Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terugblik op de vakantie of een vooruitblik?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terugblik op de vakantie of een vooruitblik?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook deze keer wordt de aanleiding tot dit artikel gevonden in een brief die bij de redactie is binnengekomen.
Ook deze keer ben ik van mening, dat de zaak, die aan de orde werd gesteld, van belang is voor vele van onze lezers.
De brief ging over Nederlandstalige kerkdiensten in het buitenland. Onze lezers herinneren zich, dat ons blad in het voorjaar weer heel veel plaatsruimte heeft afgestaan voor het vermelden van kerkdiensten, op gereformeerde grondslag zal ik maar zeggen, in Duitsland, Frankrijk, Italië, Zwitserland en Oostenrijk, in bekende vakantiegebieden.
Het was niet voor de eerste keer en het zal ook wel niet voor de laatste keer zijn, dat dit gebeurde, al weet ik niet of er zo veel plaatsruimte voor moet worden gemaakt.

De brief
Uit de ontvangen brief citeer ik het volgende: Wat zijn dat voor diensten? Reeds eerder had ik mij die vraag gesteld en ik besloot daarom zo'n dienst te gaan bijwonen. De Nederlandse kerkgangers en de dienst herinnerden op geen enkele manier aan vakantiegangers en de dienst week nauwelijks af van normale diensten. Behalve de ambtsdrager die de hand drukte was geen kerkeraad aanwezig. De collecte was bestemd voor een algemeen christelijk doel en werd bijeengehaald door, dacht ik „zo maar een jongen". Ik vroeg me vooral af: Bij welke gemeente ben ik nu te gast; welke kerkeraad heeft hier de verantwoordelijkheid? Later thuis hoorde ik van een kennis, dat hij op vakantie had meegemaakt, dat men voor de dienst vroeg of er een ouderling in de zaal was. En die was er inderdaad. Misschien was die nodig voor de handdruk. Maar houdt zo'n gebaar dan zo weinig in? Welke kerkeraad staat hier achter? En is men mij, na 1517, niet begonnen te leren, dat een dominee en een ouderling nog geen kerk maakt? Opgaan onder de gereformeerde prediking is fijn, maar de kerkelijke verdeeldheid houdt mij te veel bezig om niet te willen weten hoe de muren nu verlegd zijn. Daarover is nu juist geen duidelijkheid. Of is de vakantietijd de alles-is-anders-tijd, dan doen we niet moeilijk over al die dingen; we gaan samen op onder de gereformeerde prediking en zo hoort het; we organiseren dat gewoon.
Dit is het grootste deel van de brief; straks nog een klein stukje.
Ik moet zeggen, dat ik in feite de briefschrijver groot gelijk geef. Ik wil niet zeggen, dat de beschreven diensten niet in een behoefte voorzien en dat ze niet als stichtelijk en bemoedigend ervaren kunnen worden. Zelfs beken ik, dat ik er zelf op verzoek wel eens enige keren aan meegedaan heb in Locarno. Ik weet ook dat er heel wat kerkleden, ook uit onze kring, zijn, die hun vakantiegebied zo kiezen, dat ze op zondag naar een van deze vele diensten toe kunnen gaan, juist omdat ze ook in het buitenland de zondag ook zoveel mogelijk zondag willen laten zijn. Velen van ons weten, hoe geschikt vakanties en weekend-bestedingen kunnen zijn om je van de kerk los te weken. Er is bijna geen camping, waar nog op enige manier te merken is dat het zondag is. En dat men zich dan inspant om voor kerkdiensten te zorgen is een te waarderen zaak.

Maar kerkdiensten?
Maar kerkdiensten zijn het niet. En men moet ook niet net doen alsof je even een kerkdienst kunt organiseren. De dominee die voorgaat heeft daar ter plaatse geen roeping om het Woord te verkondigen. Hij is niet de „geestelijke" die in zichzelf de lading heeft meegekregen om die te „lossen" als hij ergens ver weg ook zelf met vakantie is, en die hem zou uitheffen boven de roeping van andere gemeenteleden om overal waar ze zijn en de kans krijgen van hun geloof te getuigen. Als een dominee in een andere plaats dan zijn eigen gemeente voorgaat, dan erkent de daar aanwezige kerkeraad zijn roeping tot Woordverkondiging alsof hij de plaatselijke dominee aldaar was, op grond van de wederzijdse erkenningen in het kerkverband. En een ouderling heeft al helemaal geen andere dan plaatselijke bevoegdheid, tenzij hij door zijn kerkeraad naar een meerdere vergadering met bevoegdheid wordt afgevaardigd. In een vakantiegemeente is hij helemaal geen ouderling. Van het geld ophalen „door een jongen" wil ik geen kwaad woord zeggen, want geld ophalen is niet specifiek diaconaal werk. Wel geldt: het is hier in de vakantietijd geen ambtelijk diaconaat. Wat moet je dan van „vakantiekerkdiensten" zeggen? Het is op zijn best een stichtelijk gezelschap van mensen, die elkaar als christenen gevonden hebben en die vanuit de armoede, dat ze op deze zondag geen kerkdienst kunnen bijwonen, een noodoplossing hebben gevonden. In zoverre is er enige vergelijking te maken met mensen die zondags op zee zijn of in militaire dienst. In Indonesië had je indertijd zgn. noodgemeenten. Ook onder Nederlandse militairen in Duitsland is op zo'n manier iets tot stand gekomen, al heeft ook dat niet echt bevredigd.
En dan kan de noodoplossing toch wel een zegen betekenen. Wie zou Gods Geest willen beperken? Maar naar mijn overtuiging moet in de vorm van samenkomen dan ook niet een kerkdienst in ambtelijke zin geïmiteerd worden. Een organist mag „opgescharreld" worden, maar een ouderling niet.
Anders zou het worden, als er een vorm gevonden zou kunnen worden, waaronder de een of andere kerkeraad ambtelijke verantwoordelijkheid op zich neemt voor zulke diensten. Maar de uitvoering daarvan zal wel op teveel kerkelijke en organisatorische moeilijkheden stuiten.
Ik kan me wel voorstellen, dat er een collega is die zegt: Nu kun je zo hoogkerkelijk mogelijk praten als je wilt, wat ambtelijke roeping en zo betreft, maar als ik een zondag, bijvoorbeeld in Locarno, preek, dan ga ik daar voor en dan preek ik daar als dominee, als dienaar van Christus, en ik doe het ook, kerkeraad of niet. Natuurlijk heb ik daar gevoel voor, maar aan de andere kant: dat is juist hoog-kerkelijk gedacht: de dominee staat daar met iets, dat een ander niet heeft, de rooms-katholieke opvatting van de priester die boven het volk staat. Neen, ik sta daar dan als hopelijk bekwame Schriftuitlegger aan wie het spreken van een stichtelijk woord kan worden toevertrouwd op grond van misschien een bredere bekendheid en een waardering die zo maar andere mensen dan die tot mijn eigen gemeente behoren aan mij willen hechten. En ik sta daar met in mijn achterhoofd een aantal vragen.

Die vragen
De eerste vraag is: Is hier in deze plaats misschien een trouwe gemeente van Christus? Heb ik daar enig onderzoek naar gedaan? Kan het zijn, dat mijn optreden hier op de keper beschouwd een slag in het gelaat van zo'n gemeente is? Het wordt natuurlijk al heel anders, wanneer er afspraken en zelfs goedkeuring van de kant van een plaatselijke gemeente kunnen zijn.
De tweede vraag is: Wat richt ik aan door hier in een gemengde samenkomst voor te gaan? Ik bedoel: Wat voor verwachtingen wek ik, waaraan terug in het vaderland geen gevolg kan worden gegeven, althans voorlopig niet? We zijn even bezig om voor enige weken de kerkelijke verdeeldheid op te heffen èn we zijn even bezig om liturgische vrijheden te scheppen die we mogelijk in eigen gemeente of kerkverband niet kennen. Het betekent ook, dat kerkelijke en liturgische afspraken maar een heel beperkte waarde hebben. Gemeenteleden zeggen heel dikwijls: Je kunt er zo heerlijk allerlei liederen zingen. Hè, konden we dat in onze eigen gemeente ook maar. Anderen zeggen (of dezelfden): Je kunt er zo heerlijk met mensen van allerlei kerken samen zijn. De kerkmuren vallen weg. Al dat benepene in Nederland. Of ik daar geen gevoel voor heb? Gevoel wel, ja. Maar laten we in alle nuchterheid erkennen, dat kerkelijk samenleven in werktijd heel wat meer eist dan in vakantietijd, evenals leven in werktijd anders is dan in een onbezorgde of zorgeloze vakantietijd.
Men zal van mij wel weten, dat ik van mening ben, dat onze kerken te eng binden wat het kerklied betreft, maar tegelijk ben ik van mening, dat het samenleven als kerken van een zodanige betekenis is, dat men zich wel eens moet schikken in iets, dat men liever anders had gezien.
En het andere, die kerkmuren? Wat samen kan, moét ook samen. Dat is eenvoudig eis van Christus. Dat is niet alleen in vakantietijd zo, dat is alle dagen zo. En daar mag wel heel hard aan gewerkt worden. Aan de andere kant: er is helaas niet voor niets een afscheiding geweest. Het met elkaar geestelijk eens zijn heeft óók een kerkelijk aspect. „Geestelijk leven" heeft ook met de kerk te maken: we hebben niet voor niets de artikelen 27-29 in de Nederlandse Geloofsbelijdenis staan. Er is nog een derde vraag. De brief, die de redactie kreeg, brengt die kwestie zo onder woorden:
Zou het niet beter zijn, als we in het land van onze vakantie op zoek gingen om te zien of Christus ook daar zijn gemeente vergadert? Door die ontdekking kun je nieuwe moed, blijdschap krijgen over de kerk van alle plaatsen en alle tijden... In een tijd, waarin wij ernstig op zoek zijn naar wat kerk zijn nu eigenlijk is, zou hier ter verduidelijking meer over gezegd moeten worden.
Tot zover de brief.

Tot besluit
U zult van mij wel weten, dat ik graag hamer op het bezoeken van de kerkdiensten in het buitenland van de plaatselijke gemeente, zo mogelijk. Vanuit mijn betrokkenheid bij de Franse EREI heb ik daar al vaker over geschreven. Men is er zo gelukkig mee. Ik weet, het één behoeft het ander niet uit te sluiten. En er is buiten ons land vaak maar één keer kerk per zondag. Des te meer ga je je eigen Nederlandse voorrechten beseffen. Laten we ze ook gebruiken!
Tenslotte: als ik hierboven zette: . . . of een vooruitblik? - dan bedoelde ik: als ontmoetingen en ervaringen in het buitenland u kunnen stimuleren om iets te doen aan verkeerde of vastgeroeste toestanden in ons land, om gereformeerde belijders op te zoeken die eenzelfde belijden en beleven kennen, wacht dan niet tot de volgende vakantie als God u die geeft, maar ga in uw plaats en tijd doen wat God van u vandaag vraagt.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1989

De Wekker | 8 Pagina's

Terugblik op de vakantie of een vooruitblik?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1989

De Wekker | 8 Pagina's