogelijk staan op de achtergrond van deze tekst de verklaringen van zogenaamde mystici, die zeiden God wel gezien te hebben. Ze zouden tot God zijn opgeklommen; ze zouden een zogenaamde geestelijke eenwording met God hebben beleefd en daarbij speelde het zien van God een geweldige rol.
Dwaalwegen, zegt de apostel.
Niemand heeft ooit God gezien, ook al beweren ze het bij hoog en laag en proberen ze veel indruk te maken op zielen, die zo ver niet zijn gekomen. De gemeente moet zich niet laten misleiden.
Johannes schrijft deze tekst als afsluiting en ook als samenvatting van zijn machtige inleiding op zijn evangelieboek. In het eerste gedeelte van hoofdstuk 1 schrijft hij over het Woord. In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Alles is door het Woord geworden. In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen.
Kenmerkend: het Wóórd! En nu is het verrassende, dat dit Woord niet maar een onpersoonlijke zaak, een iets is, maar het Woord is een Persoon: is een Hij. Dit Woord is de Here Jezus Christus.
Het geweldige wonder is immers, dat dit Woord is vleesgeworden. Het is bij ons gekomen. Het is aan ons gelijk geworden, met alle zwakheid, die aan het vlees is verbonden. Dat is de pointe, de eigenlijke boodschap van het begin van het Johannes-evangelie en van het gehele evangelie.
Het Woord, waarover Johannes schrijft, zou voor ons onkenbaar zijn gebleven. En dat terwijl het het WOORD is. Door het woord oefenen wij mensen onder elkaar en met elkaar immers communicatie. Door woorden treden wij met elkaar in contact.
Nu heeft uit eeuwig welbehagen en uit grondeloze liefde God Zijn Zoon naar ons gezonden: hét Woord, waarin alle heil en leven van de mensen is.
Met andere woorden: kennis van God tot heil en eeuwig leven is van ons uit volstrekt onmogelijk. Er loopt niet één weg van de mens uit naar zaligmakende kennis van God. Niet één weg, hoevele de mensen er ook hebben uitgedacht. Alle godsdienst van beneden uit wordt hier als leugen en dwaling ontmaskerd en u mag elke vorm van godsdienst van beneden uit hierbij noemen, van het Boeddhisme tot en met het Jodendom. Allerlei zogenaamd zoeken van God heeft met Godskennis niets te maken.
De weg is: God daalt tot ons af. God treedt door het Woord met ons in communicatie. Zo volstrekt hopeloos en verloren is onze positie, dat er geen andere weg tot redding is dan de weg van de afdaling van God naar ons toe.
Dat is genade van God. Want God is het ons niet verplicht. Eenzijdige, vrije genade voor hopeloos verloren mensen schittert in de vleeswording van het Woord. Op een volstrekt ongedachte, voor mensen totaal onmogelijke wijze komt God over de kloof heen: Hij zendt Zijn Zoon, Die ons vlees en bloed aanneemt. De woonplaats van de Zoon, van het eeuwige Woord, was aan de boezem van de Vader. Dat betekent onder andere, dat de Zoon de Vader heeft gezien, van eeuwigheid af. Hij was immers God Zelf. Hij kende de Vader dus door en door en Hij leefde in de meest intense liefdesgemeenschap met de Vader. Ach, het zijn maar stamelende woorden, maar ze willen iets verduidelijken van het peilloos wonder, dat Johannes ons beschrijft.
En deze eniggeboren Zoon heeft ons nu de Vader doen kennen.
Letterlijk staat er: de Zoon heeft ons exegese van God gegeven. Hij is gekomen om ons uitleg van God te geven. Hij kende God, door en door. Hij wist van Wie Hij sprak - telkens klinkt dat weer met volmacht door in het Evangelie van Johannes! - en Hij kwam van deze enige en waarachtige God ons exegese geven.
Met andere woorden: voor de kennis van God tot zaligheid zijn wij in volstrektheid aangewezen op de Zoon. Nooit één weg van ons uit naar God toe.
Elk gaan van ons naar God loopt via de Middelaar, via de Zoon en kan alleen maar vrucht van en antwoord op Zijn openbarend werk zijn.
Dit betekent de volledige doodsteek voor alle godsdienstige eigendunk en voor alle godsdienst van onder op. Hier blijft ons niets anders over dan onze failliete, godsdienstige boedel te erkennen en smekeling om genade te worden, of anders gezegd: om leerling van het Woord te worden, al de dagen van ons leven. Van en bij Christus krijgen we ware kennis van God. En die ware kennis van God is een kennis, die gemeenschap kent, die doet liefhebben. En deze kennis doet zijn licht schijnen over alle gebieden van ons leven. Zo krijgen wij, in de weg van een totale verandering van onszelf, deel aan het eeuwige leven, dat toch niets anders is dan het kennen van de ene en waarachtige God, en van Jezus Christus, Die Hij gezonden heeft (Joh. 17:3).
Maar zo krijgen we dan ook deel aan een nieuwe vreugde.
Aan een nieuwe heerlijkheid. De exegese, die Christus door Zijn Persoon en door Zijn werk van God heeft gegeven, was vol heerlijkheid en genade.
Daarom is het ware kennen van God door Christus ook nimmer een theoretische zaak. Kennis van God door de exegese van de Zoon is door en door praktisch, is hartsveranderend, is levensvernieuwend, is herstellend in kracht tot het eeuwige leven.
Mogelijk vindt deze en gene lezer dit alles wel wat moeilijk.
Een eerste antwoord is, dat inderdaad het Evangelie onpeilbaar diep van inhoud en onpeilbaar rijk aan heerlijkheid is. En een tweede: dit evangelie wordt aan de kinderkens geopenbaard en blijft ten enenmale voor de wijzen en verstandigen verborgen.
En daarom nu heel eenvoudig: wie is de Zoon voor u? Weet u zich aangewezen voor uw zaligmakende kennis van God op de Persoon en het werk van de Here Jezus? Bent u een luisterend mens geworden? Luisterend naar het Woord? Is uw antwoord geworden verootmoediging, en zo lof en aanbidding? Een totale toewijding van uw leven aan deze God? Kent u de vreugde in en om God? Is het licht gaan schijnen?
Een ieder, die tot Jezus gaat, mag het horen uit Zijn mond, dat Hij niemand van zulken zal uitwerpen. Geenszins.
Wij hoeven het Gode zij dank niet te hebben van het zien van God. Die weg bestaat niet.
We moeten het hebben van het horen naar de Zoon. Van het al meer en voller mogen verstaan, onder de verlichting van de Heilige Geest, van het Evangelie: de blijde boodschap, dat God gekomen is in Christus om zondaren zalig te maken.
En deze Christus doet u onfeilbaar zeker God kennen.
ZIJN uitleg van God ís het, uniek en exclusief.
Komt dan toch, leert luisteren en wordt zo, luisterende, behouden!

J. Jonkman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1987

De Wekker | 8 Pagina's

Exegese van God door de Zoon

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1987

De Wekker | 8 Pagina's