Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij christenen komt dat ruziemaken er nog eens boven op . . .

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij christenen komt dat ruziemaken er nog eens boven op . . .

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schertsenderwijs merkte iemand van buiten de kerk tegenover mij op dat onkerkelijken één ding op kerkelijke mensen vóór hebben, namelijk dat zij zich in elk geval niet aan kerkelijke zonden te buiten gaan. Hij doelde op de vele kerkelijke ruzies die van tijd tot tijd in de publiciteit komen. Ze gaven en geven het gevoel van: er zal mij misschien veel kunnen worden aangerekend, maar in elk geval niet dat ik over het geloof en wat daar al zo mee samenhangt, heb geruzied. Hij ging nog een stapje verder en voegde eraan toe: het zou wel eens kunnen zijn dat ik er nog beter af kom dan jullie, want de „gewone zonden" die ik doe neem ik ook bij christenen waar en bij hen komt er dan nog al dat ruziemaken boven op ...
Kerkelijke zonden ja, we denken daarover misschien veel te gemakkelijk. Mijn zegsman maakte geen onderscheid tussen kerkelijke twisten en moeiten, die teruggaan op principiële vraagstukken en verscheidenheid in het omgaan met de dingen van geloof en leven en twisten, die voortvloeien uit verstoorde verhoudingen in de persoonlijke sfeer. Voor hem vielen deze dingen samen. En wie allerlei kerkelijke conflicten uit het verleden en die van recentere datum nog eens naloopt, zal zelf ook ontdekken dat aan bijna elk schisma, dat aan elke kerkscheuring en aan veel innerlijke verdeeldheid binnen kerkelijke gemeenten, primair conflicten in de persoonlijke sfeer ten grondslag liggen.
Eén ongelukkig gekozen en op ongelukkige manier bij de ander ingeslagen woord kan binnen wereldlijke maar vooral ook in kerkelijke verhoudingen niet te overziene gevolgen hebben. Eén gekwetst mens kan in een gemeente of in een kerk dingen op gang brengen die op de geestelijke ontwikkeling stagnerend en destructief inwerken. Eén gemeentelid dat meent onheus te zijn bejegend meet zich soms de rol van martelaar aan en weet meestal een acceptabele groep van sympathisanten om zich heen te verzamelen. ** Er zouden veel meer voorbeelden te geven zijn.

Geestelijke vervreemding
Het moeilijkste waarvoor een kerkeraad kan komen te staan is misschien wel de situatie, waarin leden van de gemeente geestelijk tegenover elkaar komen te staan en zich in groepen tegenover elkaar gaan opstellen, bijvoorbeeld omdat men het niet eens is over de wijze waarop men in de wereld van nu kerk van Christus moet zijn.
Onze kerken - en ook andere - tellen niet weinig gemeenten met sterke geestelijke liggingsverschillen, gemeenten die vrij constant onder de spanning staan van fricties rond zaken, die het ene deel graag gerealiseerd zou willen zien, terwijl het andere deel er zich uit alle macht tegen verzet. Vooruitstrevenden en behoudzuchtigen komen voortdurend met elkaar in aanvaring, nu eens om dingen die de inrichting van de eredienst raken, dan weer vanwege standpunten die rond ethische, politieke en maatschappelijke vragen worden ingenomen. Hoe verschillend wordt er niet gedacht over en hoe hoog konden en kunnen de meningsverschillen niet oplopen rond zaken als homofilie, euthanasie, ongehuwd samenwonen en andere vraagstukken van onze tijd. Wanneer het in zulke situaties aan goede ambtelijke leiding ontbreekt, kan de innerlijke verscheurdheid binnen een gemeente zò groot worden dat een gezonde functionering van het geestelijke leven er door in de weg wordt gestaan. De gezamenlijke viering van de geloofsgeheimenissen in de gemeente, zowel in de zondagse samenkomsten als in de onderlinge omgang met elkaar, komt dan onder druk te staan. De prediking loopt gevaar geen nut (meer) te doen en een proces van geestelijke vervreemding van elkaar dreigt op gang te komen.
Meerdere gemeenten leiden op deze wijze een kwijnend geestelijk bestaan. Alle dingen die tot een geordend kerkelijk leven behoren worden nog wel trouw in gang gehouden en individueel mogen door leden van de gemeente misschien nog veel goede dingen worden ervaren, maar in onderlinge geestelijke verbondenheid is men als gemeente ver verwijderd van het beeld dat de Here Jezus van Zijn gemeente verlangt. Wat voelen kerkeraden zich soms machteloos om in zulke situaties de gemeente te corrigeren en bij te sturen, om maar niet te spreken van situaties, waarin kerkeraden op volstrekt ongelukkige wijze de problemen te lijf gaan.
Ook daarvan kent de geschiedenis van de kerk voorbeelden.

Vulkanische conflictstof
Vooral in de kerken van traditioneel-gereformeerde signatuur neemt de predikant in het leven van de gemeente nog altijd een centrale plaats in, en wel in deze zin, dat behalve prediking, catechese en pastorale zorg voor zieken, ook andere activiteiten van de gemeente hun beginpunt bij de predikant vinden en in de voortgang sterk van de initiatieven en inventiviteit van zijn persoon afhankelijk zijn. Dat alles maakt hem in zijn dienende rol enerzijds min of meer belangrijk, maar tegelijk ook erg kwetsbaar. In al zijn doen en laten heeft hij namelijk te maken met mensen die over lang niet alles gelijk denken. Het komt nogal eens voor dat de wijze waarop een predikant in zijn ambtelijke werk functioneert, bij sommigen in de gemeente weerstanden en irritaties oproept. Nu eens manifesteert zich ontevredenheid over de prediking. Dan weer voelt men zich tekort gedaan in het ontvangen van pastorale aandacht. Wat zijn initiatieven voor de inrichting van het plaatselijke kerkelijke leven betreft vindt de één hem te progressief en een ander te conservatief. Verwijdering tussen leden van de gemeente en de predikant kan ook ontstaan doordat de laatste, in situaties waarin pastorale vermaning nodig is, ontactisch optreedt of vanuit onvoldoende inzicht in achtergronden en bijkomende omstandigheden op een zaak ongelukkig inspeelt. De ervaring leert dat in de ontevredenheid en misnoegdheid van enkelen in de gemeente, vulkanische conflictstof voor de gemeente als geheel opgeslagen kan liggen. Enkele ontevreden broeders en zusters weten soms hele groepen uit de gemeente tegen de persoon en het werk van de predikant te mobiliseren. Kerkeraden die in zulke situaties handelend en bemiddelend moeten optreden, zijn in de regel niet te benijden. Hoewel de positie die de predikant in de gemeente inneemt niet mag worden verabsoluteerd, hangt met zijn persoon en werk toch een zeer wezenlijk element van het leven van de gemeente samen, namelijk de ambtelijke verkondiging van het Woord van God. Verstoorde verhoudingen tussen predikant en leden van de gemeente hebben in de regel negatieve invloed op de prediking. Er dreigt al gauw niet meer zonder vooroordelen en in onbevangenheid te worden geluisterd. Gesproken is dan nog niet over de narigheid, dat zulke verstoorde verhoudingen snel ook buiten de kring van de direct betrokkenen bekendheid krijgen en de reputatie van dienaren der kerk schade kunnen toebrengen. Wat is er in de loop van de tijd al niet over straat gegaan. Het is een heilige plicht van elke kerkeraad alles in het werk te stellen om de verhouding tussen predikant en gemeente zo zuiver mogelijk te houden en bij verstoring ervan in volstrekte onpartijdigheid al datgene te doen wat tot herstel van de verhoudingen kan leiden, eenvoudig omdat anders het gezag van de prediking van het Woord er onder te lijden kan krijgen. De gedachte aan en de bescherming van dit gezag moeten bij de beoordeling en de behandeling van conflicten steeds centraal staan. Dit sluit natuurlijk niet uit dat in bepaalde situaties ook de predikant tot de orde kan moeten worden geroepen. Ook hij is mens en niets menselijks is hem vreemd. Een geïrriteerde uitval, een misplaatste opmerking, een al te scherpe karakterisering, negatie van broeders en zusters van wie hij tegenspraak te duchten heeft, het versluierd of op heel directe wijze uitdelen van reprimandes vanaf de preekstoel, snelle opvliegendheid wanneer de dingen in de gemeente een andere loop nemen dan men zich had voorgesteld, het zijn allemaal dingen waaraan predikanten zich schuldig kunnen maken en uit de kerkelijke praktijk is genoegzaam bekend hoeveel conflictstof in zulke dingen opgeslagen ligt. In broederlijke liefde en uit besef van verantwoordelijkheid voor het heil van de gehele gemeente, zal een kerkeraad in zulke situaties de moed moeten hebben ook de predikant onder correctie te stellen en hem in positieve zin bij te sturen. Zonder aanzien des persoons. De geest van broederlijke samenwerking binnen een kerkeraad wordt alleen maar verdiept en bevorderd wanneer men als broeders, in het onderlinge opzicht dat er behoort te zijn, elkaar recht in de ogen kijkt. Met onuitgesproken negatieve gedachten over elkaar rondlopen (hoewel het ons natuurlijk duur te staan zou komen wanneer we alles maar hardop zouden zeggen) schept een sfeer van onoprechtheid in de onderlinge omgang.
Overigens hoeven gesprekken over deze dingen met een predikant niet altijd in de voltallige kerkeraadsvergadering te worden gevoerd. Afhankelijk van de omstandigheden, de aard van een conflict en de mentale instelling van de predikant, kan men een zaak ook laten behandelen door één of enkele broeders, bij wie de wijsheid daartoe aanwezig kan worden geacht.

Voorzichtig woordgebruik behoort tot de levensheiliging
Veel kerkelijke en persoonlijke conflicten zouden kunnen worden voorkomen en in elk geval sneller onder beheersing kunnen worden gebracht, wanneer men in de gemeente van Christus bij het aan de dag treden van tegenstellingen en moeilijkheden de tong - door de Schrift aangemerkt als een klein lid met hoge toon - méér onder de tucht van Gods Woord zou stellen. Ten prooi aan emoties maakt de tong van mensen roerloze schepen, soms met de meest catastrofale onderlinge aanvaringen.
Hoewel mensen er in hun emotionele geladenheid tegenover elkaar in de regel weinig gevoelig voor zijn, zal een kerkeraad in conflictsituaties met nadruk moeten wijzen op wat de Heilige Schrift over de zonde van de tong zegt. In Jacobus 3:1-12 wordt er in weinig vleiende woorden over gesproken. En de waarheid van de woorden dat zij een onberekenbaar kwaad en vol dodelijk venijn is, wordt niet alleen in de brede menselijke samenleving maar ook in de gemeente van Christus maar al te vaak bevestigd. Christenen mogen zich wel bewust zijn en moeten door de ambtsdragers er op gewezen worden, dat zij van elk ijdel gesproken woord in de dag des oordeels rekenschap zullen moeten geven. Tot de levensheiliging, waartoe het woord van God de gelovige oproept, behoort ook een voorzichtig woordgebruik. Door een zorgvuldiger weging van woorden zouden in het verleden kerkscheuringen en conflicten binnen kleinere verbanden in de gemeente van Christus wellicht voorkomen kunnen zijn.
Wat mogen een kerk en een plaatselijke gemeente zich gelukkig prijzen wanneer zij ambtsdragers in huis hebben met het charisma om in conflictsituaties op het juiste moment het rechte woord te spreken; die begenadigd zijn met gevoel voor humor; die de angel uit harde woorden weten te halen en met tegenwoordigheid van geest op verrassende wijze aan conflictueuze situaties of de dreiging daarvan, een wending ten goede weten te geven; in wier uitstraling iets herkenbaar is van de liefde van Christus. De kerk, een plaats van bede en vrede, het lijkt er niet altijd op.

** CORRECTIE EN/OF WIJZIGINGEN (09/03/1990)
In de Nader bekeken  is een storende fout geslopen op pagina 174. De laatste zin van de eerste kolom moet als volgt luiden: Eén gemeentelid dat meent onheus te zijn bejegend meet zich soms de rol van martelaar aan en weet meestal een respectabele groep van sympathisanten om zich heen te verzamelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1990

De Wekker | 8 Pagina's

Bij christenen komt dat ruziemaken er nog eens boven op . . .

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1990

De Wekker | 8 Pagina's