Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Taak in Zuid-Afrika (Bezoek aan Zuid-Afrika III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taak in Zuid-Afrika (Bezoek aan Zuid-Afrika III)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze zending in Zuid-Afrika
Vanwege de reis, die drs. J.W. Maris en ondergetekende in de maand februari in Zuid-Afrika maakten in opdracht van onze deputaten voor de buitenlandse zending en voor correspondentie met buitenlandse kerken, schreef ik in vorige stukjes eerst over de politieke situatie in Zuid-Afrika en daarna over de verhoudingen daar ten opzichte van het kerkelijke leven en de theologische opleiding.
Ik wil nu nog even ingaan op de plaats, die onze zending in dat geheel inneemt.
Zoals u weet, werkt onze zending al vele jaren in het thuisland Venda; de twee brandpunten zijn het centraal gelegen Sibasa, waar ds. Drayer en br. Schouwstra wonen, waar de bijbelschool Iyani en de boekwinkel Mbeu zijn gevestigd, en het ruim 30 km westelijker gelegen ziekenhuis Siloam, waar „onze" artsen werken en wonen, dokter en mevrouw Helms al vele jaren, en waar ook Mary Overduin in het ziekenhuis werkt en Maartje van Asselt, elk met hun eigen taak.
Het is buitengewoon goed te merken, dat deze kerk, de synode-Soutpansberg, naar volwassenheid en zelfstandigheid toegegroeid is. De predikanten daar weten over het algemeen heel goed, wat gereformeerde theologie is en wat de gereformeerde belijdenis inhoudt. We hadden een ongezochte gelegenheid om ons daarvan te overtuigen, toen we er nog een zitting van de synode meemaakten, waar we niet slechts de groeten konden overbrengen, maar ook het examen meemaakten van een blanke predikant, afkomstig uit de NG-kerk, die van plan was om ziekenhuispredikant in ons kerkverband te worden in Siloam. Al was er wel aanmerking te maken op de vergadertechnische kant van het examen, de confessionele en geestelijke kanten van de preekbeoordeling mochten er zijn. Ze zouden op een christelijke gereformeerde classis niet misstaan hebben. De betrokken broeder werd zelfs niet zonder meer toegelaten. Het vervolg daarvan komt hier nu niet ter sprake; ik vertel dit alleen om iets te laten voelen van de volwassenheid van de kerk in Venda.

Onze mensen daar zien dan ook onder ogen, wat al wel eens eerder ter sprake kwam, dat de tijd steeds meer nadert, dat onze aanwezigheid als zending daar niet meer nodig zal zijn, hetgeen niet betekent, dat wij er helemaal geen taak meer zouden hebben.
Nog heel anders ligt het in KwaNdebele, waar de predikanten H. Jonkman en J. Slagboom werken. Dit gebied is veel meer een kunstmatig thuisland dan Venda; de samenleving is er nog in opbouw, al wordt ook daar de vraag steeds duidelijker, of in de toekomst de hele thuislandenpolitiek niet herzien gaat worden. Je kunt in dit gebied niet van één volk spreken; er is ook niet één gemeenschappelijke taal, al verstaat men meestal elkaar wel. De ontwikkeling is er dikwijls lager en er komt nog veel echt heidendom voor. Veel van het zendingswerk daar, al is het veel dichter bij Pretoria en Johannesburg, is nog echt pionieren. En inmiddels is er ook in toenemende mate gelukkig sprake van gemeente-opbouw. Door de nog toenemende instroom van bevolking is er een groot arbeidsterrein. In al zijn eenvoud is het imponerend om onze beide zendingsmannen, soms ieder afzonderlijk, soms ook gezamenlijk, hun werk te zien doen en ook met de evangelisten, waarvan er immers vorig jaar in ons land waren, te spreken in hun eigen leefomgeving. Bovendien werkt in dit gebied nog altijd ds. M. Rebel met de bijbelschool Mukhanyo, waarover hij in het laatste nummer van „UKK" schreef. Ds. Slagboom woont met zijn gezin niet ver van de (blanke) plaats Cullinan (weet u wel, van die diamant!) en het is bemoedigend om te merken, dat er in de Geref. kerk van Cullinan juist plaats is voor blanken èn zwarten. Drs. Maris heeft daar op een zondagavond in de kerk gepreekt. Verder hebben we beiden zowel in KwaNdebele als in Venda in de zendingsposten gepreekt; in één van de diensten met ds. Jonkman waaraan ik mocht deelnemen mocht ik zelfs een baby dopen. Ja, ook als het eigenlijke zendingswerk in Venda voorbij is, zal dat in KwaNdebele nog lang nodig zijn.

En nu weer: de opleiding
In het vorige stukje vertelde ik, dat men in de synode-Soutpansberg zó teleurgesteld raakte over de langzame voortgang van de kerkelijke éénwording, dat men besloten heeft de samenwerking in de Algemene Synode op te zeggen (tijdelijk?) en rechtstreeks met de GKSA (dus genoemd de Nationale synode- Potchefstroom) in onderhandeling te gaan over herstructurering, waardoor de grenzen binnen het kerkverband niet meer lopen langs etnische maar langs geografische lijnen.
Voor dit besluit werden wij als kerken niet geroepen, maar we hebben er op een bepaalde manier wel mee te maken: we hebben kerkelijke correspondentie zowel met de blanke als met de zwarte kerken. Toch is dit een zaak, die zij met elkaar moeten oplossen, al is het denkbaar dat wij op de een of andere manier onze diensten zouden kunnen verlenen. En de zaak is belangrijk genoeg.

Voor het andere besluit van de synode-Soutpansberg werden wij wèl geroepen; zij besloten de opleiding tot predikanten in eigen hand te nemen, in plaats van die opleiding nog aan de school in Hammanskraal toe te vertrouwen. Ons wordt gevraagd, daarvoor uit Nederland ook een docent te sturen. Men denkt, dat het maar voor enkele jaren zal zijn, omdat dan de eenwording een feit moet zijn geworden.
U begrijpt, dat het geen gemakkelijke taak was om daarover te gaan spreken. Hebben onze Venda-broeders niet te spoedig hun geduld verloren? Moet het ons allen niet veel te zeggen hebben, dat juist in deze tijd meer dan ooit in Zuid-Afrika wegen gezocht worden om elkaar te zoeken en verzoeningen tot stand te brengen? Moeten in zo'n tijd niet juist kerken voorop lopen in de gezindheid om elkaar te zoeken? Een vraag overigens, die niet alleen aan de zwarte kerk maar ook aan de blanke kerk te stellen is.
Wat de opschorting betreft van de deelname in de Algemene Synode, kun je verdedigen dat je de samenwerking verbreekt met de bedoeling, de samenwerking te gaan vergroten? Moet van de blanke kerk, de GKSA, niet broederlijk gevraagd worden om meer oog te hebben voor de frustraties, die vele zwarten hebben opgelopen en soms nog oplopen? Kunnen de zwarte broeders in Venda zich voorstellen, dat hun besluit, een eigen opleiding te gaan stichten, bij anderen de gedachte aan een nieuw soort apartheid oproept? Hoe is aan anderen duidelijk te maken, dat het stichten van een eigen opleiding dienen moet om de eenheid in opleiding te bewerken? Is dit besluit genomen uit geestelijke of uit vleselijke motieven, om het bijbels te zeggen? Kan men een zegen vragen over een besluit, dat in een sfeer van het conflict genomen is? Hebben de broeders in Venda zich niet laten vangen in de sfeer van de revolutie en van het conflictmodel?
Ook wanneer zendingsdeputaten in principe bereid zouden zijn om met de Vendakerk mee te denken, zou er dan in Nederland iemand te vinden zijn? En als die er zou zijn, zou hij bereid zijn om in een conflictsituatie met de GKSA zijn werk te beginnen? Is er een weg mogelijk om de sfeer van het conflict te halen en over te brengen in de sfeer van het overleg? Is het stichten van een eigen school niet een verspillen van geld, tijd en gaven? Heeft men in de synode-Soutpansberg de kosten overzien? Kunnen de predikanten, hoe bekwaam ze mogen zijn, met hun kleine kerkelijke kring de tijd en de krachten vinden om ook nog theologisch onderwijs te geven? Kan men, als het om theologie gaat, de bedreigingen van de moderne theologie te lijf? Zou er toch een mogelijkheid zijn om aan te sluiten bij de opleiding in Potchefstroom?

Deze en meer vragen moesten wij diepgaand onder ogen zien en bespreken met vooraanstaande kerkelijke figuren en met deputaatschappen in de GKSA en in de synode-Soutpansberg. Het was niet gemakkelijk. Wel vonden we overal een open oor en hebben we veel kunnen luisteren. Het is ook wel zo, dat als je de Venda-broeders zelf spreekt, je er toch iets anders tegenover gaat staan.
Zullen onze gesprekken resultaat hebben? Dat zal in de toekomst moeten blijken. We moeten erover rapporteren aan de beide deputaatschappen. Alleen kan ik zeggen, dat wij er niet zonder hoop vandaan gegaan zijn. We hebben wel moed, dat er tegenstellingen overbrugd kunnen worden. En dat is ook erg nodig.
In de vorige stukjes en ook nu bekeek ik nader de situatie en de ontwikkelingen in de volken en de kerken van Zuid-Afrika, voorzover wij er mee te maken hebben.
Ik deed dat niet alleen omdat ik wel wat te vertellen had, maar ook en vooral met de bedoeling, dat er in onze kerken hartelijk en positief wordt meegeleefd, en dat u ook des te meer weet, waarvoor u te bidden hebt.

K. Boersma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1990

De Wekker | 8 Pagina's

Taak in Zuid-Afrika (Bezoek aan Zuid-Afrika III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1990

De Wekker | 8 Pagina's