Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Synode van Groningen 1989 (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Synode van Groningen 1989 (I)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vooraf
Toen de Generale Synode van 's-Gravenhage 1986 aan het eind van haar beraadslagingen kwam, werd onder andere geregeld welke gemeente roepende kerk zou worden voor de eerstvolgende Synode. Na het Westen was het Noorden daarvoor weer aan de beurt. En aangezien voor 1953 Leeuwarden, voor 1965 Zwolle en voor 1977 Hoogeveen waren aangewezen als roepende kerk, wekte het geen verbazing dat nu Groningen aan de beurt kwam. Niemand kon op dat moment vermoeden dat die eerstvolgende Synode niet in 1989, maar in 1988 reeds zou zijn; door het overlijden van prof. dr. J.P. Versteeg was een extra Synode in dat laatste jaar noodzakelijk om in de ontstane vacature aan de Theologische Hogeschool te voorzien. Op dat moment had men in Groningen ook reeds de eerste voorbereidingen getroffen voor de te houden Synode van 1989.

De bidstond
Op de (maandag)avond voorafgaand aan de opening van de Synode belegt de roepende kerk een dienst van Woord en gebed. Daarin gaat naar de orde van de kerk voor de praeses van de vorige Generale Synode. Zo kwamen op maandagavond 21 augustus velen bijeen in de Jeruzalemkerk in Groningen-Centrum.
Toen te 20.00 uur de dienst begon en de kerkeraad van Groningen het kerkgebouw binnenkwam, was de kerk beneden geheel gevuld. Velen uit de gemeente van Groningen en uit het ressort van het noorden waren samengekomen om op de vooravond van de Synode te bidden voor de arbeid die beginnen zou. Maar niet alleen uit de directe omgeving waren leden van de kerken aanwezig: uit het feit dat men mensen kon zien uit de kop van Noord- Holland, uit de bollenstreek, uit de Veluwe, was duidelijk dat deze arbeid door het geheel van de kerken wordt gedragen.
Overigens was er een belangrijk verschil met 1986: toen kwamen de kerken ook elders samen in diensten om te bidden voor de Synode, o.a. in Drachten en in Doesburg; spontaan belegd door kerkeraden in elkaars omgeving. Het was er een teken van dat de Synode toen met grote spanning tegemoet werd gezien. Bij mijn weten was nu alleen in Groningen de bidstond. Het kon gezien worden als een teken dat de Synode van 1989 met veel minder spanning omgeven was dan drie jaar geleden. Of - zo vroeg de voorganger in de dienst in het begin van zijn preek - zijn we op open zee gekomen, waar de schepen elkaar wel uit de verte zien, maar waar geen sprake is van een wederzijdse ontmoeting?
Voor de vijfde (en laatste) keer ging ds. J.H. Velema in de bidstond voor. Zijn tekst was Rom. 15:5 en 6: „De God nu der volharding en der vertroosting geve u eensgezind van hetzelfde gevoelen te zijn naar (het voorbeeld van) Christus Jezus, opdat gij eendrachtig uit één mond den God en Vader van onze Here Jezus Christus moogt verheerlijken."
De preek kreeg als thema: Paulus' zegenbede voor de eenheid der gemeente; als punten kwamen aan de orde: de verhoorder, de verhoring en de verheerlijking van dit gebed. In de gebeden na de verkondiging werden het werk van de komende Synode (zowel plenair als in commissieverband), de leden van de Synode en haar prae-adviseurs, het te kiezen moderamen aan de Here opgedragen en werd gesmeekt om de leiding van de Heilige Geest.

Het begin van de Synode
De volgende dag, dinsdag 22 augustus, gingen velen naar het gebouw waar de komende weken de plenaire zittingen van de Generale Synode gehouden zullen worden: de Maranathakerk in Groningen-Zuid. De kerkzaal van dit kerkgebouw was omgebouwd tot vergaderzaal met „publieke tribune". De praeses van de kerkeraad, drs. R.W.J. Soeters, opende te 09.15 uur de Synode. Na het zingen van ps. 119:34 en 40 las hij psalm 119:97-112 en ging voor in gebed.

De openingstoespraak
Het is de gewoonte dat in de openingstoespraak - uitgesproken door de praeses van de roepende kerk - iets wordt verteld van de burgerlijke en kerkelijke geschiedenis van de plaats waar de Synode samenkomt. Drs. Soeters had klaarblijkelijk heel wat graafwerk daartoe verricht. Hij vertelde over de ouderdom van de stad Groningen, dat Bernard Alting daarover in de 17e eeuw schreef: „Wij weten in desen niet, als dat wij 't niet weten". Onderzoek en opgravingen hebben echter verschillende zaken over het ontstaan van de stad aan het licht gebracht.
Zo werd in 1267 al het „Heilige Geest gasthuis" gebouwd voor minvermogende kooplieden en overige reizigers. Er vanuit gaande dat de Synodeleden tot de laatste categorie behoren hoopt Groningen de gastvrijheid die toen al tot uiting kwam, waar te maken! Groningen werd al snel een welvarende stad, een politiek en economisch concentratiepunt van groot belang. Ook de geestelijkheid profiteerde daarvan: jaarlijks moesten de Groningers dertig karrevrachten wijn leveren aan de Utrechtse geestelijkheid...
De Reformatie trekt in de 16e eeuw haar sporen in de stad. En - een grote stap makend in de geschiedenis - op 27 november 1834 komt Hendrik de Cock in de stad. Hij moet zich verantwoorden voor zijn daden voor de rechtbank, maar gaat ook naar de in Groningen logerende ds. H.P. Scholte. Op dat moment wordt een zeer kleine (in totaal 12 leden tellende) afgescheiden gemeente gesticht. Zoals ook in andere plaatsen blijft in het begin van haar bestaan ook deze gemeente de smaad en laster niet gespaard.
Een tweede belangrijke datum is dan 26 november 1893; onder leiding van ds. J.W. Drayer besluit een aantal leden na de in 1892 tot stand gekomen vereniging te blijven wat men was: christelijk gereformeerd.
„Bij alle veranderingen die zich sindsdien in het plaatselijk en breder kerkelijk leven voltrokken hebben, zullen ootmoed, liefde en samenbinding als vrucht van de Geest wezenlijk voor het leven van de kerk blijven, wil de kerk anno 1989 getuigend in deze wereld staan."
Iedere keer als de Generale Synode samenkomt, denkt zij aan hen die niet meer onder ons zijn. Staande hoorden alle afgevaardigden en andere aanwezigen de namen aan van een aantal in de afgelopen periode overleden broeders; genoemd werden de ouderlingen br. E. Evers, G.E. van Nee, L. van Valen, L. Bergsma, G. den Hertog en Iz. van Gorsel (ook in het bredere kerkelijk leven bekend), de predikanten S. van der Molen, W.J. Buys, I. de Bruyne, H. van Leeuwen en A.W. Drechsler en prof. dr. J.P. Versteeg. Met dankbaarheid en in een ogenblik van stilte dacht ieder terug aan wat ze door Gods genade voor onze kerken hebben mogen doen.

Licht in het donker
Ds. Soeters bleek in het kiezen van het gelezen Schriftgedeelte geleid te zijn door het feit dat 375 jaar geleden de Groningse Universiteit werd opgericht; in het wapen van de academie vindt men de woorden „het Woord des Heren is een lamp voor onze voeten" (zij het in het Latijn). Ds. Soeters hield de Synodeleden voor dat het licht van Gods Woord onmisbaar blijft in een tijd van zoveel duisternis inzake God en het leven van deze tijd. Het beeld van het lampje (en niet van de schijnwerper) beware ons voor overmoed! Laat ons gehoorzamen aan en vertrouwen op dat Woord.

Onderzoek lastbrieven en verkiezing moderamen
Bij het lezen van de lastbrieven (waarin iedere Particuliere Synode zijn afvaardiging meldt) bleek dat enkele primi-afgevaardigden vervangen waren door hun secundi. De wettigheid van de Synode werd geconstateerd - een niet onbelangrijk gegeven.
Nu moest het moderamen gekozen worden; na de stemmingen bleek dat ds. M.C. Tanis (uit de Part. Synode van het Zuiden) verkozen was tot praeses van de Synode, dat drs. J.C.L. Starreveld (uit de Part. Synode van het Noorden) eerste scriba is, dat ds. J. van Amstel en ds. J. Westerink (beiden uit de Part. Synode van het Oosten) resp. tweede scriba en assessor zijn. Er waren voor deze vier functies slechts een zestal stemmingen nodig. Een en ander had dus een vlot verloop. Wél was het opmerkelijk dat de tot en met 1977 in stand gehouden traditie dat alle vier de Particuliere Synoden vertegenwoordigd zijn in het moderamen, ook nu niet werd hersteld. En weer is het „het Westen" dat niet in het moderamen vertegenwoordigd is.
Een en ander doet uiteraard niets af aan het vertrouwen in déze gekozen moderamenleden. Zij namen op uitnodiging van ds. Soeters plaats achter de moderamentafel, waarbij de leiding van de vergadering aan de praeses werd overgedragen.
Volgende week hoop ik u verder te informeren over de eerste Synode-dag.

Hoogeveen, D. Quant

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1989

De Wekker | 8 Pagina's

De Synode van Groningen 1989 (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 1989

De Wekker | 8 Pagina's