Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verzegeling met de Heilige Geest (VIII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verzegeling met de Heilige Geest (VIII)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot nu toe hebben wij ons verdiept in de betekenis van de uitdrukking „Verzegeld met de Heilige Geest". We ontdekten intussen, dat het begrip van „verzegeling" samenhangt met dat van de „zalving", „onderpand" en „dag der verlossing". Aan deze samenhang schenken we nu eerst onze aandacht. We zijn bezig (nog steeds) met het luisteren naar de Schrift. Dit mag onze opmerkzaamheid wel gaande houden.

Verzegeling en zalving
Op de samenhang tussen „verzegeling" en „zalving" met de Heilige Geest worden we opmerkzaam gemaakt door wat Paulus zegt in 2 Cor. 1:21,22: „Maar die ons met u bevestigt in Christus, en die ons gezalfd heeft, is God; Die ons ook heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes in onze harten heeft gegeven."
Op verschillende plaatsen komen we het begrip „zalving" tegen in het Nieuwe Testament. De symbolische handeling van 't zalven kennen we uit het Oude Testament. Profeten, priesters en koningen werden door de zalving aangewezen, afgezonderd en op een betekenisvolle manier bekwaamd tot hun ambt. In het Nieuwe Testament is er eigenlijk slechts Eén, die de Gezalfde mag heten. Christus is door God afgezonderd, verkoren om verlosser te zijn. Hij vervult zijn ambt op een drievoudige manier, nl. door profeet te zijn, priester en koning. We zien, dat zijn zalving geschiedt bij de doop in de Jordaan. Hij heeft de Heilige Geest ontvangen, niet met mate, maar volkomen. En door de Heilige Geest ontvangen al de zijnen deel aan zijn zalving. Zij worden profeten, priesters en koningen. Zij gaan belijden. Ze kennen nu ook de dienst van het offer. En ze ontvangen deel aan het koningschap van Christus.
Het is opvallend, hoe in 2 Cor. 1:21,22 de verzegeling door de Heilige Geest verbonden wordt aan de zalving met de Heilige Geest. Door de laatste worden wij deelgenoot van Christus, door de Geest. De verzegeling is aanduiding van hetzelfde met dien verstande, dat zowel de zalving als de verzegeling wijzen op een deelgenootschap aan Christus en al zijn weldaden. Slechts op die manier zijn wij in het oog van God gekenmerkt als zijn eigendom: in Christus en door zijn Geest. We zouden derhalve eenvoudig kunnen zeggen, dat een ware christen, d.w.z. iemand die door de Geest van Christus tot profeet, priester en koning is afgezonderd in zijn dienst, het kenmerk draagt van het eigendomsrecht dat God op hem heeft.
Ook op andere plaatsen ontmoeten wij het begrip „zalving", of „zalven" (Luc. 4:18; Hand. 4:27; 10:38; 1 Joh. 2:20;27). Altijd speelt op de een of andere manier mee, dat de zalving een typisch eigendomskenmerk is, dat mee voortvloeit uit de verordinering of afzondering tot een ambt of dienst terwijl het tevens betekent, dat men tot deze dienst bekwaamgemaakt wordt. De Geest van Christus maakt ons bekwaam en zondert ons daardoor tegelijk af om God te dienen, zoals de Levieten eenmaal, die zijn erfdeel waren. Wie van God is, en als zodanig door Hemzelf wordt aangewezen en bekwaamd, zal dit op een vanzelfsprekende manier vertonen, doordat hij God dient, gezalfd als hij is met de Heilige Geest.

Verzegeling door de Geest en 't onderpand van de Geest
Een tweede zijde van hetgeen onze tekst bevat omtrent het werk van de Geest wordt aangeduid door de samenhang met het begrip „onderpand". De Geest, met Welke wij verzegeld worden, is tevens een onderpand. Het begrip is bekend. Het duidt op een eerste termijn van betaling, waardoor de verkrijging van het gehele bedrag is gewaarborgd. We kennen het woord behalve uit onze tekst ook nog uit 2 Cor. 1:22. In onze tekst, Ef. 1:14 lezen we, „verzegeld met de Heilige Geest der belofte, die het onderpand is van onze erfenis." De volle erfenis zal éénmaal worden uitgekeerd. Maar een eerste termijn ontvangen wij met de gave van de Heilige Geest. Dat duidt op het voorlopige van het heil Gods. Maar veel meer nog ziet dit woord „onderpand" op de zekere waarborg, die wij ontvangen, dat éénmaal het volle bedrag, de volle erfenis zal worden uitgekeerd.
Deze twee gedachten dienen wij in het oog te houden. Wie met de Heilige Geest is verzegeld heeft daarin een grote gave ontvangen. Maar in zekere zin, is het alles nog slechts in beginsel. Het is nog zeer voorlopig. De volle erfenis is er nog niet. Het rijke heil des Heren, in al zijn heerlijkheid staat nog uit. Er is nog heel wat, dat een tegoed vormt. Wij zouden niet goed doen, wanneer we aan dit karakter van de voorlopigheid voorbij zouden gaan. We drukken het vaak uit met de woorden, dat we nog slechts een klein beginsel hebben van de volmaaktheid. Dat ziet niet slechts op de volmaaktheid van onze gehoorzaamheid, maar op de volmaaktheid ook van het gehele heil als zodanig.
Maar anderzijds mogen wij evenmin die andere kant uit het oog verliezen. De waarborg, dat het volle heil éénmaal in alle heerlijkheid ons deel zal zijn, wanneer we de verzegeling met de Heilige Geest hebben ontvangen, mag ons tot een groot vertrouwen stemmen. Het kan niet missen. De volle erfenis zal eenmaal ons deel zijn. Dit geeft aan het leven der kinderen Gods een stellige verwachting van de toekomstige heerlijkheid.

De dag der verlossing
Een belangrijk aspect van de verzegeling vloeit voort uit het bovenstaande. Het wordt aangeduid met de verbinding, die de apostel aanbrengt tussen verzegeling nu, en de dag der verlossing straks. Het is een „verkregen" verlossing. Wij hebben de verlossing, zoals Paulus heeft gezegd in vs. 7: in Hem, d.w.z. in Christus hebben wij de verlossing. Maar de manier van het hebben is die van de hoop. De „verkregen" verlossing zal in volle heerlijkheid zichtbaar worden op de dag der verlossing (Ef. 4:30). Wat wij nu in Christus hebben, bezitten wij door de Geest. Maar die dag, de dag van Christus zal eerst volkomen duidelijk maken, hoe rijk de heerlijkheid is der kinderen Gods. De verzegeling met de Geest is een ontwijfelbaar teken en zegel dat voor Gods kinderen die dag eenmaal zal aanbreken. Dan zal in vervulling gaan, dat de uitverkorenen gekroond zullen worden met heerlijkheid en eer. De Zoon Gods zal hun naam belijden voor God zijn Vader en zijn uitverkoren engelen; alle tranen zullen van hun ogen afgewist worden. Daarom verwachten wij die dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus onze Here. De verzegeling duidt het geheim van die dag aan. Een geheim is het. Maar zo zeker, dat geen mens ons van de blijde troost kan beroven.

W. v. 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1989

De Wekker | 12 Pagina's

De verzegeling met de Heilige Geest (VIII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1989

De Wekker | 12 Pagina's