Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Expositie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Expositie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ach, wat zonde", roept mijn vrouw, als m'n overhemd helemaal verkleurd uit de wasmachine komt. „Zonde", zegt onze dochter, als bij de afwas een glas breekt. „Zonde", zeg ik als een veelbelovend tv-programma achteraf erg teleurstellend blijkt te zijn, want het overhemd kan niet meer worden gedragen, het glas niet meer gebruikt en er is bruikbare tijd verloren gegaan.
Zonde, een woord waar je nauwelijks meer bij nadenkt. Niet alleen omdat je het vaak gebruikt, maar ook omdat je het veel hoort gebruiken. In de taal van alledag, maar ook in het taalgebruik van het geloof. Je zou raar opkijken als in de preek van a.s. zondag het woord zonde niet gebezigd zou worden, of als het niet zou voorkomen in het gebed. Wij zijn er immers aan gewend, dat wij zondaars genoemd worden. Wij vragen immers in het gebed om vergeving van onze zonden. En wat zouden we in de kerk moeten beginnen met de woorden vergeving, verlossing en genade, als er niet eerst gesproken was over zonde?
Wat is zonde eigenlijk? Stel je voor, dat je de straat op ging en dat je aan willekeurige voorbijganders deze vraag zou stellen. Tien tegen één, dat je als antwoord zou krijgen: zonde? dat is: een moord begaan, kinderen mishandelen of. misbruiken; dat is: een ongeluk veroorzaken onder invloed van alcohol, onschuldige mensen ontvoeren en gijzelen; dat is: weerloze mensen doden of beroven. Waarschijnlijk zouden maar weinigen op de gedachte komen om er jaloers-zijn, vooroordelen-hebben en ongehoorzaam-zijn aan toe te voegen, het feit alleen al, dat we in de praktijk onderscheid maken tussen het opzienbarende en brute kwaad en zogenaamde kleine zonden, betekent, dat het woord zonde door het vele gebruik nogal wat van zijn oorspronkelijke betekenis heeft verloren. Zelfs als we er bij opgevoed zijn om zonde te zien als kwaad tegenover God en niet alleen maar als een kwaad tegenover de medemens, dan kan het geweldig versleten zijn.
Nu is het met versleten dingen meestal zo dat het beter is om ze maar weg te doen. Wat heb je aan onbruikbare spullen. En aan versleten woorden? Daar hebben we trouwens al genoeg van. Weg ermee, als met een oud schilderij, waarvan de kleuren zijn verbleekt. Het is ontoonbaar en misschien nog goed om op zolder te worden gehangen. Daar hangt het voor velen ook, uit het gezicht. Er is een modern schilderij voor in de plaats gekomen, waarop de mens is afgebeeld als slachtoffer van de omstandigheden met als onderschrift: „we zijn nu eenmaal niet volmaakt". Het oude schilderij was trouwens te somber van kleur en te indringend van voorstelling. Het eerste wat er op te zien was, was het grijs van de gemiste kans en het gemiste doel. Mensen, die bestemd waren voor het leven raakten van de levensweg af. Hun bestemming bereikten ze niet.
De tweede kleur was het donkergrijs van het opzettelijke van de zonde. De bijbelse schilders beeldden de mens niet af als een zielige stakker of een slachtoffer van de omstandigheden. De zonde was een keuze. Met die keuze plaatste de mens zich niet alleen tegenover God, maar ook tegenover zijn naaste. Er was een nòg donkerder tint. Het blauwzwart van de macht van de zonde. Door de verkeerde keuze was de mens ook nog de gevangene van de zonde geworden. Wèl verantwoordelijk voor zijn daden, maar toch ook onmachtig om te ontsnappen aan de macht van het kwaad.
De allesoverheersende kleur op het oude schilderij was het diepe zwart. Dat was het raadsel van de zonde. Waarom wilde de mens zijn als God? Vanwaar zijn keuze voor de kennis van goed en kwaad? Vaag zichtbaar, door alle donkere tinten heen, was het vraagteken zichtbaar: waar kwam dit kwaad vandaan? Wie lang - te lang? - naar dit schilderij keek voelde nog andere woorden in zich opkomen, als schuld en berouw. En omdat dit niet de fijnste gevoelens zijn is het schilderij misschien wel door velen naar de zolder verbannen. Zonde, van de plaats die het innam!
In de Lijdenstijd, in deze weken vóór Pasen, bekijken we in de kerk dat oude schilderij wat nauwkeuriger dan gewoonlijk. En het machtige van de prediking in deze tijd is, dat er op het schilderij nog andere kleuren tevoorschijn komen. De groene kleur van de hoop, omdat ook de Here God gezegd heeft: „Zonde van al die mensen!" En als je goed kijkt zie je ook de rode kleur van het bloed van de Gekruisigde. Wie geduldig blijft kijken tot de Paasmorgen, ziet trouwens ook nog het witte licht van de Opgestane. Wat zonde, als je vergat mee te kijken!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1988

De Wekker | 12 Pagina's

Expositie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1988

De Wekker | 12 Pagina's