Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De grote Herder der schapen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De grote Herder der schapen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote Herder der schapen door het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden, bevestige u in alle goed, om zijn wil te doen . . . (Hebr. 13:20).

Er is alle reden om de nadruk te leggen op de laatste woorden van onze tekst. De apostel spreekt een wens uit. God moge zijn lezers bevestigen in alle goed opdat zij de wil van God mogen doen. Heel het evangelie heeft een ethische spits. Maar ook in de ethiek moet het evangelie evangelie blijven en geen nieuwe wet worden. Wie dit vergeet legt een wet op, die ondragelijk is. Immers wie zou iets kunnen vergen van wie in de dood ligt en die, juist naarmate hij de Here Jezus zoekt, er steeds meer en meer achter komt, dát hij midden in de dood ligt.
Daarom gaat aan alle ethiek het evangelie van de opstanding vooraf. En daarop wijst ons vooral de brede aanhef van onze tekst, waarvoor we een ogenblik uw aandacht vragen. De apostel heeft een lange tekst nodig om Hém te benoemen, die ons bevestigen kan in alle goeds opdat we zijn wil zouden doen.
Wie is Hij?
Hij heet: God des vredes. Dat is - de lezers van deze brief aan de Hebreeën moeten het herkend hebben -, een uitdrukking uit het Oude Testament, waarbij zij waren groot geworden. De God des vredes: zó noemt Gideon zijn Naam bij het altaar, dat hij gebouwd heeft: de HERE is vrede (Richt. 6:24). Die Naam is in het Nieuwe Testament meegegaan, in de brief aan de Romeinen noemt Paulus Hem met dezelfde Naam: De God nu des vredes zij met u allen (Rom. 15:33; vgl. 16:20). Vrede is er door Hem, die onze Vrede is, krachtens de verzoening.
God des vredes: dat is het hele evangelie in één Naam.
Waarom is God de God des vredes? Het is, omdat Hij onze Here Jezus, de grote Herder der schapen heeft teruggebracht uit de doden.
Ook hier moeten de lezers van deze brief de bekende klanken uit het Oude Testament hebben gehoord. Spreekt Jesaja in zijn boek niet déze woorden: Waar is Hij, die de herder zijner kudde opvoerde uit de wateren? (Jes. 63:11).
De herder van zijn kudde: daarmee worden Mozes en Jozua bedoeld. Zij hebben als leidslieden van het volk de bevrijding mogen doorvoeren.
Mozes heeft het volk Gods gevoerd door de Rode Zee heen.
Jozua heeft het volk Gods gevoerd door de Jordaan.
Uit de wateren hebben deze herders het volk Gods geleid: de één uit de Zee, de ander uit de Jordaan. Zij waren herders der schapen. Zij gingen het volk voor op de weg, door de diepte het omhoogvoerend naar de vrijheid uit Egypte en naar Kanaän.
Uit de wateren. Zó hebben zij als uit de dood omhooggevoerd naar het leven.
Zij waren herders.
Maar Christus is de grote Herder, en dit woordje „groot" komen we herhaaldelijk tegen in deze brief aan de Hebreeën.
Vergeleken met Christus zijn Mozes en Jozua klein. Zoals de hogepriester Aäron, vergeleken met Christus klein was (Hebr. 4:14), zo zijn Mozes en Jozua klein wanneer zij naast Hem staan. Merkt dan op hoe groot Dezen is! (Hebr. 7:4).
Zó is Christus de grote Herder der schapen. D.w.z. in Hem wordt pas goed werkelijkheid, wat in Mozes en Jozua voorafgeschaduwd werd. Zij hebben het volk opgevoerd uit de diepte van de zee. Christus voert zijn volk op uit de diepten van de dood, van de eeuwige, de geestelijke en de tijdelijke dood. Daarom heet Hij de grote Herder der schapen.
Teruggebracht, zo vertaalt de nieuwe vertaling.
Wedergebracht, zo lezen we in Statenvertaling.
Opvoeren, zo staat er letterlijk. Omhoogbrengen, uit de diepte naar boven. Zó is de Herder zelf de diepte ingegaan.
En zo is de Herder zelf weer omhooggekomen.
Dat is de Opstanding van Christus.
Het is de enige keer, dat de schrijver van deze brief rept over de opstanding van Christus. De Herder der schapen is gedood. Maar Hij is ook teruggekomen, opgerezen uit de donkere diepten van de Rode Zee, van de doodsjordaan. En zijn opkomen was waarlijk groots. Daarom heet Hij de grote Herder der schapen.
Hoe Hij is opgestaan?
Door het bloed van een eeuwig verbond, zo lezen wij.
Het bloed speelde in de Joodse cultus een rol van betekenis. Zonder bloed was er geen vergeving, omdat er zonder levensoffer geen vergeving was. Er is een bloed van het oude verbond. Dat is het bloed van stieren en bokken. Maar als het er op aankomt helpt het niet. Het kan niet wérkelijk vrede brengen.
Er is echter een nieuw verbond. Het verbond der genade en der verzoening.
En dit nieuwe verbond verwerkelijkt een nieuwe belofte: Ik zal mijn wet in hun binnenste schrijven (Jer. 31:31vv.). Van dit bétere verbond is Christus Borg geworden. Door het bloed van dit verbond is Jezus uit de doden teruggebracht.
Door zijn bloed kwam er vrede.
En door zijn bloed werd God de God des Vredes.
Waar verzoening is, daar is geen offer meer nodig.
Daarom is Christus uit de doden opgestaan. Zijn bloed heeft Hij gegeven. Het werk werd volbracht. En zo kon de duistere diepte van de dood Hem niet meer houden. Er wachtte Hem een opgang, een omhoog gevoerd worden, uit de dood naar het leven.
En zo is het verbond een eeuwig verbond der genade geworden.
Niet allereerst, omdat het wortelt in de eeuwigheid. Maar omdat het stuwt naar de eeuwigheid. D.w.z. het gaat om een eeuwig heil (Hebr. 5:9), een eeuwige verlossing (Hebr. 9:12), een eeuwige erfenis (Hebr. 9:15).
Zó is er een eeuwig verbond.
Wát er ook verandert, dit zal nimmermeer wankelen.
De opstanding van Christus is geschied door het bloed van een eeuwig verbond.
Wanneer er ooit één nieuw hart geschonken werd, dan was het gave van dit eeuwig verbond. Het ligt vast in Hem, die gisteren en heden Dezelfde is en tot in eeuwigheid (Hebr. 13:8).
De grote Herder der schapen!
Vraagt ge zijn naam? Die is heel eenvoudig: onze Here Jezus.
Eenvoudiger kan het niet. Een geleerd gezicht past daarbij niet. En gewichtig doenerij evenmin. Onze Here Jezus. Leert van Hém. Hij is zachtmoedig en nederig. En zo is Hij de Grote Herder der schapen.
Wanneer wij ooit bevestigd zullen worden in alle goeds, dan zal het door Hem zijn.
En wanneer wij ooit zijn wil leren doen, dan zullen wij mét Hem omhooggevoerd worden - óf wij zullen voor eeuwig in de diepten verzinken.
Herder Israëls, neem ter ore!
Gij die Jozef leidt als schapen.
God des Vredes, doe aan ons, wat in uw ogen welbehagelijk is, door Jezus Christus!

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1988

De Wekker | 8 Pagina's

De grote Herder der schapen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1988

De Wekker | 8 Pagina's