Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtsdragersconferentie najaar 1987 (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtsdragersconferentie najaar 1987 (II)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. T. Harder
Ds. Harder begon met te zeggen, dat de agenda van de kerk sinds 25 jaar wel gewijzigd is. Wat een veranderingen in de samenleving.
Afgesproken is, nu te spreken vanuit de pastorale praktijk. In een vooroverleg met het comité kwam een soort „herenaccoord": We gaan op deze dag niet in op allerlei concrete vragen.
Moet tegenwoordig de ambtsdrager meester zijn op alle wapens? Vroeger kenden we meer een dogmatische toetsing, vandaag een ethische. Dáárop worden we vandaag aangesproken.
Waarom déze vragen?
Een dieper liggende vraag is: Wat is een gelovige? Voor mij niet een manier van zien, van levensbeschouwing of standpunt, maar van zijn: zout der aarde. Samen verloren, samen ook onderwerp van zijn liefde en genade. Dynamisch, tastend en zoekend op weg naar onze bestemming; mens Gods te zijn.
Spanning behoort bij leven en geloven. Hoe gaan kerkleden om met besluiten van een kerkelijke vergadering? Ze zijn voor de één een wonder, ze wekken bij de ander weerstand. Gemeenteleden verschuilen zich erachter, anderen distanciëren zich ervan. Spreken we met of tegen elkaar? Wordt het een debat? Dan hebben we het samen verloren.
We zijn toch niet elkaars concurrenten.
Over wie spreken we? Over een mens, door Woord en Geest vernieuwd. Een wezenlijke vraag is: Hoe is de verhouding tussen het werk van de Geest in de gelovige tot het werk van de gelovige door de Geest? Met onze betreurde prof. Versteeg zeg ik: de Geest respecteert en stimuleert de mens. De Geest blijft Geest en de mens blijft mens.
De gelovige mag mede-arbeider Gods zijn (Schilder zei: dat is geen intreetekst voor een dominee maar een dagtekst voor elke cultuurwerker, elke gelovige in de kerken of in de collegezaal).
De gelovige mag ook vriend van God zijn: Abraham, Jezus' woord. Psalm 103. Als gij doet wat Ik u gebied. Van vijand tot vriend gemaakt. Vrienden hebben geen geheimen, zijn niet bang voor elkaar, kunnen kritisch zijn. We kregen geen rechten door strijd, maar voorrechten door genade. Je blijft vrienden, je staat voor elkaar in.
Maar Paulus zei in 1 Cor. 3, dat de gemeente helaas nog vleselijk, nog onmondig was. Gelovigen wil hij mondig hebben. Mondigheid is geen ongebondenheid. De mondige mens is volwassen geworden. Hij zoekt een weg voor zich en met de ander.
De ambtsdragers zijn geen autoritaire gezagsdragers maar willen juist de gemeente mondig maken en houden. Eén gemeente, één kerk, één generatie kan de volheid niet omvatten. De apostel voegt waarheid en liefde samen in de mondigheid. Waarheid zonder liefde leidt tot absolutisme en fanatisme. Dan zegt men elkaar ongenadig de waarheid. Liefde zonder waarheid is een vaag gevoel; de ander kan van alles voor zich opeisen. We moeten ze samen hebben. Door God komt men tot redding, rehabilitatie en recht.
Hoe gaan we nu met spanningen om? Er is een grotere behoefte tot een kerkelijk spreken. Hoe kom je verder? Door aan te geven, op welk niveau er gesproken wordt:
1. een belijdenis;
2. een overtuiging;
3. een mening.
Een voorbeeld is: discriminatie is onbijbels. Dat is niveau 1. De praktische toepassing is er bij politieke apartheid. Dan zijn er verschillende overtuigingen. Dat is niveau 2. Bepaalde modellen voor de toekomst staan op niveau 3.
De kerk moet verschillende niveaus ook aangeven. Het eerste betreft de Schrift zelf; het tweede het appèl op anderen; het denken kan niet meer dan de aandacht van de anderen vragen.
Ik moet eerlijk zeggen, dat ik niet zit te wachten op voor ieder geldige besluiten van kerkelijke vergaderingen. Met een „Zo is het" en een „Zo spreekt de Here" moeten we voorzichtig zijn. Wil de kerk dienen of de dienst uitmaken?
Men kan soms wel teleurgesteld zijn maar mag niet afhaken. Zal de kerk toch spreken? Dan een beraad over de volle breedte van de kerk, opdat ze niet voor haar beurt spreekt. Ook gemeenteleden, niet alleen ambtsdragers, mogen spreken, vanuit hùn charisma. Een voorbeeld is de stelling van br. H. Alblas in zijn proefschrift op 23 oktober. Een gelovige vraagt erbij betrokken te worden.
Denk aan het voorbeeld van prof. Versteeg: de kerk is geen gondel waarin men spelevaart en er één roeit, de kerk is een roeiboot. Alle inzittenden roeien. De stuurman achterin stuurt. De nieuwtestamentische gemeente participeert, de ambtsdragers stimuleren. De kerk mag zich niet van de samenleving afsluiten. Een introverte kerk is bijbels ontoelaatbaar en geestelijk onverklaarbaar (recente uitspraak ir. J. van der Graaf).
Moet men dan alles maar goedvinden? Welke tolerantie is er? Nu wordt dit woord ook in de techniek gebruikt. Wat te krap is afgesteld kan breken. Wat te veel speelruimte heeft werkt ook verkeerd. In het pastoraat luistert het nog nauwer. We hebben niet altijd alle antwoorden klaar. We proberen samen te luisteren naar het Woord. Een standpunt mag geen standbeeld worden.
God is mijn Vader, de kerk is mijn moeder.
Soms denk ik: Moeder, laten we eerst samen met alle broers en zussen, samen met alle heiligen, luisteren naar wat Vader heeft gezegd.

Intermezzo
De voorzitter zei: Er was wél tolerantie: U overschreed uw tijd! We zongen Psalm 1. Welzalig hij, die in der bozen raad niet wandelt. Het gaat hem wél, 't gelukt hem wat hij doet.
Nu haalde de voorzitter ds. M. Drayer naar voren. Prof. Velema doet voor onze ambtsdragers veel als redactiesecretaris van Ambtelijk Contact. Ook buiten onze kerken vindt dit blad waardering. Maar over elk werkstuk gaat dan het kritisch en corrigerend oog van ds. Drayer. Hij kreeg nu in de vergadering een woord van veel waardering, omdat hij een register heeft gemaakt op alle jaargangen van ons blad van het begin af. Als klein bewijs van dank ontving hij een cadeaubon. Ds. Drayer bedankte met een enkel woord.
Br. J.C. van Beveren ging voor in dankgebed. Hij vroeg ook een zegen over de lunch.

De middagvergadering
In de middagvergadering werd eerst gezongen ps. 139:1, 2, 9 en 14. Heer, die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken kent Gij mij. Gij zijt mij overal nabij, uw ogen waken over mij. Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt toch open voor uw aangezicht.
De voorzitter ging voor in gebed.
Hij verzocht, zoveel mogelijk de nummers van Ambtelijk Contact mee te nemen ter besparing van portikosten. Hij kon ook meedelen, dat de beide grote boeken voor ambtsdragers, „Uit liefde tot Christus" en „Verricht uw dienst ten volle" zo goed zijn verkocht dat ze uitverkocht zijn. Maar het eerste boek is al herdrukt en het tweede wordt dat binnenkort ook.

Vragenbeantwoording
Zoals gebruikelijk waren er mondelinge en schriftelijke vragen.
In het navolgende probeer ik samen te voegen en samen te vatten. Vinden we in Handelingen niet óók een kerkelijk spreken? Moet men spreken uit wat-men-vindt of uit de Schrift? Hebben sommigen misschien moeite met de ambtelijke structuur van de kerk? Wat bedoelt ds. Harder met een open relatie tussen kerk en samenleving? Wat is een mede-arbeider? Is de bijbel vandaag minder duidelijk dan vroeger? Prof. Velema, als er meer toerusting nodig is, is het geen tijd voor meer grip op het onderwijs? Ds. Harder, wat doet u met een vriend die zich niet aan de afspraken houdt? Wie geeft de tolerantie aan en hoe ga je daar mee om? Als er een speelruimte is, hoe is daarin de werking van de Heilige Geest? Ik vind het goed dat deze zaken aan de orde komen, maar wat moet ik doen als ik het met de synode niet eens ben? Kan ik het dan naast me neer leggen of moet ik me koest houden? Is er vandaag geen grote verbleking van het zondebesef, is er niet het gevaar van wetteloosheid óók bij hen die het christelijk geloof aanhangen? Op welk van de drie door ds. Harder genoemde niveaus moeten we b.v. echtscheiding plaatsen?
Prof. Velema wees erop, dat er toch al wel wat gegeven is. Denk aan de rapporten van het voormalige deputaatschap Kerk en Samenleving (het genoemde register wijst u de weg!). Denk aan de boeken van prof. dr. J. Douma over de Geboden, aan wat dr. J. Hoek en dr. A. Noordegraaf schreven. Er zijn grenzen. In Openb. 21 en 22 wordt gezegd wie er binnen en wie er buiten zullen zijn. De Bijbel is duidelijk in de geboden, maar hoe passen we die toe? Dat kan een probleem zijn. Er zijn moeilijke dingen: orgaantransplantaties, beursontwikkelingen. Er moet een weg zijn van bezinning en beraad. Soms kan men van mening verschillen. Zo denkt prof. Douma anders over reageerbuisbevruchting; ik zeg beslist neen, hij niet zozeer. Er is een gebod. Er is een grens. Er is wel een ruimte, maar niet oeverloos.
Ds. Harder stelde: We zijn gebonden aan het Woord. Wat geef je daarmee aan? In het algemeen eerder de ruimte dan de grens. Ik begin bij het hart en ga dan met de ander op weg. Er zijn grenzen. Soms die van mijzelf. Ook de grens van het Woord. Is er ook misschien een niemandsland? Dan weer terug naar het hart. Geldt van gelovigen nog vaak: onmondig? Maar je leert je kind spreken.
Als de kerk indicaties geeft, hoe absoluut spreekt u dan?
Mag een gemeentelid gewetensvol zelf beslissen zonder de kans te lopen om onder tuchtmaatregelen te vallen? Mijn invalshoek blijft pastoraal. Is er een gevaar van subjectivisme? Bij gelovigen begin ik met vertrouwen. Mijn grenzen zijn Schrift en belijdenis. Zo mag de kerk b.v. uit Schrift en belijdenis lezen wat léven is en dan gaat ze in gesprek. We zullen elkaar de waarheid zeggen, maar niet ongenadig maar vanuit Christus. De ander is medewerker, is vriend. Wel ben ik bang voor ongebondenheid.
Prof. Velema: Zeker gaan we uit van vertrouwen. Wel heeft ieder zich onder opzicht en tucht van de kerk gesteld. Dwaling zit in ieders bestaan. Samen moeten we ernaar streven, te leven van uit Gods Woord. Onze moeite zit niet in het gebod maar in de toepassing. De kerk spreekt de essentie uit. In de toepassing zijn geen twee gevallen gelijk.
Ds. Harder: Ik zeg niet dat de kerk iets alleen maar in overweging geeft. De essentie van het Evangelie is ook dat van ons spreken. We kunnen uit elkaar gaan bij de toepassing, maar het is voor mij geen „stuk ter discussie". De vraag, aan mij gesteld, hoe ik de twee synodebesluiten taxeer, kan ik hier niet beantwoorden: bij een van die zaken was ik zelf betrokken. Wel eventueel in een persoonlijk gesprek.
Een uitslijting van het zondebesef? Ja. Ik zie veel zonden. Geestelijke volwassenheid is voor mij, samen luisteren naar het Woord en ruimte maken voor het werken van de Geest.
Dan zijn we positief bezig.
Prof. Velema: De kerk moet in bepaalde gevallen uitspraken doen. Vergelijk ons gesprek over ethische zaken maar eens met uitspraken over de leer, in de oude en in de reformatorische kerk. De Catechismus spreekt wezenlijk.
Moet men „zich koest houden"? Beide rapporten, hoe verschillend de samenstelling van de synode ook was, zijn algemeen aanvaard. Dat zegt toch wel iets. Een kerklid mag zich wel afvragen: Wat betekent dat voor mij? De kerkorde kent toch het goede middel van het gravamen.
Ik zou niet zo duidelijk durven zeggen dat er een gebrek is aan zondebesef. Laten we vandaag niet vergeten dat we op twee manieren over zonde moeten spreken: over concrete zonden, èn over ons zondig zijn. Men wordt zo gauw eenzijdig.
Heeft de kerk een eigen taak tegenover de overheid? Ja zeker. Met een openheid naar de samenleving bedoelt ds. Harder niet iets anders dan wat ir. Van der Graaf bedoelde.
Prof. Velema beklemtoonde, dat de manier, waarop de kerk een taak tegenover de overheid heeft, veel overleg vraagt. Er is een nieuw catechetisch materiaal nodig.

Sluiting
De voorzitter bedankte beide inleiders voor hun werk. Hij citeerde de uitspraak: Veel van de inzichten van een heilige spruiten voort uit zijn ervaringen als zondaar.
Het slotwoord werd gesproken door prof. dr. W. van 't Spijker. Het laatste woord wordt hier op aarde nooit gesproken. Soms is het wijs om op tijd te zwijgen. Om stil te zijn. We kunnen aan drie psalmen denken:
1. Psalm 39: Ik zal mijn mond niet opendoen. Anders zou ik verkeerd kunnen spreken. Ik zal zwijgen onder Gods majesteit.
2. Psalm 62: Ik ben stil tot God, wegens de verwachting van zijn heil.
3. Psalm 65: De lofzang is in stilheid tot God: de doxologie, de verheerlijking van God.
Als het spreken van de kerk niets te maken heeft met de majesteit van God, met het heil van God en met de lofprijzing, dan is het niets waard. Er was in de hemel een half uur stilte! Wordt dit zwijgen niet teveel gemist? We praten dan zo langs elkaar heen. Als we spreken: dan een getuigend, een belijdend, een winnend spreken. God is God, ook nu. Het heil komt van Hem. Iets van de doxologie voor de troon mag er ook nu reeds zijn. We zwijgen dan bij het goud, ook al mogen we soms spreken bij het zilver, want ook dat is waardevol.
Prof. Van 't Spijker ging voor in dankgebed.
Er werd nog gecollecteerd, ditmaal - bij uitzondering - voor het werk van het comité zelf. Daarna zongen we psalm 89:1, 3, 7 en 8. 'k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheid. Hoe zalig is het volk dat naar uw klanken hoort. Onze Koning is van Israëls God gegeven.
De broeders - en zusters - namen weer afscheid.
Het was geen gemakkelijke conferentie, maar het was goed en nodig, dat dit onderwerp ter sprake is gebracht. De inleiders hebben zich gegeven. Er is op broederlijke manier gesproken. De voorzitter heeft de lijn van de bedoeling, waarmee de conferentie was opgezet, vastgehouden.
De Here zegene het werk van dit comité, dat veel voor de opbouw en de samenhang van ons kerkelijke leven dost, met zijn Geest en genade.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1987

De Wekker | 8 Pagina's

Ambtsdragersconferentie najaar 1987 (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1987

De Wekker | 8 Pagina's