Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik zal Rahab en Babel vermelden, onder degenen die Mij kennen; ziet, de Filistijn, en de Tyriër, met den Moor, deze is aldaar geboren. Psalm 87:4

Alle dingen zijn mogelijk bij God. Dat is zou je kunnen zeggen de grote boodschap van dit vers uit Psalm 87.
Reken maar dat de Israëlieten de ogen uitgewreven hebben toen ze hoorden dat de Heere uit alle volkeren van de toenmalig bekende wereld zondaren roept tot de zaligheid en hun een plaats geeft binnen de muren van het eeuwige Jeruzalem.
Is Jeruzalem dan niet meer de stad voor het
bondsvolk alleen?
De Heere is ruim in het zaligmaken van zondaren.
Zeker, de Heere maakt duidelijk in Zijn Woord dat zalig worden niet anders kan dan in de weg van persoonlijke wedergeboorte, er is een drempel. Maar aan de andere kant maakt de Heere ook heel erg duidelijk dat zalig worden ten diepste voor een ieder kan, wie we ook zijn, waar we ook wonen, hoe diep we als zondaren ook gevallen mogen zijn.

De Heere zegt: Ik zal Rahab en Babel vermelden.
Wie worden er eigenlijk met die volkeren bedoeld?
Wel,
Rahab dat is een naam die afgeleid is van een woord dat onstuimigheid of woeden betekent. Rahab is in de Bijbel vaak de aanduiding van een fantasie-wezen, een soort zeemonster. Rahab is een ander woord voor Egypte. Egypte lag immers aan de Nijl, aan de zee? En Egypte is toch in de heilsgeschiedenis voor het volk Israël een waar monster geweest?
Vandaar de naam Rahab. En Babel? Och we weten dat wel. Het is dat andere rijk dat zich een heel duidelijke vijand betoond heeft van God en Zijn volk in de heilsgeschiedenis.
En nu zegt de Heere: Ik zal ze vermelden onder de burgers van Mijn Rijk.
Ik zal er zorg voor dragen dat er ook onder deze volkeren mensen zullen zijn die Mij gaan eren en lief hebben. Ook aan de oevers van de Nijl en aan de stromen van de rivieren in Babel zullen liederen gaan klinken die zeggen: Gij hebt ons Gode gekocht met uw dierbaar bloed! Ik zal Rahab en Babel vermelden onder degenen die Mij KENNEN. Dat laatste wil zeggen dat de Heere er door Zijn Woord en Geest zorg voor gaat dragen dat deze volkeren kennis gaan krijgen van zichzelf, van God en van het wonderlijke werk der verlossing door het bloed van de Heere Jezus.
Die kennis, die geestelijke kennis ontbrak in Egypte en Babel ten enenmale.
Die kennis ontbreekt ons ook van nature. Als het aan ons ligt zullen we nooit meer tot de Heere en Zijn dienst terugkeren. In ons leeft een ontembare drift en onstuimigheid om de zonde te doen. In ons hart leeft een ontembaar monster dan alleen maar vijandschap bedenken wil tegen de Heere en Zijn werk.

Hebben we dit al eens ontdekt in ons leven? Hebben we weleens met de vraag rondgelopen: Hoe komt het ooit weer goed tussen God en mijn ziel?
Misschien heeft deze ontdekking u moedeloos gemaakt en zegt u: Zalig worden is voor mij onmogelijk geworden. Weet u, de Heere zegt: Laat het waar zijn dat er in u alleen zonde woont. Laat het waar zijn dat er in u een
zondemonster woont die u nooit onder de knie zult krijgen, laat het waar zijn dat u het daarom verdiend hebt om voor eeuwig om te komen en onderschrijf deze dingen maar van harte in uw leven, maar zie nu eens op Mijn spreken. Zo waarachtig als Ik leef, ziet, Ik heb geen lust in de dood van een zondaar, zelfs niet in de dood van een zeemonster.
Rahab en Babel zaten muurvast in de zonde en afgodendienst. Ze konden zichzelf niet verlossen en ze wilden dat ook niet, maar IK ZAL hen vermelden en IK ZAL hen MIJ doen kennen opdat zij in Mij alles zullen leren vinden wat nodig is, beide in leven en in sterven. Toe, ga eens met die belofte aan de Heere hangen. Houd die belofte de Heere eens voor. Vraag het de Heere eens: Heere als het voor Egypte en voor Babel kon, zou het dan voor mij niet kunnen?

Maar de Heere gaat verder in onze tekst. Hij spreekt ook van de Filistijn die geboren zal worden in Sion.
Filistijnen, dat zijn in de Bijbel de beelddragers van onbesneden heidenen. Hoe gruwelijk en verbeten is hun tegenstand en vijandschap wel niet geweest. Denk alleen maar even aan die grote Goliath.
De Heere zegt en belooft dat Hij hen te sterk zal worden, dat Hij hen los zal pellen uit de greep van het heidendom. De Heere zal hun leren Hem lief te hebben en Hem te eren. Dit leert mij om maar nooit iemand af te schrijven voor de eeuwigheid.
In deze belofte maakt de Heere duidelijk dat er zelfs voor de meest weerbarstige zondaar een plaats wordt ingeruimd in het hemelse Sion. Waarom? Omdat zalig maken Gods werk is, Gods liefste en grootste werk.
Zullen we de Heere aan deze belofte houden? Zullen we uit deze belofte moed grijpen voor onszelf of voor anderen?
Maar de Heere spreekt in de tekst ook over de
Tyriër.
De Tyriërs waren handelsmensen. Maar het waren ook mensen zo lezen we elders in de Schrift die de sabbath gebruikten om hun waar aan de man te brengen. Het waren mensen die leefden voor hun werk, voor hun goed en voor hun geld.
Wat kunnen wij soms ook vast zitten aan de dingen van de aarde. Waar leeft u voor? Waar gaat uw hart in op? Wat moeten wij zeggen: Heere zonder U kan ik niet leven, of wereld zonder u kan ik niet leven. De Heere wil een Tyriër nog in het hart grijpen. Laat u dan als een Tyriër nog zaligen. Ook voor hen die uit dat geslacht geboren zijn is er Hoop, nieuwtestamentische Hoop.

Wie rekent de Heere tot de inwoners van het hemelse Sion?
Wel, het is een bont gezelschap van notoire zondaars. Rahab wordt erbij gerekend, en Babel en de Filistijn, de Tyriër, maar ook de MOREN.
De Moren dat zijn die mensen die een donkere huidskleur dragen. En die huidskleur is in de Bijbel het beeld van de mens zonder God. Het is het beeld van de mens zoals hij is: Bevlekt en bezoedeld met duizend zonden.
Maar de Moor is ook het beeld van de mens die onmachtig is tot enig zaligmakend goed.
Denk maar aan de woorden van
Jeremia: Zo min een luipaard zijn vlekken kan veranderen zo min kan ook een Moorman zijn huid veranderen. Maar de Moorman is niet alleen het beeld van de mens als zondaar, als onmachtige zondaar tot het goede, maar hij is ook het beeld van de zondaar die het goede niet WIL doen.
De voorvader van de Moren was Cham, de gevloekte weet u wel?
De Moren stonden bekend als een heerszuchtig volk dat geen enkele macht boven zich duldde. Voor het besef van de Jood lag het Morenland aan de andere kant van de wereld. Ver en ver verwijderd van Jeruzalem.
We zien in het beeld van de Moren ons beeld van nature heel erg duidelijk worden. We willen de Heere niet dienen. We kunnen de Heere niet dienen.
We erkennen de Heere niet als Koning over ons leven. We leven ver bij de Heere vandaan, maar we hebben er net als de Moren geen weet van hoe ongelukkig we dan wel niet zijn.
En toch de Heere geeft ook de Moren een plaats in Sion.
Mag ik u eens wijzen op de kracht van het bloed van de Heere Jezus?
Dat bloed heeft zo'n kracht dat het heel uw leven kan veranderen. Dat bloed heeft zo'n kracht dat het onmogelijke mogelijk wordt: Zalig worden.
Laat ik eens niet alle nadruk mogen leggen op uw onwil en op uw onmacht om tot de Heere uit te gaan, maar laat ik eens alle nadruk mogen laten vallen op de Wil van de Heere Jezus om u zalig te maken. Hij is gewillig om te verbreken wat u niet los kunt laten. Er zijn geen grenzen aan Jezus' macht voor allen die het van Zijn wonderen verwachten. Wendt u toch tot Hem toe en u zult behouden worden.
Zeker niet alle Egyptenaren, niet alle Babyloniërs, niet alle Filistijnen, Tyriërs en Moren zijn geboren in Sion.
Wie de Heere niet zocht. Wie de Heere niet nodig heeft leren krijgen.
Wie niet met belijdenis van zonde en schuld heeft leren buigen aan de voeten van de Heere Jezus, zij allen komen om.

Kennen we de Heere Jezus als onze persoonlijke Zaligmaker? Is er liefde in ons hart tot Hem?
Weet u wat geschreven staat boven de poorten van Sion?
Nog nooit heeft de zonde iemand buiten deze Stad gehouden, maar wel het ongeloof. Christus' bloed druppelt nog verzoenend, helend, vernieuwend.
Wat u mag doen? U uitleveren aan Hem. Met overgave en vertrouwen.
Zingt het al in ons hart ziende op deze Psalm: Door U, door U alleen om het eeuwig behagen? Maar klinkt dat andere ook?
Jeruzalem dat ik bemin, we treden Uwe poorten in?
Dat is een zalige gang.

Eemdijk, H.R.H.A. de Boer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1990

De Wekker | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1990

De Wekker | 8 Pagina's