Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terug naar Pinksteren?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terug naar Pinksteren?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geloofsbeleving de eeuwen door
Het is opmerkelijk dat gelovigen de eeuwen door zich opnieuw hebben georiënteerd op het Pinksterfeest. Zo werd Hand. 2 normatief. Toch blijkt iedere tijd zijn eigen benadering van dit heilsfeit te hebben. In het volgende worden enkele bijzondere vormen van geloofsbeleving in verband met het Pinksterfeest onder de loep genomen.

Blauwdruk of geschiedenis
Wat er op het eerste Pinksterfeest in Jeruzalem is gebeurd heeft de mensen altijd weer gefascineerd. De vraag die daarbij telkens weer aan de orde komt is, of men de in Hand. 2 verhaalde geschiedenis moet beschouwen als blauwdruk, printmodel voor wat wij vandaag hebben na te streven dan wel, of we met deze beschrijving louter en alleen te maken hebben met een geschiedenis, die te boek gesteld is, en die wat het wezen van de zaak betreft onherhaalbaar is.
Altijd weer maakt zich een bepaald heimwee van de mensen meester, wanneer ze lezen van het geweldige gebeuren, waarbij tekenen van de hemel werden gezien: tongen als van vuur en een sterke stormwind. Sterker nog grijpen ons de woorden aan, die spreken van de vervulling met de Heilige Geest. Het diepste geheim van Pinksteren weten we in die vervulling. Ons verstand kan de woorden noch de zaak bevatten. Ons gevoel strekt er zich naar uit, maar kan evenmin zich de zaak toe-eigenen. Staan we voor een verre en vreemde werkelijkheid, die wij ook maar liefst op een afstand moeten houden?
Wanneer we zo denken, valt het ons gemakkelijk om van het Pinksterfeest te zeggen, dat het onherhaalbaar is, onnavolgbaar, eenmalig, zoals ook de geboorte, het lijden, het sterven, de opstanding en de hemelvaart van Christus als heilsfeit volstrekt uniek zijn. Zij funderen de geschiedenis, maar zij worden in de geschiedenis niet herhaald. Zo is Pinksteren ook een heilsfeit. Het is de bekroning van alle andere heilsfeiten, geheel op dezelfde lijn als geboorte, lijden en sterven en opstanding van Christus. Dit wil zeggen, dat we niet mogen verwachten dat het opnieuw Pinksteren zal worden. We hebben nog maar één enkel heilsfeit tegoed. De wederkomst van Christus zal de voltooiing inluiden van al Gods grote daden.
Het is van de grootste betekenis, dat wij deze manier van denken over Pinksteren vasthouden. Wanneer we het waarderen vanuit de rijkdom van het volbrachte werk van Christus, kunnen we ook niet anders zeggen: Pinksteren behoort voorgoed tot de geschiedenis, is volstrekt eenmalig en kan niet worden overgedaan.
Toch is juist daarmee iets méér gezegd dan dat we alleen met geschiedenis te maken hebben. Een historisch heilsfeit ligt in het vlak van de geschiedenis, maar het ligt er als gestalte van het heil. En daarom kunnen we ook weer niet zeggen dat het eenmalige heeft afgedaan, dat het onherhaalbare slechts verleden tijd is en dat het unieke onmededeelbaar is. Integendeel. Juist omdat wij te maken hebben met een heilsfeit, moeten we zeggen dat Pinksteren doorwerkt in de geschiedenis. We verwachten het grote Pinksterfeest, de vervulling met de Heilige Geest, die zich zal mededelen aan alle verlosten. En we weten dat dit een heerlijk feest moet zijn:
Als de Here God in allen, en in allen alles
is, zal het licht zijn, eeuwig licht zijn,
licht uit licht en duisternis.
Maar onderweg naar dit grote Pinksterfeest biedt de heilsgeschiedenis uit Hand. 2 altijd weer een oriëntatiepunt. Zij bevat in zekere zin een normatieve geschiedschrijving, waarnaar de eeuwen door de mensen hebben teruggezien als naar een model van geestelijk leven, dat de harten boeide.

Vormen van spiritualiteit
In het teruggrijpen naar de geschiedenis van het eerste Pinksterfeest kunnen we een paar specifieke trekken opmerken, die telkens weer boven komen. Al vrij spoedig is het begonnen, nl. toen reeds in de tweede eeuw in Klein-Azië het Montanisme van zich deed horen. Men zou het een vroeg-christelijke Pinksterbeweging kunnen noemen, die een poging deed om de kerk weer op het peil van Pinksteren te brengen. Allerlei factoren moeten daarbij een rol hebben gespeeld. Crisisverschijnselen, oorlogstoestanden, honger, sociale onzekerheid en al deze dingen hebben een zekere invloed geoefend op het ontstaan van een beweging die sterk de nadruk legde op het geloof in de Parakleet. Montanus bevorderde de verwachting van een komend vrederijk. Twee profetessen boden hem daarbij de helpende hand. Zij beschikten over de gave van de profetie, zij raakten ook in geestvervoering en spraken in tongen. Op deze manier boekte men successen tot in een wijde omgeving, maar toen de profetie bedrog bleek te zijn en de wederkomst niet plaatsgreep veranderde het karakter van de beweging. Zij kreeg ascetische trekken, d.w.z. men onthield zich van allerlei natuurlijke zaken, het huwelijk werd minder geacht. Het vuur sloeg naar binnen. Daarmee was het einde reeds zichtbaar. Langzamerhand doofde de gloed en de beweging verdween. Maar het Montanisme is in zekere zin voorbeeld gebleven van wat zich gedurende de gehele kerkgeschiedenis heeft voorgedaan aan charismatische verschijnselen. In de tijd van de Reformatie kende men dergelijke verschijnselen bij Dopers en geestdrijvers. Tot op de dag van heden is er deze vorm van geloofsbeleving, onmiddellijk teruggrijpend naar Pinksteren, in een soort van heimwee naar deze tijd, waarin het vuur brandde.

Verjaardag van de kerk
Naast deze wijze waarop men Pinksteren transplanteerde in eigen tijd, nemen we ook een andere houding waar in de kerkgeschiedenis. Pinksteren is dan het geboorteuur van de kerk geworden. Wil men de Geest vinden, dan moet men in de kerk zijn. Het geweld van de stormwind is in het kerkelijk instituut tot bedaren gekomen en het heldere licht, dat zich in vurige tongen op de hoofden zette van de eerste discipelen is in het schemerdonker verdwenen van het hoge kerkschip, waar de mijters van bisschoppen en prelaten de waardigheid van het ambt aangeven.
We noemen dit een hoogkerkelijk model, waarin de vroomheid ook slechts op een hoogkerkelijke manier kan worden beleefd. Het formulier geeft hier de plechtige volzinnen, waarin de tongentaal is verstard. De dramatiek van een liturgie doet op hoge toon, met verhoogde stem, de feiten herleven. De vorm heerst, en zij overheerst dikwijls, zodat geest en leven heel ver weg schijnen.
Wat hier in de kerk gebeurt speelt zich ook in de harten af. Het geloof kent slechts de formules, en wanneer deze vervaagd zijn, resteren de orthodoxe zekerheden. Ik geloof wat de kerk gelooft. En wanneer ik niet geloof, geloof ik dat de kerk in mijn plaats gelooft. Wanneer alles in de vormen zit kan het geloof zelf ongevormd blijven.
Wie herkent in dit beeld niet het patroon van de vroomheid, hier bij vóórkeur spiritualiteit genoemd: die geheel eigen manier van geloofsbeleving, die Pinksteren heeft opgeborgen in het kerkelijk instituut. De hoogkerkelijkheid vraagt als het ware om de reactie van de eigen ervaring. Maar waar de ervaring uit reactie geboren wordt is zij vaak overtrokken, ongeremd en zonder norm.
De Reformatie heeft ook teruggegrepen op Handelingen 2. Zij heeft tegenover het hoogkerkelijke model gekozen voor de gemeente, zoals zij haar beeld vertoonde op die eerste Pinksterdag. Maar - en dit is het eigene van de Reformatie, vergeleken met allerlei charismatische bewegingen -, zij heeft zich niet op het eerste Pinksterfeest georiënteerd met voorbijgang van de geschiedenis. Zij heeft evenmin de Geest laten opgaan in het instituut van de kerk. En deze twee factoren bepalen het eigen karakter van de vroomheid in reformatorische zin.
Geest en kerk behoren bijeen. Maar zij mogen niet worden vereenzelvigd, evenmin als zij mogen worden gescheiden.

Pinksteren als critische vraag
Wij kunnen niet zonder meer terug naar Pinksteren. De Geest, die Christus' verhoging aanduidt, heeft sinds Pinksteren in de geschiedenis gewerkt. Maar al kunnen wij die geschiedenis niet overdoen (en wij behoeven het ook niet), wij mogen onze eigen geschiedenis wel beoordelen vanuit dit gedeelte van Gods Woord. In die zin bevat Handelingen 2 een critische vraag aan ons adres. Het is deze vraag, of wij als kerken wel beantwoorden aan de rijkdom, die de Here in zijn belofte heeft geschonken. Men kan het evangelie niet lezen, of wij staan voor deze vraag, of wij wel eendráchtig bijeen zijn. Toen en daar werd het Pinksteren. De eendracht is een gave van de Geest, zoals men in de brieven van het Nieuwe Testament kan lezen. Maar de eendracht is ook een voorwaarde voor het werk van de Geest.
Het is deze eendrachtigheid, die niet individualiseert - zoals het geval is bij de charismatische beweging. En het is dezelfde eendrachtigheid, die de enkeling niet verdrukt, zoals in de hoogkerkelijke wereld gebeurt. Eendracht is gave. Zij is ook voorwaarde voor werkelijke geestelijke zegen in de gemeente van Christus. Hoe nauw het hier luistert weet ieder, die persoonlijk de gave van de Heilige Geest zoekt. Men kan Hem bedroeven. Men kan Hem smarten aandoen. En men doet dit, door de eendracht te schenden. Hoe schendt men die? Waardoor anders dan door de hoogmoed, de jaloezie, het egoïsme, de laatdunkendheid. Maar waaruit komen deze zonden voort, wanneer ze niet zouden leven in ons eigen boze hart?
Daarom kan het alleen Pinksteren zijn met een belofte, waar het hart in ootmoed zich buigt voor de Here en Hem smeekt om vernieuwing en om een vaste geest.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1988

De Wekker | 16 Pagina's

Terug naar Pinksteren?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 1988

De Wekker | 16 Pagina's