Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanvaard(t)!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanvaard(t)!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Daarom, aanvaardt elkander, zoals ook Christus ons aanvaard heeft tot heerlijkheid Gods." (Rom. 15:7)

Het geheim van een christen
Dit Woord van onze God legt het levensgeheim van ons, christenen bloot. Want dat is immers het fundament van ons leven: de machtige beleving van het wonder door Jezus Christus aanvaard te worden.
„Aanvaard", dat is dat heel positieve van jezelf helemaal bij Christus geborgen te mogen weten, kind van God te mogen zijn, want Jezus heeft je in de lichtkring van zijn gemeenschap getrokken. „Aanvaard" dat is dat heerlijke wonder dat je verlost bent uit die benauwende gevangenis van je zonden. Leren omgaan met God betekent immers die vreselijke ontdekking muurvast te zitten in de zonde en schuld. Het is als opgesloten mijnwerkers in een ingestorte mijngang. Aan alle kanten hebben ze gerukt aan de stutten, ze hebben gegraven wat ze konden, maar er is geen uitweg. Er is het enige uitzicht dat de zuurstof langzamerhand opraakt en er gebrek komt aan drinken en eten. Als ze dan dat heerlijke wonder beleven dat er van buitenaf een tunnel gegraven wordt en er licht komt, een uitweg, leven! Dat mogen we beleven in dat „aanvaard" door Christus. Als het door ons heen slaat: Hij heeft al mijn zonden vergeven, mijn schuld uitgewist. Ik mag leven als rein en heilig omdat Hij alles betaald heeft, „'k Lag machteloos gebonden. Hij komt en maakt mij vrij; ik was bevlekt met zonde. Hij komt en reinigt mij!"

Zekerheid
Dit levensgeheim wil tot een vast fundament in ons leven worden. Het staat in onze tekst als een zeer zekere zaak. Dit is iets dat geschied is. Paulus schrijft: „Christus hééft ons aanvaard." Dit is iets wat in het verleden geschied is. Het is de verkondiging van het evangelie, dat God geen plezier heeft in onze dood, maar daarin dat wij leven. Het wordt ons als feit verkondigd. Om te geloven! Het is God de Heilige Geest die onze aandacht vestigt op deze vastheid en zekerheid. „Mens, je mag er zeker van zijn. Dit is de belofte van het evangelie. God schenkt je de vergeving van zonden, om niet."
Deze vastheid en zekerheid is nooit in onszelf te zoeken. In onze beleving. Enkel en alleen in de vaste beloften van God, die de Schriften ons verkondigen. God zegt door Paulus' mond: Christus heeft aanvaard, ieder wie tot God komt met belijdenis van schuld. Een ieder die niet buiten de vergeving van zonden kan.
Deze zekerheid vinden we nooit in onszelf. In wat we meemaakten, in buitengewone openbaringen, ook niet in een sterk geloof. Een sterk geloof is juist dat geloof dat zijn zekerheid zoekt in wat God belooft en daarin dan ook alleen! God op zijn beloftewoord vertrouwen.
Zeker zijn omdat wij mensen, ook als zondige mensen, op bewezen trouw van God aankunnen. Kijk dan naar Jezus Christus, zijn kruis voor onze zonden. Zijn dragen van onze straf. Daar ontdekken we aanvaard te zijn.

Verwondering
Dat brengt ons tot diepe verwondering die ons leven in zijn totaliteit aangrijpt. Verwondering over zo'n heerlijke genade van God. Dan ga je door de grond, want wie ben ik, in mijn zondigheid en ellendigheid. Mijn opstand en mijn weerstand, mijn vluchten voor God. Deze verwondering is een levenszaak. Niet iets van één keer, van het moment van onze eerste bekering b.v. De aanvaarding door Christus is iets wat blijvend ons leven zal overstralen. Want is er niet telkens en telkens weer dat geloofsgevecht? De strijd tegen onze zonden. Het onderliggen in die strijd maar al te vaak. De twijfel die ons hart binnensluipt. Zou ik nu nog wel door Christus aanvaard worden. Om dan opnieuw bij het offer van Christus terecht te komen met je zonden. Opnieuw door Gods beloften verrast te worden: Aanvaard.

Doorstraling
Dit machtig werk van Christus blijft niet aan de buitenkant van ons leven plakken. Vanuit de verwondering slaat die aanvaarding naar binnen toe en leren we achter onze Heiland aan te gaan. Te doen als Hij. Elkaar aanvaarden, zoals Christus ons aanvaard heeft.
Het Griekse woord geeft aan dat er meer is dan alleen navolgen. We leren dat doen, omdat Christus ons aanvaard heeft. Die aanvaarding in ons leven heeft uitwerking. Je wordt er anders van. Je krijgt er een zacht hart van, een hart van vlees, in plaats van een stenen hart. Zo kan Paulus schrijven aan mensen die leven uit aanvaarding: Aanvaardt elkaar. Als bevel van Christus, die het ons heeft voorgedaan.
In Paulus' situatie was er een grote tegenstelling in de gemeente gerezen over het al of niet eten van vlees (dat misschien in aanraking gekomen was met afgoden). Sommigen wilden vanuit hun geloof absoluut niets van het vlees eten. Anderen hadden geen bezwaar voor het gebruik van vlees, daar afgoden in feite niet bestaan en ook het vlees een goede gave van onze God is. Door zo'n tegenstelling ontstaat een kloof. In dit verband noemt Paulus dit bevel van Christus.
Elkaar aanvaarden. Dat is, ook als we soms zeer verschillend zijn, verschillend denken, verschillend voelen en beleven, die zeer positieve houding naar elkaar toe hebben, die liefde, zoals Christus ons in zijn liefde aanvaard heeft.
Ik vrees dat hier van alles aan mankeert. Dit is één van de grote rotte plekken in ons kerkelijk leven. Eén van onze grote zonden! We vormen clubjes en groepjes gelijkdenkenden en gelijkgestemden. We laten de afstand steeds groter worden, door elkaar te versterken in negatiefs over elkaar. Dat geschiedt in het groot, tussen gemeenten, tussen predikanten en ouderlingen en diakenen. Dan zijn er kansels gesloten en lopen collega's predikanten met een boogje om elkaar heen.
In het kleine vlak van de gemeente gebeurt het op dezelfde manier. Broeders en zusters die je niet zo aanstaan laat je links liggen. We meten de zonden en fouten (soms vermeend) van anderen breed uit. In gelijkgestemde kring worden de andere gedachten van andere groepen in de gemeente breed becommentarieerd en vierkant afgewezen. Met henzelf wordt nauwelijks gesproken. Ach ja, je ontmoet elkaar in de kerk en een knikje kan er dan nog wel af, maar verder...
Elkaar aanvaarden, leren we bij Paulus in Rom. 14 en 15, is elkaar niet minachten of veroordelen vanwege andere stellingnames of gedachten of belevingen, maar het goede voor elkaar zoeken.
Dat kan alleen vanuit het eerste. Daarom heb ik daar zo'n sterke nadruk op gelegd. Wie leeft uit de verwondering van de aanvaarding gaat anders kijken naar zijn of haar medebroeders en zusters. Zij zijn ook door Christus aanvaard. Zij leven toch uit datzelfde geloof? Christus heeft zijn bloed ook voor hen gestort en hen aan mij toevertrouwd. Aanvaarden is dan de opbouw van het geloof van onze medebroeder of zuster bewerken en niet hem of haar de grond in boren.
Ik weet: dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Je moet er jezelf voor verloochenen. En je eigen groep. Je moet op die ander afstappen, contact leggen. Kan dit echter niet alle verhoudingen doorbreken en vernieuwend werken?
Ik weet hoe moeilijk het is zo een broeder of zuster te aanvaarden, die je misschien door zijn of haar lompe manier van optreden zo gekwetst heeft in je gevoelens. En toch, zou ook die mens niet een gekochte van Christus wezen?
Aanvaarden betekent niet: de zonde laten voortbestaan. Over zonden moet je praten! Juist dan is het onze taak in Christus' naam om die ander op te bouwen in het geloof. Dat is ook ontdekken aan zonden, opdat er bekering kan komen.
Doordenkend over deze dingen wordt de kring al wijder. Zou dit het niet zijn wat ons leren kan medebroeders en zusters in andere kerken te zoeken. Van elkaar te ontdekken de band die ons bindt aan de Here Jezus Christus en te gaan leren zien dat Hij ons aan elkaar wil verbinden. Dat we in Jezus' Naam elkaar te aanvaarden hebben.
Tenslotte: Als we niet van deze aanvaarding willen weten, zou dat dan misschien betekenen dat we wel de naam van Christus dragen, maar niet echt van Christus zijn? Want wie kan leven uit aanvaarding zonder zelf een ander hart, een aanvaardend hart te krijgen?

Assen, A. Dingemanse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1990

De Wekker | 8 Pagina's

Aanvaard(t)!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1990

De Wekker | 8 Pagina's