Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Geloof dat te denken geeft"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Geloof dat te denken geeft"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een afscheidsgeschenk
Dit is de feestbundel die prof. Kuitert heeft gekregen bij zijn afscheid van de Vrije Universiteit, op 30 november 1989. Zoals te doen gebruikelijk werken collega's en oud-leerlingen, soms intussen zelf professor geworden, aan zo'n bundel mee. Dat is ook nu het geval. Niet minder dan zestien opstellen treffen we in dit boek aan. Daarnaast nog Kuiterts bibliografie. De lijst van auteurs is op zichzelf al opmerkelijk. Naast de hervormde Berkhof en Ter Schegget, ontmoeten we de Duitser Wolfhart Pannenberg, en twee rooms-katholieke hoogleraren: Houtepen en Schillebeeckx. Ook J. Veenhof, intussen ook van de V.U. vertrokken, treffen we met de emeritus van Kampen, J.T. Bakker, onder de schrijvers.
Het is niet eenvoudig de bundel in een bespreking recht te doen. De onderwerpen zijn zeer uiteenlopend: mensenrechten, techniek, internationale politiek, politieke theologie, een eigen christelijke moraal of de universele moraal (verdeeld over twee bijdragen), de filosofie die aan de theologie ten grondslag ligt, Zuid-Afrika en de bevrijdingstheologie. Men ziet een breed spectrum. Dan noemde ik nog niet Barth (in twee opstellen aan de orde gesteld), de Bergrede en „heil en heling". Wat mij opviel was, dat de medische ethiek niet vertegenwoordigd is. Pannenberg schrijft over het eigene van het menselijke leven (Humanbiologie - Religion - Theologie). Juist op medisch-ethisch terrein is Kuitert de laatste jaren zeer actief geweest. Zelfs Kuiterts collega en volgeling, de emeritus-hoogleraar interne geneeskunde C. van der Meer ontbreekt.
Onwillekeurig is men geneigd zo'n bundel aan te grijpen om de betekenis van de man, die ermee wordt geëerd, te beschrijven. Ik zie er van af. Dan zou de bundel helemaal uit het gezichtsveld verdwijnen.
Opmerkelijk is dat men uit deze bundel zich geen beeld kan vormen van Kuiterts theologie en ethiek. Er worden op blz. 7 enkele waarderende opmerkingen gemaakt over Kuiterts „geheel nieuwe specialisme", zijn „pionierswerk" op het gebied van de medische ethiek.

In een terughoudend, kritisch gesprek
Natuurlijk zijn er onder de schrijvers die met Kuitert in gesprek gaan. Dat is dan een kritisch gesprek. De rooms-katholieke auteurs Houtepen en Schillebeeckx stemmen in met veel wat Kuitert heeft geschreven, maar slaan kort voor het einde van de rit toch een andere richting in. Zo ook Musschenga en Bakker. De bijdrage van de laatste (Luther over de Bergrede) lijkt me onuitgesproken een vrij scherpe kritiek op Kuitert te bevatten.
Eigenlijk is dit de teleurstelling die bij mij achterbleef, toen ik de bundel in haar geheel had gelezen. Hoe denken de schrijvers nu over Kuiterts werk? De beide rooms-katholieken gaan daarop het duidelijkst in. Men krijgt de indruk dat de schrijvers er niet helemaal raad mee weten. Hierdoor wordt het beeld onscherp. En dat, terwijl Kuitert zelf graag zo helder, vaak ook enigszins provocerend formuleert. Die Kuitert vindt men hier niet terug.

Kuitert en Kuyper
Prof. Berkhof heeft een boeiend artikel geschreven over „Neocalvinistische theologie van Kuyper tot Kuitert". Zijn conclusie is dat er in Kuypers werk een aanknopingspunt is voor Kuiterts stellingname. Ik moet zeggen dat Berkhofs bewijs hiervoor (met één citaat) erg smal is. Prof. J. Kamphuis is in zijn bespreking van deze bundel (in het N.D.) over dit ene citaat gevallen en heeft alle verwantschap tot in de wortel ontkend. Naar mijn oordeel is er bij Kuitert direkter beroep op Kuyper te vinden, dan Berkhof aangeeft. Anderzijds is er bij Kuyper meer te vinden dan het ene citaat dat Berkhof aanvoert. In een dit jaar verschenen artikel van mijn hand (gepubliceerd in het Zuidafrikaanse theologische tijdschrift: In die Skriflig) heb ik erop gewezen dat er in Kuypers theologie een idealistische lijn is gebleven, waarbij theologen als Kuitert aansluiting zoeken - en dat met een zeker recht, omdat Kuyper tegen Kuyper is geweest. Kan Kuitert zich er voor een deel terecht op beroepen, Kuypers bloed in de theologische aderen te hebben - overigens heeft Kuitert hiermee Kuyper wel gehalveerd! Jammer dat met name deze „kritische verwantschap" niet nauwkeuriger beschreven is.

Velerlei
Met waardering wijs ik op het opstel van J. Veenhof. Hij gaat in op de vraag in hoeverre psychische en lichamelijke genezing een gestalte zijn van het heil. Niet dat ik de oplossing geheel voor mijn rekening neem. De probleemstelling en de aangevoerde literatuur maken dit opstel tot een waardevol stuk, voor ieder die met dit onderwerp bezig is.
Van vrijwel alle bijdragen kan gezegd worden dat ze literatuurbronnen zijn. Opvallend is, dat vrijwel alles ontbreekt wat van orthodox-gereformeerde zijde is geschreven. Op dat punt zet dit boek een traditie voort, die zich in de loop der jaren aan de V.U. heeft gevormd.
Opmerkelijk is dat J.T. Bakker op blz. 19 spreekt over „extra-territoriaal", en dan dr. Montsma bedankt die de term „exterritoriale openbaring" gebruikt
Is de verandering van ex in extra bedoeld als een correctie op Montsma of een drukfout?
In het algemeen kan men zeggen dat dit een bundel van niveau is. Toch ontbreekt er iets aan, dat men er wel in zou verwacht hebben. Laat ik het onder woorden mogen brengen met de titel, waaronder Hans van Gerven en Mary Michon hun lange interview (154 blz.) met Kuitert hebben gepubliceerd: „Vrijheid van dwang". Hoe kijken de schrijvers tegen dat portret aan? We kunnen het ook anders zeggen: In hoeverre bepaalt bij Kuitert het geloof het denken? Zou de lezer, onder wie als eerste Kuitert, er geen recht op hebben, dat die vraag duidelijk zou zijn beantwoord?

W.H. Velema

Geloof dat te denken geeft. Opstellen aangeboden aan prof. dr. H. Kuitert; onder redactie van K.U. Gäbler e.a., 336 blz., ƒ 40, - , Ten Have - Baarn, 1989.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juli 1990

De Wekker | 8 Pagina's

„Geloof dat te denken geeft

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juli 1990

De Wekker | 8 Pagina's