Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Burgerlijk en/of kerkelijk huwelijk? (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Burgerlijk en/of kerkelijk huwelijk? (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In vorige nummers van De Wekker heeft ds. Hoogendoorn een drietal artikelen gewijd aan de visie onzer kerkelijke vaderen op het huwen en hokken. Uw door deze predikant wellicht gewekte aandacht zou ik als ambtenaar van de burgerlijke stand (hierna aan te duiden als: a.b.s.) nu willen bepalen bij de positie van de overheid en van de kerk bij het huwelijk. Ik begin met op te merken, dat het huwelijk in de loop der jaren helaas niet meer de enige vorm van samenleven is gebleven.
Veelvuldig gaat men samenwonen zonder te trouwen en soms worden de zakelijke en erfrechtelijke gevolgen daarvan bij notariële akte geregeld. Niet-huwelijkse samenlevingsvormen worden in ons land sinds vele jaren niet meer door de maatschappij noch door de rechtspraak beschouwd als in strijd met de openbare orde en de goede zeden. De tijd dat het huwelijk de enige getolereerde manier was waarop man en vrouw konden samenleven, is voorbij.
Weliswaar wordt er de laatste jaren meer getrouwd, maar dat is in belangrijke mate (30%!) het gevolg van het toenemend aantal „schijnhuwelijken", die het mogelijk maken, vrouwen uit het Verre Oosten of uit Zuid-Amerika het prostitutie-circuit binnen te loodsen, waarna na enige tijd een echtscheiding volgt. Het huwelijk glijdt enigszins onze rechtsorde uit en de kerken zullen daarmee steeds meer worden geconfronteerd.
De situatie is nu immers nog zo, dat een kerkelijke huwelijksbevestiging - bij ons in het dorp sprak men nog vaak over „overtrouw", een term waartegen ik als a.b.s. groot bezwaar maak, omdat het burgerlijk huwelijk het enige echte huwelijk is en in de kerk niets behoeft te worden „overgedaan" - slechts mag plaats vinden als het echtpaar heeft laten blijken, dat het burgerlijk huwelijk inmiddels is voltrokken. De predikant die, als het huwelijk nog niet burgerlijk is gesloten, „enige godsdienstige plechtigheid daartoe betrekkelijk verricht" (aldus art. 449 van het Wetboek van Strafrecht), wordt gestraft met een geldboete en, in geval van herhaling binnen twee jaar, met hechtenis.
Deze regeling heeft een lange voorgeschiedenis. Van oudsher is in de R.K. Kerk het huwelijk een sacrament en kan er van een huwelijk geen sprake zijn, als dat niet kerkelijk is ingezegend.
Protestantse opvattingen leidden er echter geleidelijk toe, dat de overheid de huwelijkssluiting ging overnemen. En de Franse Revolutie leverde een zodanige scheiding van kerk en staat op, dat het huwelijk alleen in het raadhuis mocht worden gesloten.
Toen ons land in 1810 bij het Franse Keizerrijk werd ingelijfd, werd in 1811 de Code Napoleon ingevoerd en behoorde de huwelijkssluiting uitsluitend tot het terrein van de a.b.s. De invoering van het Burgerlijk Wetboek in 1838 bracht daarin tot op heden geen verandering.
De vraag is gerezen of dit systeem gehandhaafd moet blijven, waarbij wordt verwezen naar andere Europese landen, waar de geestelijke in de trouwdienst als a.b.s. kan optreden. Veelal zijn dit echter landen die nog een staatskerk kennen: de Anglicaanse kerk in: Groot-Brittannië, de Lutherse kerk in de Scandinavische landen en de R.K. Kerk in Spanje, Portugal en Italië.
Er wordt in ons land hier en daar bepleit, wel vast te houden aan de huwelijksaangifte ten stadhuize, opdat de a.b.s. kan nagaan of aan de huwenden te stellen eisen (leeftijdsgrens, geen bloedverwantschap, geen polygamie) is voldaan, hetgeen door hem ook openbaar dient te worden gemaakt, zodat de samenleving controle kan uitoefenen. Maar daarna zou de a.b.s. een bevoegdheidsverklaring tot het sluiten van het huwelijk kunnen afgeven, die het bruidspaar ter hand stelt aan een geestelijke of aan een andere door de wet bevoegd verklaarde persoon (b.v. een notaris). Na de huwelijkssluiting dient deze persoon dan de a.b.s. daarvan op de hoogte te stellen, zodat het huwelijk kan worden geregistreerd.
Voor hen die hun huwelijk kerkelijk laten bevestigen, zou dit een hele vereenvoudiging betekenen. De trouwstoet hoeft niet eerst naar het gemeentehuis, maar kan regelrecht naar de kerk gaan. Het huwelijk kan dan ook op zondagen tijdens een normale kerkdienst worden gesloten, zodat de aan het bruidspaar gestelde vragen inderdaad „ten overstaan van de gemeente" (zoals het huwelijks formulier zegt en niet ten overstaan van een enkele ouderling en een koster in een verder slechts door familieleden en kennissen gevulde kerk kunnen worden beantwoord.
En een notaris als a.b.s. zou wellicht ongehuwd samenwonenden, die geen behoefte hebben aan een „boterbriefje" (oorspronkelijk een vergunning om in de vastentijd zuivelprodukten te eten) maar wel de burgerrechtelijke gevolgen van hun samenwoning zouden willen regelen, er toe kunnen leiden te trouwen ten overstaan van de notaris.
Anderzijds rijst dan de vraag, wie als „geestelijke" kan worden beschouwd. Ook een Islamitische imam of een humanistische raadsman? De overheid is immers niet bevoegd om te bepalen, wanneer er sprake is van een kerk of van een levensbeschouwelijk genootschap.
En voorts zou zo'n „geestelijke" evenzeer dienen te worden beëdigd als een a.b.s., omdat er bij de overheid geen twijfel mag bestaan, of de aan een huwelijksvoltrekking verbonden vragen werkelijk zijn gesteld en bevestigend zijn beantwoord.
Daarom is er m.i. weinig aanleiding om het huidige systeem (huwelijksvoltrekking door de a.b.s. en eerst daarna de niet met juridische gevolgen gepaard gaande bevestiging of inzegening door een geestelijke) te wijzigen. Wel is er voor de kerk, nu het huwelijk tot slechts één der vele samenlevingsvormen is verworden, aanleiding de andere samenlevingsvormen eens onder ogen te zien. Daarover een volgende keer.

Verplanke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1991

De Wekker | 8 Pagina's

Burgerlijk en/of kerkelijk huwelijk? (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1991

De Wekker | 8 Pagina's