Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweeërlei lachen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweeërlei lachen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En de HEERE zeide tot Abraham: Waarom heeft Sara gelachen, zeggende: Zou ik ook waarlijk baren, nu ik oud geworden ben en mijn heer oud is?" Genesis 18:13. „En Sara zeide: God heeft mij een lachen gemaakt; al die het hoort, zal met mij lachen". Genesis 21:6.

De eerstgenoemde tekst zet ons met beide benen in de werkelijkheid. Want zo is het toch? Het is de werkelijkheid dat er gelachen kan worden om de beloften van de HEERE. Sara hoort de HEERE tegen haar man Abraham zeggen dat hij bij Sara een kind zal krijgen. Sara lacht om die belofte. Zo kan het ook zijn in ons leven. Er kunnen van die tijden zijn dat we de beloften wel horen - net als Sara - maar dat ze ons geen enkele steun en troost geven in ons leven.
En dat is vaak heel begrijpelijk. Neem nu het leven van Sara. Je zult 90 jaar zijn geworden, met een man getrouwd zijn die tegen de 100 jaar is en dan de belofte horen dat je een kind zult krijgen. Dan is het toch heel begrijpelijk dat Sara lacht?
Wij gebruiken de geschiedenis van de geboorte van het kind uit Abraham en Sara voor de adventstijd. En terecht! Wij weten dat het niet anders kon!
Abraham en Sara moesten wel een zoon krijgen. De Christus moest immers geboren worden. Hij moest uit het geslacht van Abraham voortkomen. Wij die erachter staan kunnen heel gemakkelijk de beschuldigende vinger omhoog steken naar Sara. Maar wat hadden wij gedaan als wij Sara geweest waren?
Het ligt o zo voor de hand om te lachen om Gods beloften! Wat kunnen de beloften in ons leven veel te hoog gaan. We kunnen er niet bij. We durven het niet hardop te zeggen, want wat zullen de anderen wel van ons zeggen! We kunnen het verdringen, verbergen en verzwijgen, maar wat kunnen we ons dan hopeloos alleen gaan voelen temidden van zovelen die het altijd maar over de steun en de troost hebben die de beloften geven.
Sara had voorheen geprobeerd de beloften zelf in vervulling te laten gaan. Ze had de beloften van de HEERE, gegeven in de hoofdstukken voor Genesis 17, goed bestudeerd. Daar werd ook nergens door de HEERE gezegd dat het geslacht van Abraham uit haar geboren zou worden. Naarmate ze ouder werd, kwam het voor Sara al vaster te staan: het beloofde nageslacht zal wel via Abraham en Hagar komen! Als dan de HEERE in hoofdstuk 17 de belofte verduidelijkt - uit Abraham en Sara zelf zal het nageslacht komen dat de Christus ter wereld zal brengen - en Hij in hoofdstuk 18 de belofte herhaalt, lacht Sara erom en zegt ze: „Zal ik ook waarlijk baren..." Via Hagar zal ze baren, onecht, niet zelf; dat is onmogelijk!
Misschien zijn wij ook wel bezig met het zelf proberen te vervullen van de beloften van God. Via eigengerechtigheid en werkheiligheid kunnen we aan het proberen zijn de belofte van vergeving van zonde en schuld te bemachtigen. Dan komt God naar ons toe en zegt: zó gaan Mijn beloften niet in vervulling. Niets uit u, alles uit Mij!
Als alle mogelijkheden die wij nog dachten te ontdekken in ons leven ons allemaal uit handen worden genomen door de HEERE dan kan het voor ons onmogelijk worden om de vervulling van de belofte van zaligheid te ontvangen.
In Genesis 21:6 horen we van een heel andere lach van Sara. Nu geen lach om de vervulling van de belofte, maar een lach vanwege het vervuld zijn van de belofte. Een blijde moeder Sara lacht nu ze de vervulling van de belofte in haar handen heeft. Izak is geboren. Sara beleeft het als een gave van God. Zij heeft zichzelf geen lachen kunnen maken; al haar pogingen haalden niets uit. „God heeft mij een lachen gemaakt." Ze is verheugd in God! „Maar 't vrome volk, in U verheugd, zal huppelen van zielevreugd, daar zij hun wens verkrijgen..."
Wat geeft het een vreugde in je leven als je de vervulling van de beloften verkrijgen mag. Dan komt er een lachen als van Sara. Als God de HEERE de beloften vervult in ons leven, kunnen we blij worden.
Als je eerst steeds bezig was de beloften zelf te vervullen en het op niets uitliep, wat is het dan een vreugde als God het gaat doen. Wat een vreugde als de belofte van vergeving van schuld als vervuld mag worden ervaren. Als je bezig bent door eigengerechtigheid en werkheiligheid de belofte te vervullen en je mag leren dat het zo niet gaat, wat wordt het dan een vreugde als God de vervulling geeft. Als je de vergeving van schuld en het eeuwige leven ontvangen mag, zoals Sara haar zoon, dan zeg je ook: God heeft mij een lachen gemaakt!
Het is omdat Sara haar zoon kreeg dat de vergeving van zonden en het eeuwige leven ervaren kunnen worden. Want uit die zoon van Sara kwam de Zoon ter wereld. Jezus Christus werd geboren. De Zaligmaker kwam om de vervulling van de beloften te verdienen. Dat kostte Hem het leven. Maar Hij wilde dat op Zich nemen om het mogelijk te maken dat de beloften werden vervuld.
Hoe komt het nu in ons leven van een lachen om de belofte tot een lachen vanwege de belofte en haar vervulling?
Het zal net zo gaan als bij Sara. Het gaat in de weg van geloof: „Door het geloof heeft ook Sara zelve kracht ontvangen om zaad te geven, en boven de tijd haars ouderdoms heeft zij gebaard; overmits zij Hem getrouw heeft geacht. Die het beloofd had". Zo was het niet in Genesis 18. Zo was het wel in Genesis 21. Ze heeft in de tijd tussen hoofdstuk 18 en 21 geleerd om Hem getrouw te achten. Ze heeft het geleerd eigen pogingen op te geven en het alleen van de HEERE te verwachten.
De Heilige Geest zal verbinden aan Christus; door het geloof in Christus inlijven. En in Christus zijn al de beloften ja en amen!
Hoe u aan dat geloof komt? Het geloof is uit het gehoor en het gehoor uit het Woord van God! Zo zal Sara aan het geloof gekomen zijn. Zo wil de HEERE het nog geven. Dan zullen we luisteren naar het Woord van Gods beloften.
Al kunnen we misschien - net als Sara - niet geloven dat ze ooit vervuld worden in ons leven. We zullen biddend luisteren; met het gebed in het hart: „Zegen Uw Woord zoals bij Sara, geef mij door dat Woord het ware geloof!"
Zo wordt het lachen geboren. Het lachen om de belofte zal dan verdwijnen.
Het lachen vanwege de vervulling van de belofte zal ervoor in de plaats komen.
Dat lachen zet aan tot een verwachten van de tijd dat alles in allen vervuld zal zijn!
„Hun blijdschap zal dan, onbepaald, door het licht dat van Zijn aanzicht straalt, ten hoogste toppunt stijgen".

Westzaan, A. van Ek

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1990

De Wekker | 8 Pagina's

Tweeërlei lachen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1990

De Wekker | 8 Pagina's