Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eerbied voor het Evangelie en zelfrespect

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eerbied voor het Evangelie en zelfrespect

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Een verantwoord televisiegebruik zal moeilijker worden met de komst van de commerciële stations. Het kan wel eens zijn dat straks de tv niet meer thuishoort in een gezin dat serieus probeert te leven naar Gods wil en dat Hem niet steeds wil bedroeven door haar kijkgedrag." Aldus Arie Verhoef in het slot van zijn bijdrage in EO-visie over de mogelijke komst van TV-10 en Veronique in de Nederlandse huiskamers.
Deze uitspraak en de teneur van het hele artikel komen overeen met wat enkele weken geleden in het Reformatorisch Dagblad over de komst van de commerciële televisie te lezen stond. Uit het vraaggesprek met de S.G.P.- fractieleider ir. Van der Vlies en ds. J.H. Velema sprak evenzeer grote bezorgdheid over de toekomstige ontwikkelingen op media-gebied. Wijst de uitvoerige aandacht die het RD aan deze dingen gaf erop dat de tv ook in de lezerskring van dit blad bezig is steeds dieper binnen te dringen?
De waarschuwing in EO-visie is terecht, maar de zorg waaruit zij voortkomt, houdt ons als het goed is natuurlijk al veel langer bezig. Want wat ons bij het doorgaan van de commerciële visie te wachten staat, zal slechts een verheviging en vermeerdering zijn van wat al jaren lang onze huiskamers binnenkomt. Nu met name in de sfeer van de goedkope ontspannings- en pretprogramma's nòg sterker dan in het verleden op het verlangen van de mens om op aangename wijze te worden beziggehouden en op de zucht naar sensatie, zal worden ingespeeld, is het goed onszelf en elkaar nog weer eens de vraag voor te houden waar de grenzen van een verantwoord gebruik van het medium tv liggen en hoe goed of slecht ons christelijk onderscheidingsvermogen zich heeft ontwikkeld om met dat gebruik onze christelijke levensstijl geen geweld aan te doen.
Wat het laatste betreft moeten we waarschijnlijk geen hoge gedachten hebben.
Met name ten aanzien van ontspanningsprogramma's is het kijkgedrag in christelijke gezinnen in het algemeen niet anders dan in niet-christelijke gezinnen. Bij de meeste omroepen komen die programma's niet uit boven het niveau van de goedkope pretfabriek. Het volk vraagt vermaakt te worden en het aanbod wordt, zowel naar intensiteit als niveau, op dat aanbod afgestemd. Dat geldt in ons eigen land en in alle andere landen in onze westerse cultuurkring. En alles lijkt op elkaar: de mensen in hun ontspanningsbehoeften en de produkten die aan deze behoeften voldoen. Het was de Engelsman John Birt, belast met de leiding bij London Weekend Television, die het publiek waarvoor hij werkt zag als niet al te clever, ietwat kinderlijk, nauwelijks tot méér in staat dan giechelen om rare woorden en lachen om mensen in belachelijke situaties. Zo zag hij de massa op wereldschaal. Ontdaan van overdrijving zit er in deze typering wel een kern van waarheid. En een bevestiging van deze identificatie van de massa op wereldschaal mag misschien worden gezien in het feit dat veel ontspanningsprogramma's van de televisie naar inhoud en opzet internationaal op elkaar lijken. Hetzelfde geldt van filmseries. De televisie als massa-medium is er in geslaagd de ontspanningsbehoeften van de gemiddelde mens op het spoor te komen. En aan die behoeften wordt voldaan op een manier, waarbij grenzen van werelddelen, culturen, milieus en leeftijden niet meer belangrijk zijn. Het is gewoon een kwestie van inspelen op dat wat voor de gemiddelde mens karakteristiek is: het verlangen om op plezierige en prikkelende wijze te worden beziggehouden. Wil en mag een christen op dit punt een gemiddeld mens zijn? Als het goed is wil hij dat niet en mag hij het niet zijn, maar welke beoordelingscriteria heeft en hanteert hij om aan die kwalificatie te ontkomen?

Jas van de brede, grijze massa
Op een bezinningsavond buiten eigen kring over de invloed van de massa-media legde ik de aanwezigen onlangs de volgende discussie-vraag voor:
„Binnen de kerken wordt over de massamedia en met name over de tv verschillend gedacht. De opvattingen lopen uiteen van volstrekt afwijzend (de EO daarvan misschien uitgezonderd) tot algemeen aanvaardend, zonder enige restrictie. Wanneer u van mening bent dat het de christen geoorloofd is binnen zekere grenzen gebruik te maken van hetgeen de massa-media te bieden hebben, vindt u het dan nodig dat de grenzen van dat gebruik door de kerk in prediking en op huisbezoek worden aangegeven of meent u dat dit aan het persoonlijk inzicht en in de persoonlijke vrijheid van het kerklid moet worden gelaten? Als u voor het laatste kiest, valt het gedrag van elk persoonlijk christen dan aan bijbelse normen te toetsen en mogen we deze normen ook laten gelden voor het toezicht op elkaar, waartoe christenen blijkens Gods Woord geroepen zijn?"
Alle antwoorden kwamen erop neer dat in prediking en op huisbezoek wel in algemene zin tegen een onverantwoord gebruik van de massa-media moet worden gewaarschuwd (wat in de praktijk overigens weinig schijnt te gebeuren), maar dat de vrijheid tot en de verantwoordelijkheid voor dit gebruik bij elk christen persoonlijk ligt, die, als hij het Evangelie goed kent, heel goed moet kunnen onderkennen wat voor een christen contrabande behoort te zijn. Dat Evangelie zegt dat wij wel in deze wereld zijn, maar het zegt ook dat wij in levensinstelling en levensopstelling niet onherkenbaar zullen zijn door gehuld te gaan in de jas van de brede, grijze massa. De christen staat midden in het leven van vandaag, hij hoeft niet cultuurvijandig te zijn, maar uit zijn of haar leven moet wel af te lezen zijn dat de christen primair interesses heeft van een andere orde dan de min of meer verslaafde tv-kijker van onze tijd. Bovendien reikt het Evangelie een consigne aan in Filip. 4:8, dat ook betrekking heeft op de vraag in welke mate het leven van een mens begrensd is bij de waarneming van wat het culturele leven in onze tijd aan ontspanning te bieden heeft. We lezen daar: Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat.
Wie deze woorden op zich laat inwerken, zal bij het gebruik van het medium tv, zeker als er nog méér aan inhoudloze en voze programma's de lucht in zou gaan, in een heel zorgvuldige afweging selectief moeten kiezen. Zorgvuldige afweging houdt in dat aangekondigde programma's van tevoren op hun waarde en waardigheid worden ingeschat (de korte beschrijvingen in de media-gidsen zijn dikwijls alleszins toereikend om het gehalte vast te stellen). Wie dat consciëntieus doet, zal er niet veel moeite mee hebben om er achter te komen in hoeverre een programma buiten de markering van Filip. 4:8 ligt. Bij twijfel moet men zich maar onthouden.
En buiten de principiële kant voor de christen heeft deze zaak ook nog een algemeen menselijke kant. Het je vergapen aan al die goedkope amusementsprogramma's heeft ook iets te maken met de levensinstelling van de mens in het algemeen. Ik weet van veel mensen uit niet christelijke kring, die zich qua ontwikkeling, maatschappelijke activiteiten en culturele interesses in brede zin, op een bepaald niveau bewegen en voor wie het medium tv alleen waarde heeft voorzover wat het te bieden heeft werkelijk vormend, verdiepend en verrijkend werkt; die teveel zelfrespect hebben dan dat zij onderuit gezakt naar allerlei goedkope verstrooiingsprogramma's gaan zitten kijken. Als respect en eerbied voor wat het Evangelie aan normen aangeeft en zelfrespect in laatstbedoelde zin bij christenen méér zouden samengaan, zou het probleem van de verkeerde invloed van en het vermorsen van tijd aan de goedkope massaprodukten van de media minder groot zijn dan nu waarschijnlijk het geval is. Onder jonge mensen schijnen er blijkens een gehouden onderzoek overigens verzadigingsverschijnselen op te treden. En dat is dan wellicht een hoopvol ding.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1989

De Wekker | 8 Pagina's

Eerbied voor het Evangelie en zelfrespect

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1989

De Wekker | 8 Pagina's