Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In een multi-culturele en multi-religieuze samenleving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In een multi-culturele en multi-religieuze samenleving

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zeker in de grote steden maar ook in en op andere plaatsen in ons land, zijn wij eraan gewend geraakt dat onze straten zich steeds meer vullen met migranten uit andere landen en culturen, die zich hier een vast bestaan hebben verworven of bezig zijn om dat te doen. In woord en geschrift werden en worden op allerlei niveaus lange verhalen gehouden over enerzijds het recht van zich hier vestigende buitenlanders om in hun nieuwe werk en woon-omgeving een stukje eigen cultuur te behouden, zeker als het om hun religie gaat en anderzijds over hun plicht zich zoveel mogelijk aan de plichten, gewoonten en gebruiken, in elk geval aan de hier geldende wetten, aan te passen. In rechten en plichten geïntegreerd zijnde, is het begrijpelijk dat er naar wordt gestreefd - zeker in grote steden waar de samenleving steeds meer multi-raciaal wordt - ook bestuurlijk een woord mee te spreken en zo de belangen van de groep die men vertegenwoordigt veilig te stellen. Naarmate de minderheden aan buitenlandse medemensen door geboorte van binnenuit en wellicht door aanwas van buitenaf, groter worden, zal onze samenleving steeds sterker met deze ontwikkeling worden geconfronteerd, èn ten aanzien van algemeen maatschappelijke vragen en problemen maar ook met betrekking tot de religieuze aspecten ervan. Over de algemeen maatschappelijke vragen gaat het in deze bijdrage niet. Die vragen zijn overigens niet onbelangrijk. De indringendste is wel hoe ons volk als geheel de toenemende integratie van en groeiende vermenging met de „buitenlandse" minderheden in de toekomst zal ondergaan. Zal er werkelijk een mentaliteit van verdraagzaamheid en tegemoetkomendheid groeien, zó, dat conflicten en botsingen uit de weg kunnen worden gegaan en in wederzijds respect wordt samengeleefd? Levend in een grote stad, ziende hoe in openbare middelen van vervoer het soms toegaat en af en toe uit gesprekken oppikkend hoe men over de groeiende minderheden denkt, ben ik er niet helemaal gerust op. Er valt soms niet te ontkomen aan de indruk dat heel wat mensen, die volstrekt niet op de partij van de centrum-democraten zullen stemmen, diep in zich toch rondlopen met gedachten die parallel lopen met wat deze politieke groepering voorstaat. Men zegt het niet maar men denkt het wel. En dat is dan hypocriet. Van allen die vanuit welke discipline dan ook, invloed op maatschappelijke ontwikkelingen kunnen uitoefenen, zal in de toekomst veel worden gevraagd om binnen een steeds gemengder wordende samenleving vrede te bewaren en harmonieuze verhoudingen te bevorderen. De laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen hebben dat door de winst van de ultra-rechtse partijen nog eens extra bevestigd.

Ook kerk en christelijk onderwijs
Ook de kerken en het christelijk onderwijs zullen, diepgaander dan tot nu toe gebeurde, zich op deze ontwikkeling moeten beraden. In de kranten van de voorbije weken stonden twee berichten, die aangaven met welke vragen onze kinderen in een verdere toekomst zullen worden geconfronteerd. De „gemengde" school in Ede waar christelijk en islamitisch onderwijs heel direct op elkaar gebonden worden, heeft heel wat tongen los gemaakt en pennen in beweging gebracht. Gewezen is op het gevaar van het teloor laten gaan van de christelijke identiteit, de relativering van de uniekheid van het christelijke geloof, die onlosmakelijk vastzit aan erkenning van de waarde van andere grote wereldgodsdiensten, zo wordt gesteld.

Te verwachten is dat in een verdere toekomst onze kinderen met dit probleem al heel sterk zullen worden geconfronteerd. Hun contacten zullen waarschijnlijk ook veel directer en intensiever zijn, omdat de kinderen van allochtonen door méér kennis van onze taal tot betere communicatie in staat zullen zijn. Welke opstelling nemen wij als oudere christenen in en welke moeten wij onze kinderen voor de toekomst leren? Die vraag is niet alleen belangrijk uit het oogpunt van de ontmoeting met de hier wonende en werkende „buitenlanders", maar ook uit overweging van het feit dat de Islam wereldwijd en zeker ook in Europa, duidelijk op het acquisitieve pad is om zijn gedachten-goed, dat niet alleen religieus bepaald is maar ook een duidelijke maatschappij- visie omvat, als van grote waarde aan te prijzen.
Het tweede krantenbericht had betrekking op verhitte gemoederen in Rijssen, waar sprake zou zijn van de bouw van een moskee. Een S.G.P.-wethouder werd - naar uit nadere berichten op te maken viel ten onrechte - bijna racistische onverdraagzaamheid verweten, omdat gesteld zou zijn dat de S.G.P. zich tegen de bouw met hand en tand zou verzetten. Van die onverdraagzaamheid is (gelukkig) geen sprake, maar wel werd duidelijk gemaakt dat men vanuit eigen geloof en levensvisie gezien, geen aandrang voelt om deze bouw te helpen bevorderen.
Het zal voor velen in een toch tamelijk christelijk-orthodox bolwerk als Rijssen is, een moeilijk te verdragen gedachte zijn dat de plaats een moskee binnen haar muren zou kunnen krijgen. Te verwachten is dat we in ons land, zo goed als in andere ons omringende landen, meer en meer met zaken als deze te maken zullen krijgen. Dat vraagt nu om bezinning op de vraag hoe wij als christenen tot de etnische minderheden met hun eigen cultuur en religieuze achtergrond willen verhouden. Sommige kerkgemeenschappen met een breed-oecumenische opstelling en instelling hebben de vragen hieromheen allang van een antwoord voorzien. Zij bieden alle ruimte voor het zoeken naar wat in het christelijk geloof en in andere wereldgodsdiensten aan gemeenschappelijke waarden aanwijsbaar lijkt te zijn. Binnen meer orthodoxe kringen in ons land bestaat die ruimte niet. Daar houdt men het er op dat het christelijk geloof de enige weg tot God is, zich daarbij beroepend op de uitspraak van de Heilige Schrift dat er onder de hemel geen andere naam tot zaligheid is gegeven dan die van de Here Jezus Christus. De vraag is of deze waarheid, die naar wij geloven terecht als absolute waarheid geldt, een houding van afstandelijkheid, tegenwerking of passief verzet, van miskenning of geringschatting rechtvaardigt. Dat zeker niet. De overtuiging dat het Evangelie van Jezus Christus, binnen de lichtkring waarvan wij mochten worden geboren, voor de hele wereld en de ganse mensheid als enige weg tot God geldt, zal ons tegenover de onder ons wonende en werkende migranten als christenen juist in de goede positie plaatsen. In Handelingen 17, in de monumentale rede van Paulus in Athene, staan de woorden: „Hij (God) heeft uit één enkele het gehele menselijke geslacht gemaakt om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen en Hij heeft de hun toegemeten tijden en de grenzen van hun woonplaatsen bepaald, opdat zij God zouden zoeken, of zij Hem al tastende vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van een ieder van ons".

In het besef dat het ook in de onder ons wonende migranten gaat om medemensen, die op de hun door God toegewezen plaatsen werden geboren en die binnen hun eigen cultuur en religieuze klimaat naar God tasten, zal er geen sprake van godsdienstige herkenning en accepterende zin kunnen zijn, maar wel van erkenning van hun recht om hier hun geloof te beleven op de wijze zoals zij die zich in hun land van herkomst eigen hebben gemaakt. Met respect ook voor de consciëntieuze wijze waarop men dagelijks met die geloofsbeleving bezig is. Met de roeping ook om tegenover hen getuigenis te geven van het feit dat wij als christenen God al tastende hebben mogen vinden in de ontmoeting met Jezus Christus.

Gevoelig punt
En bij dit laatste raken we dan aan een heel gevoelig punt. Want in het getuigenis tegenover of - als u wilt - de dialoog met aanhangers van de andere grote wereldgodsdiensten, verkeert het christendom aan de basis, als het op de kennis van het eigen geloof aankomt, zeker niet in een gunstige uitgangspositite. In één van onze regionale kerkbladen stond enkele dagen geleden de klacht van een dominee over het schrikbarende tekort aan kennis onder zijn pupillen. Dat zij bij de aankondiging van voorlezing uit het boekje Jona lang moesten bladeren om het in hun bijbel te vinden, kon hij nog begrijpen, maar hij vond het onthutsend dat dit niet anders was als het om één van de Evangeliën ging. En over de hoofden van de kinderen heen trok hij bij de ouders aan de bel om te informeren naar de ernst, die zij in de praktijk met de doopbelofte hebben gemaakt. Wat deze dominee recht-toe-recht aan maar open en bloot in het kerkblad zette, zou wel eens symptomatisch voor christelijk Nederland kunnen zijn, tot in rechts-orthodoxe kringen toe. Er is vooral onder jongeren een groot tekort aan kennis van en inzicht in de fundamentele waarheden en waarden van het eigen geloof, in weerwil van de omstandigheid dat ons op papier een zee aan kennis ter beschikking staat. Misschien vormt de jeugd in de gereformeerde kerken (vrijgemaakt), waar kennis van de Heilige Schrift en van de geschiedenis van het christelijk geloof hoog in het vaandel staat, een uitzondering, maar over het algemeen is het onder christelijke jongeren (en misschien dat dit ook van veel ouderen wel geldt) met de kennis van het eigen geloof, het inzicht in wat daarin essentieel is, slecht gesteld. Dat moet ons dan maar tot enige bescheidenheid aanzetten in de ontmoeting met representanten van andere wereldgodsdiensten. Tegelijk moet het ons aanzetten tot bezinning op de vraag of er onder ons niet een grotere bewustwording moet komen van de noodzaak eigen geloofsbezit op zijn waarde dieper te peilen en ook kennis te nemen van dat wat essentieel is in het geloof van de onder ons wonende migranten. Christendom en Islam zullen binnen het toenemende streven naar één universele wereldgodsdienst, ook in ons land, steeds méér met elkaar te maken krijgen. Voor wie daarin als christen staande wil blijven, zal kennis onontbeerlijk zijn. En echte verbondenheid aan Hem die in het christelijk geloof centraal staat, geldt daarbij natuurlijk als een eerste voorwaarde.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1990

De Wekker | 8 Pagina's

In een multi-culturele en multi-religieuze samenleving

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1990

De Wekker | 8 Pagina's