Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paulus' zegenbede met het oog op de eenheid van de gemeente (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus' zegenbede met het oog op de eenheid van de gemeente (III)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De God nu der volharding en der vertroosting geve u eensgezind van hetzelfde gevoelen te zijn naar (het voorbeeld van) Christus Jezus opdat gij eendrachtig uit één mond de God en Vader van onze Heere Jezus Christus moogt verheerlijken. Romeinen 15:5 en 6

3. De verheerlijking - het appèl tot die eenheid
De door alles toegewenste en afgebeden eenheid heeft een duidelijk doel: opdat gij eendrachtig uit één mond de God en Vader van onze Heere Jezus Christus moogt verheerlijken.
In deze woorden worden we geworpen op het grote doel van ons leven en van het gemeente- en kerk-zijn. Het is het doel, dat u bij alle synode-arbeid voor ogen moet houden.
Het is een dubieuze zaak of we moeten spreken over de identiteit van de kerk. Maar feit is, als we dat woord gebruiken, dat dit de identiteit, het geheel eigene van de kerk is, dat zij er is om God te verheerlijken.
De verheerlijking en de lofprijzing hebben in de regel een niet al te grote plaats in het christelijke leven. We komen er veel aan te kort. Steeds weer hebben we te bedenken dat wij er zijn om God. Daartoe heeft Hij ons geschapen. We hebben dat levensdoel door onze zonde gemist. De Heere is zo genadig dat Hij er wil zijn voor ons om zondaren te verlossen opdat verloste zondaren er weer zouden zijn om Hem en zij Hem in hun leven zouden loven en prijzen.
Als er één plaats is waar God tot Zijn eer kan komen, dan is dat Zijn gemeente. De wereld kan God niet verheerlijken en wil dat ook niet. Wij kunnen het van onszelf ook niet. Maar het geheim om God te verheerlijken wordt uit genade geleerd. En als we dat geheim niet meer kennen dan hebben we toch feitelijk geen recht om te bestaan; dan halen we in feite een streep door ons kerk-zijn. Hier ligt het geheel eigene van de gemeente van de levende God. En dat eigene moet steeds weer en steeds beter uitkomen.
We leven in een tijd waarin de mens verheerlijkt wordt tot en met. De mens staat in het middelpunt als nooit tevoren. De mens is bron, norm en doel van alle handelen. Het is om bang te worden, als we ons willen houden aan het Woord van God. Waar loopt deze mens-verheerlijking op uit? Het gaat naar het toppunt van menselijk kennen en kunnen. En juist in scherpe tegenstelling daarmee wordt van Christus' gemeente gevraagd de verheerlijking Gods. Daar moet alles op uitlopen. Dat is het grote doel van het persoonlijke leven, de gemeente-opbouw, de kerkelijke vergaderingen.
Die verheerlijking moet eendrachtig geschieden, zegt Paulus. Dat is een echt Pinksterwoord, dat we ook tegenkomen in het begin van Handelingen. De kleine Adventsgemeente was eendrachtig bijeen (1,14). En in 2,26 lezen we: dagelijks eendrachtig in de tempel volhardende. En eendrachtig verheft de gemeente haar stem tot God (4,24). Alleen de Heilige Geest maakt eendrachtig en houdt bijeen. Niet alleen eendrachtig, maar ook uit één mond moet die verheerlijking geschieden. Het is een lelijk germanisme als we zeggen: eenmoedig en eenmondig, maar de bedoeling is duidelijk. Het moet komen uit het hart, van binnenuit en dan naar buiten om met de mond datgene te zeggen waartoe het hart dringt.
Er moet een verborgen achtergrond zijn om vanuit die achtergrond met één mond God te verheerlijken. Met één mond - en er zijn zoveel monden en dat zijn geen kleine monden. Kan dat met één mond? De bedoeling is: de een moet niet los van de ander spreken, ieder op eigen houtje, maar we mogen en moeten met elkaar God verheerlijken. Dan moet alle disharmonie voorkomen en vermeden worden. Die verheerlijking betreft de God en Vader van onze Heere Jezus Christus.
Als we het zo lezen en horen zijn we bij de diepste bronnen en de hoogste doelen. Het komt alles bij God vandaan en het moet alles naar Hem toe. Het is alles uit Hem en daarom ook tot Hem.
De Heere God nam het initiatief tot verlossing in Zijn verkiezend welbehagen.
Hij ook heeft de weg der verlossing gebaand door Zijn Zoon te zenden. Die deze weg vrijwillig is gegaan. En Hij wil die verlossing effectueren, uitwerken in harten en levens door de Heilige Geest. U hoort - dat is het werk van een Drieënig God. Het werk dat nodig is tot zaligheid en het werk, dat de Heere in Zijn grote genade uitdenkt, bewerkt en toepast in zondaarsharten.
Hij wordt genoemd de God en Vader van onze Heere Jezus Christus. Die vier woorden zijn zwaar geladen.
Onze - ieder gelovige wordt persoonlijk zalig, maar Hij is van niemand alleen. Wie zalig wordt, wordt zalig alleen door Hem. Daarom onze Heere Jezus Christus. Dat bindt samen en dat drukt eenheid uit.
Heere - God heeft Hem tot Heere en Christus gemaakt. Heere - Hij Die het te zeggen heeft, alleen te zeggen heeft aan Wien we gehoorzamen; Die over ons mag beschikken.
En dan twee namen Jezus Christus: Jezus - Zijn persoonsnaam: Ruimtemaker, Zaligmaker, Redder, Heiland. Een lieflijke naam, die hemel en aarde verenigt tezaam. En Christus, Zijn ambtsnaam. Ambtelijk verricht Hij het verlossingswerk. Hoe rijk is Zijn profetisch, priesterlijk en koninklijk werk.
Jezus Christus - en straks werd over Hem gesproken als Christus Jezus, toen de Ambtsnaam voorop, - maar het is duidelijk dat Hij in het middelpunt staat omdat Hij alles is, alles heeft en alles geeft aan Zijn gemeente. Zullen we ooit over Hem uitgedacht, uitgepreekt, uitgezongen, uitgewonderd raken? Deze Christus niet te groot - zoals recent werd geschreven - om te omhelzen, maar veel te groot om in één dag te bevatten.
Jezus Christus - het fundament waarop wij staan en het firmament waaronder we leven en ademen en uitzien.
Dat is het appèl tot de eenheid: die God en Vader van onze Heere Jezus Christus verheerlijken.
God is het waard. Hij heeft er recht op. Hij geeft het ook en Hij wil dat het uitkomt in ons leven.
Het was rijk toen de heerlijkheid des Heeren verscheen in de velden van Efrata: het was rijker toen de engelen zongen: ere zij (heerlijkheid is) God, maar het rijkste was het toen de herders, verloren zondaren. God verheerlijkend terugkeerden naar hun kudde.
Het verheerlijken van God moet hier beginnen.
Prijst de God en Vader
van Jezus Christus onze Heer
Treedt met één mond nader
Zingt des Hoogsten eer.
Als we terugzien: wat is dit dan een noodzakelijke, passende, heerlijke zegenbede. Moge deze bede u leiden in uw synodale arbeid en in alle commissievergaderingen.
In ons aller leven gaat het om deze verheerlijking. Niemand mag achterblijven. Wie het hier niet geleerd heeft zal in de hemel niet komen en zou zich daar ook niet thuis voelen. Want het geheim van die verheerlijking is Jezus Christus. Zonder Hem te kennen hebben we geen reden God te verheerlijken. Die Hem gegeven heeft. Het evangelie klinkt vanavond ook in deze kerk - het nodigende, wervende Evangelie, dat u bedoelt.
We gaan ons samen plaatsen voor Gods aangezicht. We smeken Hem om de verhoring van deze zegenbede, om deze eenheid.
We doen dat: schuldbelijdend onze zonden van verdeeldheid; pleitend op Christus' woord en werk, hopend op Zijn Geest, verwachtend Zijn kracht en beginnend Hem te verheerlijken. Ja beginnend - hier moet het beginnen, hier in de gemeente. In de hemel wordt het hier begonnen werk eeuwig voortgezet om Hem tot in der eeuwen eeuwigheid te verheerlijken.
Dat is de zin van ons kerk-zijn; dat is het doel van deze synode en dat is het uitzicht van alle ambtelijke arbeid.
We eindigen met al onze zorgen, aanvechtingen, twijfels - en ze kunnen ons aangrijpen bij onze kerkelijke arbeid - niet in onszelf, niet in onze synode, zelfs niet in de kerken, die we met al haar gebreken hartelijk liefhebben omdat we geloven dat onze God haar gebruiken wil tot Zijn eer, maar in Hem, Die ons vanavond is gepredikt: de God en Vader van onze Heere Jezus Christus.
Geloofd zij Jezus Christus vandaag en morgen en tot in eeuwigheid.
Geprezen zij deze God en Vader uit Wien en door Wien en tot Wien alle dingen zijn.
De lof van God vervull' 't heelal
Die is, Die was, Die komen zal
en onder ons wil wonen.
SOLI DEO GLORIA

Amen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1989

De Wekker | 8 Pagina's

Paulus' zegenbede met het oog op de eenheid van de gemeente (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1989

De Wekker | 8 Pagina's