Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Marginaal?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Marginaal?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkrecht: een kerkorde is geen wetboek
Luther heeft op 10 december 1520 het kerkelijk wetboek verbrand. De studenten hebben daarin het grootste plezier gehad. Het was volstrekt niet mis, dit Corpus Juris Canonici. De eeuwen lagen er in opgeslagen. Het vuur verteerde het. En wat daarna in de kerken van de Reformatie op dit terrein gepresteerd werd, kon men in kleine, handzame boekjes samenvatten: een orde voor de eredienst, een orde voor de ambtelijke dienst, een orde voor de liturgie, voor de oefening van de tucht (vooral bij de gereformeerden). En daarmee was vrijwel alles gezegd. Een kerkorde is geen wetboek. Een jurist kan er weinig mee beginnen. En men moet de orde als uitdrukking van de „geestelijke bestuurswijze" van de kerk dan ook niet lezen met de ogen van een wetgeleerde. Een hachelijk standpunt voorwaar! Want alles gaat goed, wanneer de Geest er is. Maar men slaat elkaar met de kerkorde, en deelt de hardste klappen uit, wanneer het fout gaat. De orde van de Geest in de handen van het vlees! Erger kan het niet. Geen wonder dat een burgerlijke rechter met de handen in het haar zit, wanneer hij als een onpartijdig buitenstaander zich geplaatst ziet voor een beoordeling van een concrete kwestie binnen de kerken. Geen wonder ook dat juristen een beetje kriebelig worden wanneer ze het kleine boekje zien. Geen wonder ook, dat er een zucht, een niet te stuiten verlangen is, ook in de kerken om alles te regelen en nog eens te regelen en als alles geregeld is te gaan twisten over de uitleg van de regels. Als de Geest verdwenen is, berg dan de kerkorde maar op. Zij wil de weg wijzen voor de doorgang van het Woord. Ontbreekt het verlangen daarnaar, dan werkt ze als het verkeersbord, waarop staat: alle richtingen. Wie de schranderste, gewiekste uitlegger is wint de rit.

Voorbeeld 1: een beroepsbrief is geen arbeidscontract
Een schromelijke denkfout is het, wanneer men een beroepsbrief kwalificeert als een arbeidscontract. Men kan met de beroepsbrief in de hand zeggen: ik werk niet langer dan 35 uur, en dat uitgesmeerd over vijf dagen of viereneenhalve dag. Men kan, wanneer men de brief goed gelezen heeft ook zeggen: mijn dienst is die van mijn leven. Elk uur is voor Hem, in wiens dienst ik sta en voor de gemeente, die mij beroepen heeft. Ik hoorde een predikant in een grote stad zeggen: men kan zich hier dood luieren en men kan zich hier dood werken, niemand die het merkt. Het was een Bonder uit Rotterdam. Het kon ook een van onze predikanten zijn geweest. Het merendeel werkt bijzonder hard en tot aan de uiterste grens. Maar niet op grond van een arbeidsovereenkomst. Zij staan in dienst van hun Zender. Hun CAO vinden ze in de bijbel: wee mij, als ik het evangelie niet verkondig. De verhouding tot de kerkeraad is niet die van werkgever en werknemer. Een beroepsbrief is geen arbeidsovereenkomst.

Voorbeeld 2: een attest is geen bewijs van lidmaatschap
Dit geldt zowel het attest voor belijdende leden als voor doopleden. Het is allerminst een bewijs van lidmaatschap. Zelfs is het na een periode van drie maanden of korter geen bewijs meer van zuiverheid van leer of leven. Het is een „ad-hoc"-document, dat zijn waarde verliest, zodra het zijn functie heeft gehad. Geef mij mijn attestatie maar: zo hoorde men vroeger en ook vandaag nog wel, als een verkeerde formulering van een verkeerde wens. Wil men bij die verkeerde wens blijven, dan wordt niemand gedwongen om tegen zijn zin lid of dooplid te heten. Eén briefje is voldoende: ik onttrek mij. Niet dat dit zo plezierig klinkt, maar zo liggen de zaken nu eenmaal en ieder zou dit behoren te weten. Voorlichting op dit terrein kan geen kwaad.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1989

De Wekker | 8 Pagina's

Marginaal?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1989

De Wekker | 8 Pagina's