Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wij spraken met . . .

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij spraken met . . .

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Aan wie rondkijkt in verpleeghuizen vol demente bejaarden, kan de vraag zich opdringen of heel oud worden eigenlijk wel een zegen is. Het valt ook mij wel eens moeilijk om in de levens van erg gebrekkige ouderen een zegen te zien, maar zou het ook kunnen zijn dat bij hen die zegen vooral bestaat uit de zorg, die gezonden aan hen mogen besteden? Veel mensen mogen overigens op heel fijne manier en onder goede omstandigheden bejaard worden. Dat mensen gemiddeld ouder worden wil ik dan ook zeker als een zegen zien."
Aan het woord is mevrouw K.W. Zwijgers, voor intimi in de christelijke gereformeerde kerk van 's-Gravenhage-Zuid waartoe zij behoort Karla, 54 jaar oud, sinds zeven jaar directrice van het christelijke bejaardencentrum „Het Anker" aan de Prinses Margrietlaan in Voorburg. Uit het gesprek dat zij de redactie toestond resulteerde maar één conclusie, namelijk dat Karla Zwijgers aan toerusting en capaciteiten alles „in huis heeft" om haar taak op adequate wijze waar te nemen. Haar eerdere functies hebben daartoe zeker bijgedragen. Acht jaar lang werkte zij als hoofdagent bij de Haagse politie, in hoofdzaak bij het onderdeel verkeer. Daarna volgden vijf jaren in de functie van contactfunctionaris bij de Woningbouw-vereniging „Beter wonen" in Zoetermeer. Zoetermeer werd van dorp stad. In deze suburb van Den Haag vestigden zich in korte tijd enorm veel mensen. Karla onderhield de contacten met huurders, loste conflicten op, leerde gegronde klachten van chicanes te onderscheiden, gaf gevolg aan wensen die haar gerechtvaardigd voorkwamen en wist door dat alles haar communicatieve vaardigheden zo aan te scherpen, dat de keuze van het bestuur van „Het Anker", zeven jaar geleden, niet moeilijk moet zijn geweest.

Hoe groot is de capaciteit van „Het Anker" en hoe oud is de oudste bewoner?

„We hebben hier 175 bewoners. Eén bewoner staat op het punt 100 te worden. We tellen er 45 boven de negentig en de jongste is 76 jaar oud. We wachten tot het uiterste met doorzending van onze bewoners naar verpleeghuizen. Ze blijven in ons centrum ook als ze ziek worden. Onze doelstelling is de bewoners gelegenheid te geven hier te blijven tot aan hun dood. Er zijn natuurlijk ouderen bij wie van zodanig slechte psycho-geriatrische omstandigheden sprake is, dat zij voor zichzelf en voor anderen tot overlast zijn. In gevallen van zware dementie is het natuurlijk onontkoombaar, maar lichte gevallen blijven gewoon in ons tehuis.
We beschikken hier gelukkig onder het personeel over mensen die weten wat ziekenverzorging is. Daarbij voegt zich ook nog de omstandigheid dat de wachtlijsten voor de verpleeghuizen heel lang zijn. Dat is niet zonder zorg als je bedenkt dat we te maken hebben met een verdubbeling van de 65-plussers en evenzeer met een verdubbeling van de 80-plussers. Dat betekent méér gevallen van dementie. Ook de somatische gebrekkigheden nemen toe. We zullen steeds meer bejaarden gaan zien met looprekjes, in rolstoelen en met handfietsjes. Niet voor niets overweegt de overheid de indicatiegrens van 65 naar 75 te verleggen."

Het bejaardenprobleem zal in de komende jaren -uw woorden van zoeven wezen al in die richting - alleen maar groter worden. Mensen worden gemiddeld ouder.
De jonge aanplant staat in geen verhouding tot de vergrijzing. De overheid kan niet alles. Er wordt wel gesteld dat steeds méér een beroep op de particuliere zorg zal moeten worden gedaan. Vroeger bleven ouders bij hun kinderen, althans zo lang mogelijk. Lijkt dat terug te moeten komen?

„Het streven van de overheid is om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. De zelfredzaamheid en de eigenwaarde van mensen moeten zo lang mogelijk bewaard blijven. Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Hulp van familieleden is daarbij nodig en is ook goed. De rol van de overheid moet klein zijn. Als het allemaal niet meer kan moet de overheid klaar staan, met een beleid dat dertig jaar vooruit kijkt. Reeds nu is er een ernstig tekort aan verpleeghuizen. De overheid had dit moeten voorzien.
Het moet met enige spijt en zorg worden gezegd, maar de maatschappij-ontwikkeling is zo geweest dat op kinderen nauwelijks nog een beroep kan worden gedaan. Veel vrouwen moeten noodzakelijk blijven werken. De zorg voor bejaarde ouders beperkt zich dan ook in veel gevallen tot het even ophalen, even naar het ziekenhuis brengen en tot de rit terug. In het drukke tijdschema van de moderne mens is bij velen een goede begeleiding van bejaarde ouders niet goed in te passen."

Heeft „Het Anker" voldoende personeel om de zorg voor de bewoners op adequate wijze waar te nemen? Of spelen de bezuinigingen u ook parten? Van een verpleeghuis voor demente bejaarden in Den Haag is bekend dat daar alleen nog aan de directe zorg aandacht kan worden gegeven (eten, drinken, wassen etc.) maar waar men aan begeleiding in meer rustige contacten niet of nauwelijks meer toekomt.

„'Het Anker' kent dat probleem ook. Ook hier zijn de bezuinigingen er de oorzaak van dat de verzorging zich moet beperken tot de meest noodzakelijke dingen. Aan extra aandacht komt men ook hier te weinig toe. We proberen aan dit probleem iets te doen door in de fysieke zorg naar efficiëntere methoden te zoeken, maar ook daaraan zijn natuurlijk grenzen. We staan hier voor grote problemen. Doordat méér werk met minder mensen moet worden gedaan, komen de sociaal-maatschappelijke contacten steeds meer onder druk te staan. En die zijn nu juist zo verschrikkelijk belangrijk. Naarmate die contacten verminderen, nemen de klachten toe, klachten die veelal voortkomen uit een gevoel van onbehagen en eenzaamheid.
Over deze ontwikkeling kan ik mij grote zorgen maken."

Wat is uw algemene indruk van de belangstelling die kinderen en kleinkinderen voor bejaarde en in het bejaardentehuis wonende ouders aan de dag legen?
Bij demente bejaarden schijnt het veel voor te komen dat het verzorgend personeel de familie pas op de dag van de begrafenis ziet. In oosterse culturen is de band met en de zorg voor de ouders sterk en groot. Schuiven kinderen in onze westerse cultuur hun bejaarde ouders doorgaans niet erg gauw naar de bejaardencentra af?

„Het is onze ervaring dat de belangstelling van de kinderen groter of kleiner is naarmate de staf van ons tehuis contact met de kinderen onderhoudt. Dat contact beïnvloedt de kinderen op dit punt bepaald in positieve zin. Voor veel bewoners geldt dat hun kinderen eenmaal per week, in elk geval eens per maand op bezoek komen. Sommigen moeten met minder genoegen nemen, bijvoorbeeld in gevallen waarin kinderen naar andere delen van het land verhuisd zijn. De afstanden zijn dan te groot om dikwijls op bezoek te komen. Algemeen gesproken zouden kinderen best wat vaker kunnen komen.
Er zijn heel wat kinderen die het wel goed vinden dat hun ouders in een bejaardencentrum zitten. Bejaarden klagen daarover zelf ook wel eens. Onder hen is, ook al woont men met anderen samen, veel vereenzaming. Als de kinderen alleen in de weekends komen, zie je niet weinigen tussen zeven uur en half tien naar bed gaan. De dagen duren soms heel lang. Gelukkig zijn er ook kinderen die vader en/of moeder af en toe een weekend bij hen in huis halen. Sommige bewoners vinden dat heel fijn, al kan men de drukte van een jong gezin niet altijd meer zo goed aan. Verder treft het ons altijd aangenaam als kinderen in de kamer van vader en/of moeder iets huishoudelijks doen. De familie heeft soms de opvatting dat voor alle zorg toch wordt betaald, maar men vergeet dat bijvoorbeeld zelf even met de stofdoek in de kamer van pa of ma rondgaan ouders het gevoel geeft dat hun kinderen echt aandacht voor hen hebben. Ook kennen we bejaarden die vinden dat zij te vroeg in een tehuis terecht zijn gekomen. Naar hun oordeel hadden de kinderen het best nog een tijdje kunnen opvangen. Sommigen vinden dat ze met enige hulp van de kinderen best nog wat langer zelfstandig hadden kunnen blijven. De kinderen stellen vandaag dat het in huis nemen van één, laat staan twee ouders, eenvoudig niet meer kan.
Ruimtelijk zou dat inderdaad een probleem zijn, maar in onze westerse cultuur ontbreekt er ook de mentaliteit toe.
Overigens zullen van overheidswege de indicaties voor opname steeds strenger worden."

Hoe is het in dit tehuis met de geestelijke verzorging gesteld?
De spreuk in de hal „Wij ank'ren in der eeuwen rots" doet vermoeden dat deze grote aandacht krijgt.

„De directie verzorgt elke dag de dagopening. Dat houdt in Schriftlezing, gevolgd door overdenking uit een dagboek, afgewisseld met geestelijke muziek. Een peiling heeft uitgewezen dat ongeveer 95% van de bewoners via de intercom naar de dagopening luistert. Voor de pastorale zorg kennen we een huispastor, die aan ons tehuis per week anderhalve dag besteedt. Uiteraard zijn we zeer attent op een goede pastorale begeleiding van ernstig zieken en stervenden. Ook kent 'Het Anker' het instituut van de gesprekskring. Daaraan nemen gemiddeld zo'n 20 bewoners deel. Op dit moment is er een aan de gang. Het thema is 'Is de arme een gevaar voor de rijke'?"

Wilt u ook iets vertellen over de medische verzorging? Bent u wel eens met het euthanasie-probleem geconfronteerd?

„Ons tehuis beschikt over een medisch adviseur. Verder is iedere bewoner vrij zijn of haar eigen arts te kiezen. Hier komen zo'n 15 artsen over de vloer. We hebben twee verpleegkundigen met het diploma A en B in dienst. In alle jaren waarin ik hier de leiding had, ben ik slechts één keer met het euthanasie-probleem geconfronteerd geweest. In verpleeginrichtingen speelt dat vraagstuk veel sterker. Maar - zoals gezegd - één keer kreeg ik de vraag naar mij toe: kunt u mij helpen? Ik heb niet geholpen, althans niet in de zin waarin men dat vroeg. Het leven wordt door God gegeven. God mag het alleen nemen. Hoe ernstig de toestand van een patiënt ook is, wij zullen ons van actieve euthanasie hebben te onthouden. Onze opdracht in die situatie is: tot het uiterste met goede zorg en begeleiding doorgaan. Dat betekent meegaan tot de laatste drempel. Emotioneel vraagt dat erg veel van degenen die de zorg voor zo'n ernstig zieke patiënt hebben. We hebben er soms heel veel moeite mee om een langgerekt lijden aan te zien. Als leiding heb je daarin naar het personeel toe een belangrijke rol te vervullen in de vorm van mentale ondersteuning en bemoediging."

Zijn in uw tehuis de onderlinge verhoudingen tussen de bewoners harmonieus?
In alle grote en kleine verbanden van de menselijke samenleving komen wel eens conflictsituaties voor. Daaraan zal ook hier naar alle waarschijnlijkheid niet te ontkomen zijn.

„Ernstige conflicten tussen de bewoners komen gelukkig niet voor. Wel ontstaan soms situaties waarin de ene bejaarde voor de andere bedreigend kan zijn. Zo'n situatie doet zich bijvoorbeeld voor als iemand die men goed kende en met wie men op plezierige wijze omging, begint te dementeren. Als de dementerende dan ander gedrag gaat vertonen, wordt dat door de gezonden niet altijd goed begrepen. Problematisch zijn ook de wel eens voorkomende hallucinaties. Als iets zoek is, bijvoorbeeld de portemonnee of een ander voorwerp, is er soms al gauw het vermoeden dat men door een van de medebewoners bestolen is. Dat leidt dan tot het mijden van elkaar. Binnen de relaties kan dat spanningen geven. In dit alles spelen uiteenlopende factoren mee.
Om te beginnen wordt aan oude mensen als zij de overgang van het zelfstandig wonen naar het bejaardenhuis maken, veel ontnomen. Dat geeft het psychische effect dat men ten aanzien van wat men nog overhield extra op scherp komt te staan. Ook de gezondheid speelt erin mee. Van grote invloed in negatieve zin zijn de eventuele relatiestoornissen met de familie. Onze ervaring is dat hoe beter de relaties met de kinderen en de verdere familie zijn hoe plezieriger de opstelling van de bewoners in ons tehuis is. Waar die goede relaties ontbreken manifesteert zich al gauw gemopper, bijvoorbeeld op het eten. Zijn de relaties goed dan kunnen zij hun vragen, problemen en klachten aan eigen volk kwijt en dat is heel belangrijk. Juist omdat men bij de overgang naar het bejaardenhuis zoveel moest loslaten wordt het door de bewoners als weldadig ervaren als de familie af en toe iets aandraagt. Uit dit alles is duidelijk hoe noodzakelijk die extra begeleiding is, waarvan ik eerder al zei dat deze door de bezuinigingen steeds meer onder druk komt te staan.
De overheid confronteert ons tehuis trouwens met nog een ander probleem. Ons is een reductie met 71 bedden opgelegd. Dat heeft te maken met onze identiteit. Men streeft naar meer tehuizen van algemene signatuur. Er wordt gewoon gesteld dat zoveel identiteit-gebonden tehuizen in het maatschappelijk beeld van vandaag niet meer passen. Ik vind dat een zorgelijke ontwikkeling. Ons tehuis komt dat op een teruggang van 175 naar 104 bedden te staan."

Uw leidinggevende taak vraagt zowel fysiek als psychisch ongetwijfeld veel van u. Welke vormen van ontspanning wisselen al uw inspanningen hier af? Ingewijden weten dat u een globetrotter bent. Reist u nog veel?

„Ik heb het grootste deel van de wereld gehad, alleen het Afrikaanse continent nog. Verder ben ik een groot liefhebber van bergbeklimmen, lange-afstandwandelen, ballonvaren en zweefvliegen, terwijl ik mij, als mij het leven en de gezondheid worden gegeven, in de toekomst graag nog op diepzeeduiken wil toeleggen. Het klinkt misschien wat arrogant, maar ik sta graag voor uitdagingen. Ik beweeg mij graag in uitersten. Die spanning heb ik nodig als ontspanning . . .
Overigens zou dat alles geen betekenis hebben als ik niet duidelijk wist dat de Here God mij steeds weer de kracht en het goede inzicht geeft om mijn werk zo goed mogelijk waar te nemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1988

De Wekker | 16 Pagina's

Wij spraken met . . .

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 december 1988

De Wekker | 16 Pagina's