Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dit hebben dan de soldaten gedaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dit hebben dan de soldaten gedaan

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen dan de soldaten Jezus gekruisigd hadden, namen zij zijn klederen en maakten daarvan vier delen, voor iedere soldaat één deel en zijn onderkleed. Dit kleed nu was zonder naad aan één stuk geweven. Zij zeiden dan tot elkander: Laten wij dit niet scheuren, maar er om loten, voor wien het zijn zal; zodat het Schriftwoord vervuld werd: zij hebben mijn klederen onder elkander verdeeld en over mijn kleding hebben zij het lot geworpen. Dit hebben dan de soldaten gedaan. Joh. 19:23,24.

Wie zich over deze tekst hebben gebogen vroegen naar de betekenis ervan. Sommigen zeiden: hier is de prediking van de grote hogepriester van onze belijdenis. De priester droeg een gewaad, uit verscheidene stukken samengesteld. Blijkens een mededeling van Flavius Josephus echter, droeg de hogepriester een gewaad, uit één stuk geweven. En zo zou de evangelist hebben willen melden, dat de Here Jezus de Grote Hogepriester van onze belijdenis is, die zichzelf heeft gegeven. Inderdaad is Christus degene die met zijn eigen bloed in het binnenste heiligdom is binnengegaan. De brief aan de Hebreeën spreekt daarover zeer uitvoerig. Maar het kan niet de bedoeling van Johannes zijn geweest om op deze manier het priesterlijke werk te prediken van het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt. Sedert de vroege kerk las men in de mededeling over de kleding van Christus een verwijzing naar de eenheid van de kerk. Ook moderne uitleggers gaan die kant uit. Cyprianus heeft reeds de éne, ongedeelde rok van Christus gezien als een symbool van de éne ongedeelde kerk. Elk schisma is een scheuren van het ongedeelde kleed van Christus. Een boeiende gedachte op zichzelf. Maar of zij hier vertolkt wordt? Johannes spreekt over de éne kudde onder de éne Herder. Hij wijst ook op de verstrooide kinderen Gods, die bijeen zullen komen, doordat Christus als de éne voor allen sterft. En we weten dat er een ontelbare schare zal staan voor de troon: één in Christus. Maar of die eenheid hier zo rechtstreeks wordt gepredikt?

Men wees op de tegenstelling: de ruwe soldaten, die hun dobbelspel aan de voet van het kruis spelen en de kleine kring van hen, die Hem liefhebben, meer dan zij kunnen zeggen. Inderdaad: Golgotha brengt scheiding tussen die de Here vrezen en die Hem niet vrezen. Er zijn er die vlak bij Hem zijn, maar Hem niet kennen. En er zijn er die Hem kennen en Hem daarom niet kunnen loslaten. Ook dat is een trek uit de geschiedenis.

Maar lees hier dan toch vooral, dat Christus gekomen is, waar Adam wegvluchtte. Waar zijt gij? Dat was de stem in de hof. En Adam verborg zich. Hij was naakt. God had hem dit niet te kennen gegeven. Maar hij wist het. En zijn vrouw wist het. De verhoudingen waren verstoord. Er was geen werkelijke relatie meer mogelijk. Toen heeft God daarin voorzien. God heeft de mens gekleed. En Christus betaalt de rekening op Golgotha, waar men Hem naakt heeft uitgetogen. O, men zou als de zonen van Noach achterwaarts willen ontwijken, om deze aanblik niet te hoeven aanschouwen. Maar Christus geeft zichzelf zo, in zijn plaatsbekleding en Hij treedt te voorschijn en zegt: hier ben Ik.
Let daarbij vooral op de armoede van Christus. Wat Hij nalaat is zo gering, dat er geen notaris nodig is om zijn erfenis te beschrijven. Enkele kledingstukken, die in vieren gedeeld kunnen worden. Eén stuk linnen, dat niet verscheurd moet worden, want dan blijft er in het geheel niets meer over. Hij die rijk was is arm geworden, opdat wij door zijn armoede rijk zouden worden. Maar zo verwerft Hij de gerechtigheid, die genoeg is, om voor God te verschijnen. Zo komt het kleed tot stand, waarmee de zondaar voor God bekleed kan worden.

Vijf gedachten ontlenen wij aan deze boodschap, die ons aan andere Schriftwoorden doen denken.
De eerste is, dat wij allen bekleed, overkleed moeten worden met de gerechtigheid van Christus. „Ik raad u van Mij te kopen, goud dat in het vuur gelouterd is, opdat gij rijk moogt worden en witte klederen, opdat gij die aandoet en de schande uwer naaktheid niet zichtbaar worde..." Wie de klederen van het heil niet ontvangt, kan niet voor God verschijnen. Christus heeft door zijn uiterste armoede onze schuld voor God willen bedekken. Maar buiten Hem is er geen werkelijke bedekking.
De tweede gedachte, die we niet mogen vergeten: „Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij gehuisvest, naakt en gij hebt Mij gekleed. . . ". Christus droeg dit kleed, waarover de soldaten nu het lot werpen, toen Hij werd gezalfd met de kostbare nardus. Toen sprak Hij: de armen hebt ge altijd bij u. Zij vormen de enige schat van de kerk. Nu Hij in de hemel verhoogd is, kunnen wij Hem niet anders kleden, dan in zijn armen. Er is een christelijke barmhartigheid, een diakonale taak voor de gemeente. Wat gij aan een van deze minsten gedaan hebt, dat hebt gij aan Mij gedaan. Waar Christus de eeuwige straf is ingegaan, worden de zijnen met het eeuwige leven begiftigd. Maar de zijnen, dat zijn zij, die aan Hem in zijn armen en geringen doen, wat zij maar kunnen.
De derde gedachte, die ons werkelijk wel bij mag blijven, is deze: wie kan met bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen? Vraag niet: wat zullen wij eten, of waarmee zullen wij ons kleden. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam niet meer dan de kleding? Zoekt eerst zijn Koninkrijk en zijn gerechtigheid. . . Wat kan dit laatste anders zijn dan: zoek eerst deze Koning, die vanaf het hout regeert, vertrouw u aan Hem toe en aan het Woord van zijn genade. Werkelijke onbezorgdheid leren wij nergens anders dan op die plaats waar de allergrootste zorg en nood van ons is weggenomen: de schuld van de zonde. Wie onder die last moet blijven zuchten kan geen rust hebben. Maar Christus wil in zijn Rijk ons opnemen, opdat wij zouden weten dat het leven meer is dan de voeding en het lichaam meer is dan de kleding.
De vierde gedachte zou ons nimmer moeten ontgaan. „Wij hebben niets op de wereld medegebracht; wij kunnen er ook niets uit medenemen. Als wij echter onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn."
Christus was de erfgenaam van alles. Al wat de Vader heeft is het Mijne. Maar Hij heeft zijn erfenis prijsgegeven. Wat Hij naliet lag in een paar kleine stapeltjes op de grond bij het kruis. En wij leven veelal, alsof wij alles hadden en alles zouden moeten meenemen. We zouden moeten leren wat het betekent om eenvoudig, sober en matig te leven. Onze rijkdom doet ons vallen in grote verzoekingen. Door ernaar te haken zijn vandaag niet maar sommigen, maar velen van het geloof afgedwaald en hebben zichzelf met vele smarten doorboord. Het rijke Westen zou van deze Heiland kunnen leren dat wij alleen genoeg hebben aan genade. En dat we dan met weinig tevreden kunnen zijn.
De laatste gedachte brengt ons inderdaad naar de allerlaatste dingen. Zij staan ons te weinig voor de geest. Wij leven er ook veel te weinig uit. Ook Gods kinderen zouden het meer moeten bedenken. We hebben het aan deze Heiland en aan niemand anders te danken dat we lezen in Openbaring 7:13vv.: „Wie zijn dezen, die bekleed zijn met de witte gewaden. . .? Dezen zijn het die komen uit de grote verdrukking; en zij hebben hun gewaden gewassen en die wit gemaakt in het bloed des Lams. Daarom zijn zij voor de troon van God en zij vereren Hem dag en nacht in zijn tempel."

Zo arm werd de Here van alles, dat zijn klederen inzet vormden van het dobbelspel van de soldaten. Zo droeg Hij de smaad, opdat wij nimmermeer te schande zouden worden, bekleed met eeuwige heerlijkheid.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1990

De Wekker | 8 Pagina's

Dit hebben dan de soldaten gedaan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1990

De Wekker | 8 Pagina's