Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een effen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een effen land

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Uw goede Geest geleide mij in een effen land" Ps. 143:10

Je hebt een hele dag vergaderd. Dan ga je naar huis. 't Is zo'n zeventig kilometer. Binnen het uur moet je thuis kunnen zijn. Als je maar eerst de stad uit bent. Want dat kan verschrikkelijk ophouden. Heb je dat achter de rug... dan kan je haast de klok er op gelijkzetten: zo laat ben ik thuis... Behaag'lijk zittend in de auto rijd je met een gang van honderdentwintig over de vierbaansweg naar huis...
Dat gevoel moet veel mensen niet vreemd zijn. Want al is ieder niet een vergadermens, op vakantie gaan de meesten toch wel. Wel, dan heb je iets van datzelfde gevoel als je eindelijk vertrokken bent. Je zou dat kunnen noemen het gevoel van „een effen land". De hindernissen zijn eindelijk voorbij. Voor je ligt een stralende weg, een effen land.
Een effen land - daar ben je niet zomaar. Daar gaat eerst heel wat aan vooraf. Die tocht door de stad. Die drukke dagen vóór de vakantie. Er moet eerst heel wat worden vereffend!
Niets anders is het in ons leven. Dat verloopt ook niet zo gladjes!
Het gebed uit psalm 143 - eigenlijk één groot gebed - heeft daarom menigeen aangesproken: „uw goede Geest geleide mij in een effen land". Het vertolkt een stuk verlangen. Het heeft een realistische achtergrond. Wat kan het leven zwaar zijn. Je ziet er vaak als een berg tegen op.
Wel, dat deed de dichter van deze psalm ook. Er waren in zijn leven nogal wat obstakels en oneffenheden. Meerdere vijanden maakten het hem bijzonder lastig. Hij vraagt dan ook in dit gebed of God hem van deze vijanden verlossen wil, of God ook in dit opzicht zijn leven effen wil maken. Maar het grootste obstakel vormen de vijanden niet. De grootste sta-in- de-weg is de dichter zelf. Het allerduidelijkst komt dat uit in vers 2: „ga niet in het gericht met uw knecht". Hij weet zich bijzonder schuldig. Zijn zondig leven heeft zijn levensweg nogal kapotgemaakt, 't Is waar, zijn vijanden deden daar nog een schepje bovenop. Maar zelf is hij het grootste obstakel. Hij heeft de wil van God niet gedaan. Hij heeft zich niet gehouden aan de zegenrijke verordeningen van Gods wet. Vandaar dat hij eerst bidt om Gods wil te mogen leren doen - Gods goede Geest geleide hem in een effen land - en dán om de verlossing van zijn vijanden.
Een effen land. Dat kan zijn een leven waarin alles gladjes verloopt. Maar dat is het per definitie niet. Psalm 10 zegt dat dat ook het leven van een goddeloze kan zijn. Die heeft altijd voorspoed.
Een effen land. Het is méér een land waarin het één en ander geëffend is, rechtgemaakt. Voor de dichter heeft het meer te maken met vergeving, het leren doen van Gods wil, meer met de verlossing van hemzelf dan met de verlossing van zijn vijanden. Natuurlijk staat dat kwaad er niet buiten maar zeker niet voorop. Een effen land, dat is het leven van een gerechtvaardigde, een rechtgemaakte. Niet altijd daarom een gemakkelijk leven - puin ruimen en obstakels wegnemen doet pijn, vooral in je eigen hart - maar wel een recht leven. Een levensweg, die tot het juiste doel leidt. Beslist geen doodlopende weg.
Leven met God is op zich geen rijden op de heerlijke vierbaansweg van het christenleven. Wel: gaan op een weg die tot het juiste doel leidt! Een weg, die daarom op zichzelf juist, recht is. Hij kan gemakkelijk zijn, maar is ook vaak heel moeilijk. Het effen land van psalm 143 is geen land dat per se effen was, wel een land waarin veel vereffend is.
David, de dichter, weet dat hij dit alleen niet kan. Alleen gaat het niet: in een effen land komen. Gods goede Geest moet het doen. Daarom bidt hij dan ook hartstochtelijk. Die goede Geest geleide hem in dat effen land. Wij zouden zeggen: de Heilige Geest, de Geest van Christus. Eén dezer dagen hebben wij samen het feest van zijn uitstorting mogen vieren. Hoe hebben we Hem nodig. Niet voor het gemak, maar wel om te komen in een effen land. Om het weten op de goede weg te zijn, de weg des levens. Om ook op de goede weg te kunnen blijven. Om te kunnen en mogen leven in een geëffend land, rechtgemaakt, gerechtvaardigd.
Je kunt tegen het leven opzien als een berg. Je kunt er bovendien zelf een puinhoop van hebben gemaakt. Er zijn er die voortgaan van de ene ellende in de andere. Pinksteren verkondigt ons:
God baant door de Geest van Christus de rechtvaardigen een effen spoor, Jes. 26:7. Zelfs in de weg van gerichten, Jes. 26:8.
Een effen land, het is toch totaal iets anders als dat gevoel en die belevenis van die chauffeur die gelukkig op de grote weg komt. Het is veeleer weten op de goede weg te zijn. Zelfs al zijn de omstandigheden erg moeilijk. Het heeft iets weg van de gebaande weg in je hart, ps. 84.

Zwolle, A. van der Veer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1989

De Wekker | 8 Pagina's

Een effen land

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 mei 1989

De Wekker | 8 Pagina's