Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kerkendag in Nederland - en wij?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kerkendag in Nederland - en wij?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkendag in Utrecht
De geïnteresseerde lezer zal weten, dat er op 16 september in de Veemarkthallen in Utrecht een Kerkendag is gehouden, de eerste kerkendag in ons land. De naam is overgenomen van de Kirchentag in Duitsland. Het plan om ook in Nederland een kerkendag te houden kwam op binnen de Raad van kerken in Nederland in het kader van het zgn. conciliair proces. Dat woord is inmiddels al zo dikwijls gebruikt, dat ik het nu niet behoef toe te lichten. Het moet Christenen en andersdenkenden gaan om vrede, gerechtigheid en behoud van de schepping.
In de kranten hebt u er over kunnen lezen. Misschien is een enkeling uit onze kerken er naar toe geweest. Het moet een flitsende dag geweest zijn, waar vele onderwerpen aan de orde kwamen. Het ging ook over emancipatie en de plaats van de vrouw in de kerk, over de Oost-West- en over de Noord-Zuid-verhoudingen in de wereld, het leren leven met aids, de problemen van genetische manipulatie.
Uit wat men noemt de rechtervleugel van de gereformeerde gezindte waren er weinig mensen. De kranten vertellen dat ir. J. van der Graaf aanwezig was, maar met klem en ernst onder de aandacht bracht om welke reden de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk niet met de organisatie meedeed.
De bekende Gereformeerde predikant dr. J. Vlaardingerbroek uit Rotterdam betoogde, dat er wat bekering betreft hier meer ter sprake kwam bekering van de ondeugd tot de deugd en weinig of niets van de ware bekering tot God en de vrede door het bloed van Christus. De onder ons gewaarde prof. dr. E. Schuurman wees erop, dat men teveel bezig is om de taken van kerk en politiek door elkaar te halen.
Er wordt nu gesproken over een Europese kerkendag in 1992.
Onze kerken waren niet vertegenwoordigd. Er zijn in ons blad wel artikelen verschenen over het conciliair proces. Er zijn er ook nog al eens onder ons, die zeggen: Jammer, dat onze kerken niet aan het conciliair proces meedoen.

„Conciliair proces"
Daar wil ik graag even met u over nadenken. Bij de plannen voor de kerkendag en lang daarvoor, toen de plannen voor een liefst wereldwijd beraad over de toekomst van deze planeet vastere vorm kregen, werd gedacht over het bijeenroepen van een concilie. Zoals u weten zult was die naam in gebruik voor de oude algemene kerkvergaderingen in de eerste eeuwen van de kerk, en werd hij ook gebruikt voor de latere bisschoppenvergaderingen in de Rooms-Katholieke kerk tot aan het Tweede Vaticaanse Concilie toe.
Nu zou men het woord „concilie" dus niet met veel recht kunnen gebruiken, ten eerste als het niet om een officieel concilie van die kerk ging, ten tweede niet omdat de deelname van kerkelijke zijde door verschillende kerken ook heel verschillend zou zijn en het de vraag was, welk kerkelijk gezag men daaraan dan zou moeten toekennen, en ten derde niet, omdat men liefst óók deelname zag van de kant van andere godsdiensten. Het zou dus niet beslist om een christelijke activiteit gaan, want de hele schepping is in gevaar en dat wordt door velen gezien, christenen of niet.
Daarom is gekozen voor het woord conciliair. Dat betekent concilie-achtig, maar het heeft ook de bijbetekenis van: door algemeen beraad. Want conciliair was (in de middeleeuwen) en is (nog) de stroming in de Rooms-Katholieke kerk, die het kerkelijke gezag niet bij één man, de paus, wil hebben maar bij de gezamenlijke bisschoppen.
En het woord „proces" is gekozen, omdat het niet ging om één vergadering of om één kerkendag, maar om een blijvende aandacht en een blijvend bewustzijn. Je kunt dus zeggen dat de term nog niet zo slecht gekozen is.
Nu is in de kolommen van dit blad al eens duidelijk uiteengezet, dat dit conciliair proces niet op zichzelf staat, maar dat het voor velen deel uitmaakt van een hele levenshouding en voor een groot deel mede afkomstig is uit een heel andere leefwereld. Zo tegen het eind van de twintigste eeuw leeft er bij velen een verlangen naar een andere manier van leven en een idee van nieuwe beloften voor de mensheid in een zgn. New Age, een nieuwe leefperiode, beheerst door geheel andere beginselen dan die van onze leefwereld. Er vallen termen als „holisme" (het beleven van al het bestaande als één grote eenheid) en „occultisme" (het in verbinding staan met verborgen, geheime krachten). Het Evangelie en het christelijke geloof verliezen hun kracht en boodschap en betekenen op zijn hoogst een bijdrage aan een nieuwe wereld. God openbaart Zich ook in allerlei andere godsdiensten en de mensheid zal een gelukkiger periode tegemoetgaan.
Het is zeer terecht en nodig, dat ertegen gewaarschuwd wordt om ook maar enigszins toe te geven aan de verleiding, met die „New Age"-achtige ideeën mee te gaan of er iets aantrekkelijks in te zien.
Was daarvan nu ook iets op die zaterdag in Utrecht te merken? Naar mijn vermoeden toch wel, al moet ik afgaan op kranteverslagen. Het was al geen toevalligheid, dat de dag niet met gebed of Schriftlezing werd begonnen.
U hebt kunnen lezen, dat ir. J. van der Graaf daar zijn diepe teleurstelling over uitsprak. Als je de verslagen las, waren de mensen er met heel verschillende achtergronden en dus ook wel met verschillende motiveringen gekomen.
Er waren mensen, die dat beslist in verbondenheid met hun kerkelijke betrokkenheid deden. Er waren er ook, die die betrokkenheid niet zozeer voelden maar wel met hun geloof daar aanwezig waren of met datgene, wat voor hen geloof is. Dat geloof heeft niet zozeer betrekking op de noodzaak en de heerlijkheid van het verzoenend werk van Christus en het vernieuwende werk van de Heilige Geest, maar op het verlangen en het heimwee naar een betere wereld. We weten toch wel, dat de namen „God" en „Jezus" door mensen, hoe respectabel ook, maar die zich niet meer door de Schrift en de prediking laten leren en corrigeren, zó verschillend worden gevuld en uitgelegd.
Zo kwamen er ook, die heus wel aangetrokken zijn door een dag, waarop bezinning op de vrede en het behoud van de schepping centraal stond, en waar gesproken werd over emancipatie van de vrouw en de verhoudingen in de wereld, en die dat ook wel samen met kerkelijke mensen wilden doen, maar voor wie kerk en geloof al heel weinig meer betekenen. Dr. Vlaardingerbroek had helemaal gelijk, toen hij de verschuiving signaleerde in de betekenis van een woord als „bekering".
We moeten ons echt geen illusies maken. We zijn als Christelijke Gereformeerden wel eens zo ruimdenkend of naïef, dat we heel graag het beste denken van iedereen en dat we bereid zijn om onze gereformeerde overtuigingen in te brengen in een groter geheel of ter discussie te stellen. We zijn toch echt nog niet voor niets een afgescheiden kerk.

Maar doen we niet mee?
Ik durf de stelling aan, dat velen, zeer velen onder ons wèl meedoen, ook al zijn we niet tegenwoordig of vertegenwoordigd op een kerkendag Heel terecht is er hoe langer hoe meer aandacht gekomen voor de noodzakelijkheid om zó met de mogelijkheden in de schepping om te gaan, dat onze klein- en achterkleinkinderen, als ze er nog mogen komen, kunnen leven.
Ook als we heel terecht stellen, dat woorden als „vrede" en „gerechtigheid" veel te horizontaal worden ingevuld, dan nog zullen Christenen, en ook wij, zich daarvoor inzetten. Het zijn woorden die al in de Bergrede van de Heiland voorkomen. Zalig de vredestichters; zalig zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Wordt daar nog wel wat anders bedoeld dan in het conciliair proces? In ieder geval iets dat veel meer en veel dieper is en dat heb ik hierboven ook betoogd, maar de aardse rechtvaardigheid is er wel bij inbegrepen. Een goede koning oefende recht en gerechtigheid.
Ook als we terecht stellen, dat men helemaal niet van „heelheid van de schepping" spreken kan, omdat die heelheid al gebroken is door onze val in Adam, dan nog is het christenroeping om zich in te zetten voor een andere manier van omgaan met de eigenschappen van de natuur, zoals we die kennen en meemaken. Zelfs zullen we moeten zeggen, dat vandaag aan de dag op een geheel nieuwe, schrikwekkende manier blijkt, hoe waar het is, wat Gods Woord ons zegt, dat het aardrijk om onzentwil vervloekt is. Mensen, die de Bijbel niet meer geloven, zouden eens moeten inzien, dat die oude Bijbel al lang voordat zij op de aarde waren, gezegd heeft wat wij nu op een andere manier aan den lijve ondervinden.
Het is wel een beetje beschamend, dat anderen dan Schriftgelovige christenen eerder aan de problematiek en de taken begonnen zijn dan wij. Maar het is goed en nodig, dat we er met elkaar aan werken. Het is bekend, dat er groepen en kringen in verschillende gemeenten zijn, die zich erover buigen, niet uit humanistische motieven en met en open oog voor de nivellerende invloeden van onze tijd, maar juist vanuit de bijbelse uitgangspunten.
Het meest aansprekend is wel dat derde woord: het behoud van de schepping. Iedereen heeft het erover; iedereen heeft er mee te maken. Naar mijn waarneming raken de andere twee woorden: vrede en gerechtigheid, er bij ons wat door op de achtergrond. Maar dat houdt ook verband met de omgeving waarin je verkeert. Mensen in de derde wereld hebben het eerder over oplossing van de problemen van honger en onrecht. Milieuvragen leven bij hen niet of nauwelijks.
Zijn er voor ons niet heel moeilijke vragen? Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid, zei de Here Jezus. Dat is een zaak van persoonlijke, innerlijke bekering. Het is óók een zaak van levenshouding en levensopenbaring. Verwar de taken van kerk en politiek niet, herhaalde professor Schuurman. Dat is niet alleen, dat de kerk de vragen en acties van politieke aard moet overlaten aan politieke organisaties. Het is óók, dat de kerk bij het woord „vrede" weet: Hij is onze vrede; vrede geef Ik u, mijn vrede laat ik u. Het is óók, dat we bij het woord „gerechtigheid" bedenken: De HERE onze gerechtigheid. Wij verwachten naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont. Het is óók zo, dat we bij de term „behoud van de schepping" weten: de schepping is in barensnood, maar ze zal eenmaal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen Gods.
We doen dus wèl mee, met een proces van bezinning op wat vandaag aan de dag de taak is van de christenen, aan het eind van de twintigste eeuw. Werkend en wachtend. Als de Geest en de Bruid zeggen: Kom! dat wij dan ook mogen zeggen: Amen. Ja, kom. Here Jezus.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1989

De Wekker | 8 Pagina's

Een kerkendag in Nederland - en wij?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1989

De Wekker | 8 Pagina's