Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog een goed land om in te wonen . . .

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog een goed land om in te wonen . . .

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als land en volk van Nederland hebben we op allerlei manier deel aan wat op deze wereld aan goed en kwaad omgaat. Met alle mensen op aarde hebben we gemeen dat we een kwetsbaar en eindig leven hebben. Ziekten, lijden en dood laten zich ook hier gelden. Lang niet iedereen leeft in Nederland op het zelfde welvaartsniveau. Allerlei persoonlijke bekommernis en benauwdheid wordt ook door mensen in onze omgeving en misschien ook wel door ons zelf doorleefd, maar wat zijn wij als volk van Nederland, met andere omliggende landen in West-Europa, uitermate bevoorrecht boven veel andere volken; ik durf bijna te zeggen: boven de meeste volken op aarde.
Politieke en maatschappelijke onrust is ook ons niet vreemd, maar toch bij lange na niet in een dusdanige mate dat het publieke leefklimaat er constant door onder druk staat. Ligging en beveiliging van ons land sluiten vrees voor turbulente natuurrampen vrijwel uit, al kunnen onze berekeningen en inschattingen ons ook hier natuurlijk geen waterdichte garanties bieden.

Wie enkele weken achtereen alle informatie via de media, over dingen die buiten onze landsgrenzen gebeurden, inventariseert, kan tot geen andere conclusie komen dan dat wij nog mogen leven, wonen en werken op één van de beste plekjes op aarde. Cholera in Peru, honger in Afrikaanse landen, ongekende armoede in een groot aantal andere landen van de wereld, op min of meer grote schaal oorlog in het midden-oosten en allerlei interne oorlogjes in landen met permanente politieke onrust, schrijnende armoede onder mensen die aan de periferie van grote steden op aarde ver onder de minimum-bestaansvoorwaarden hun leven slijten, permanente onveiligheid in landen waar kleinere of grotere groepen van de bevolking hun eisen en belangen met grove vormen van geweld willen afdwingen en de grote politieke instabiliteit en maatschappelijke onzekerheid in veel Oostbloklanden, het moet ons allemaal het besef geven hoe riant de omstandigheden zijn waaronder wij ons leven nog kunnen leiden.

Misschien moet worden gezegd dat wij in een land leven dat er in andere opzichten weer negatief uitspringt. Juist omdat we een land van grote vrijheden en van een hoge tolerantiegraad zijn, trekken we misschien negatieve elementen van buiten af aan. De kleine criminaliteit is ook binnen onze landsgrenzen onrustbarend hoog. Het zedelijk verval ging en gaat Nederland niet voorbij. Maar de vrijheden en de rechten van de burger, de mogelijkheid om gemeenschappelijk en persoonlijk te staan voor een ideëel standpunt en ideële doelen na te streven en de vrijheid om voluit kerk van Christus te zijn, worden op geen enkele manier aan banden gelegd. Wie in onze samenleving in zijn of haar situatie meent dat die rechten en vrijheden geweld worden aangedaan, vindt toegang tot en hulp bij een rechtsbestel dat voor de handhaving van die rechten en vrijheden op onpartijdige en kundige wijze borg staat.

Er is geestelijk verval en er is maatschappelijke verloedering, maar goddank gloeit in ons volksleven toch nog veel na van de waarden die het christelijk geloof aan onze cultuur heeft gegeven. Uit politieke keuzen en uit peilingen binnen ons volk naar visie en gevoelens rond ingrijpende zaken van materiële zowel als immateriële aard, kan men soms duidelijk voelen, dat aan de voorzichtige benadering waarvoor men kiest, het christelijke gedachtengoed niet helemaal vreemd is. Op één of andere manier blijft dat altijd nog beslag leggen, soms ook bij personen en in kringen waar men het niet zou verwachten.

Tevredenheid en besef van verantwoordelijkheid
Als er nog veel is om dankbaar voor te zijn, dwingt dat ook tot besef van onze verantwoordelijkheid. We zouden als volk en zeker ook als christenheid te midden van ons volk, méér tevredenheid kunnen uitstralen. De gedachte daaraan komt sterk naar boven als we zien hoe het in een welvaartsland als het onze in de politiek rond economie en sociale rechtvaardigheid toegaat. Over de inzet voor de belangen van de minst bedeelden valt niets te zeggen, maar enige matiging in de manier waarop van de politiek wordt gevraagd de belangen van sommige groeperingen na te streven zou niet misstaan. We hebben jaren achter ons, waarin in heel veel sectoren van de samenleving het beleid van de overheid een gevoel van miskenning en veronachtzaming te zien gaf, tot uiting komend in protestacties. Hopelijk blijven we daarvoor in de komende tijd bewaard. We zijn gezegend met een regering en een volksvertegenwoordiging (hoe wisselend de samenstelling ook mag zijn) waarvan men mag vertrouwen dat men op evenwichtige en verantwoorde wijze met de belangen van het volk als geheel en met elk daarvan deel uitmakend individu zal omgaan. En behalve tevredenheid mag er ook wel iets van matiging zijn in ons verlangen naar nòg meer en beter.
Het is misschien goed om ons dat bewust te worden op een moment waarop alles er de schijn van heeft dat we een periode van neergang in de wereldeconomie tegemoet gaan. De recessie in de Verenigde Staten en de sterke neerwaartse tendens in de Engelse economie geven te denken. Ook in ons eigen land zijn er verontrustende dingen aan de gang. Niet iedereen vindt ze symptomatisch; sommigen zien méér mis-management dan structurele teruggang in de economie als oorzaak, maar namen als Philips, KLM, Fokker, Nedlloyd, Nievelt Goudriaan, Staal Bankiers en Volvo staan op dit moment voor een ontwikkeling, die niet helemaal op zichzelf kan worden gezien. De gevolgen van de Golf-oorlog zijn voor dit moment nog niet te overzien, maar mondiaal gezien zullen ook die economisch diep ingrijpen, met name waar het de landen van de derde wereld aangaat. Willen de arme volken na beëindiging van de Golf-oorlog niet over ons heen komen, dan zullen wij bereid moeten zijn economisch offers te brengen ten gunste van de arme landen.
Die rekening zal vooral onze kinderen worden gepresenteerd. Daarom is het goed onze kinderen niet alleen op te voeden tot tevredenheid met wat we nu aan welvaart mogen genieten maar ook tot matiging met het oog op de toekomst. Die matiging is onontkoombaar. Het milieu, de wereldarmoede en de noodzaak zuinig te zijn op de grondstoffen zullen - afgezien van verzadigde markten - ertoe dwingen. Het Evangelie geeft op menige plaats aan hoe op dit stuk van zaken het leven van de christen ingesteld dient te zijn. De luxe die de generaties tussen de tweede wereldoorlog en nu hebben gekend, althans in het welvarende westen, en die zich nu nog op bijna walgelijke wijze manifesteert in de decadente, hebzucht aanwakkerende spelshows waarmee in de Westeuropese landen omroepen naar de gunst van het publiek dingen, zal straks geschiedenis zijn. Er zullen stappen terug moeten worden gedaan. Dat vraagt mentaliteitsverandering. Daartoe zullen onze kinderen moeten worden opgevoegd. Bij niet weinig jonge mensen lijkt de voedingsbodem daarvoor overigens wel aanwezig te zijn.

Dat we die vrijheid dan ook gebruiken
Christenen mogen niet pretenderen het recept daarvoor in huis te hebben.
Ten diepste is dat natuurlijk wel het geval, maar dat met zoveel nadruk te stellen, zou van grenzeloze arrogantie getuigen. Als het aankomt op de wijze waarop wij als christenen deel aan het leven van deze wereld hebben, past de erkenning dat ook wij aan het begin van het Evangelie nog niet eens zijn toegeweest.
In dit goede land hebben we alle vrijheid om er naar binnen en naar buiten met mensen over te spreken. Dat we die vrijheid dan ook gebruiken, in onze woon- en werkomgeving. De Golf-oorlog is er oorzaak van dat heel veel mensen vol zitten met vragen naar de zingeving van het leven. De vragen rond en naar God zijn bij veel meer mensen dan wij vermoeden verhevigd en bij sommigen, die op dit punt volkomen dood lagen, herleefd.
Als bij ons het geloof in en het leven met God méér mag zijn dan dode orthodoxie en obligate waarneming van onze kerkelijke tradities, zullen we misschien een middel mogen zijn om mensen, die in al dat gewoel en lawaai dat onze wereld laat zien en horen, gedesoriënteerd dreigen te raken, richting te wijzen en te bemoedigen vanuit onze overtuiging dat het Evangelie garandeert dat God in Christus door de chaos die we zelf aan het begin van onze geschiedenis hebben opgeroepen, zal heen helpen door het scheppen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
De ontkerkelijking is in ons land over haar diepte- of hoogtepunt ('t is maar hoe je het wil noemen) heen, viel als uitspraak van de hervormde synodevoorzitter te lezen. Er zouden onder mensen weer meer zingevingsvragen leven. Waarop werd gereageerd met een andere vraag, namelijk of aan die vragen ook besef van zonde en genade, van schuld en verzoening eigen is, want daarom gaat het toch ten diepste. De gebeurtenissen in het midden-oosten en de ontwikkelingen in de Oostbloklanden leggen op de samenleving een zekere druk. Bij velen - ook buiten de kerk - voelt men in het spreken over de toekomst en in het maken van plannen een zekere ingehoudenheid.

Met anderen geloof ik dat de kerk in ons land, zeker in dit tijdsgewricht, grote kansen heeft om naar buiten richting wijzend getuigenis te geven, mits dat op zinnige, doordachte, overtuigende en vooral ook bevattelijke manier gebeurt. Want eerlijk, wordt er niet veel onzin gesproken en geschreven? En zijn kerkelijke spraak en tegenspraak dikwijls niet funest voor de geloofwaardigheid van het Evangelie in de wereld? Aan de afbraak van de geloofwaardigheid heeft de kerk in onze gewesten zelf de grootste schuld.
Nog maar kort geleden was daarvan in het midden van dit goede land een droevig staaltje te zien . . . Klagen over de ontkerkelijking behoort allereerst klagen over onze kerkelijke zonden te zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1991

De Wekker | 8 Pagina's

Nog een goed land om in te wonen . . .

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1991

De Wekker | 8 Pagina's