Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Honorering kerkorganisten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Honorering kerkorganisten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enige tijd geleden gaf ik in De Wekker blijk van mijn ergernis over de Worp-deunen, die sommige organisten tot vervelens toe doen voorafgaan aan de psalmzang der gemeente. Voor hen bestaat er blijkbaar maar één harmonisatie van de psalmen met voorspelen: de meer dan een eeuw oude van J. Worp. Alsof er intussen niet vele andere en betere harmonisaties zijn verschenen (Landsman, Kousemaker, Stam, Brandts Buijs, Orgelboek voor de Psalmen, Leen Schippers, Nieuwenhuijse e.a.). Ik wil nu de mogelijk ontstane indruk wegnemen, dat de oorzaak van dit worpelen uitsluitend aan het gebrek aan muzikaliteit van de organisten valt te wijten. Die oorzaak ligt immers ten diepste bij tal van kerkeraden!
Vele kerkeraden doen voor de organist slechts twee dingen. Zij schaffen een Worp-bundel aan, die bij de speeltafel wordt gelegd en eigendom van de kerk blijft, zodat iedere nieuwe organist er geen hoeft te kopen. En voorts wordt de organist (met de koster) toegebeden in de Nieuwjaarsdienst.
In de ogen van die kerkeraden moet een muzikaal geïnteresseerd gemeentelid blij zijn, dat hij van het orgel gebruik mag maken en er door de week op mag oefenen (mits het niet te koud is in de kerk en men in de vergaderzalen geen last heeft van het orgelspel). Dat een organist om werkelijk orgel te kunnen spelen, les moet nemen en muziekboeken moet aanschaffen, wordt geacht zijn eigen zaak te zijn. Maar dat is nu juist in het belang van de eredienst en van de samenzang der gemeente!
Elke kerkeraad zou een beginnende organist allereerst zijn leskosten en de aanschaf van muziekboeken dienen te vergoeden. Daarnaast zou enige honorering - en niet slechts de soms op Nieuwjaarsmorgen uit te reiken boekenbon - ook op zijn plaats zijn. Heeft de organist een behoorlijk niveau bereikt, dan dient er ook van behoorlijke honorering sprake te zijn. Een organist moge met vreugde zijn werk doen, het organistschap vergt meer tijd dan het aanwezig zijn in de kerkdiensten. Het vergt veel voortdurende studie, niet slechts om van het blad te leren spelen, maar ook om te leren improviseren. De organist moet immers in zijn voorspelen de gemeente kunnen stimuleren tot samenzang met inachtneming van de inhoud der te zingen verzen.
Welnu, in het stimuleren van een goed organistschap blijven vele kerkeraden ernstig in gebreke. De meeste zijn al blij, als een gemeentelid bereid is achter het klavier plaats te nemen, waarna zij hem verder zijn gang laten gaan, hoogstens af en toe met een vermaning, dat het niet te vlug of te hard moet.
Maar zou het niet gewenst zijn, dat zij die een organistschap ambiëren, eerst eens een vergelijkend examen ondergaan? Of dat geïnteresseerden op kosten van de kerkeraad gelegenheid krijgen eerst eens les te gaan nemen, alvorens zij tijdens de erediensten de orgelbank mogen beklimmen? En zou de kerkeraad vervolgens niet de eis dienen te stellen, dat een organistendiploma wordt gehaald, waarna een redelijke honorering zal plaats vinden? De Geref. Synode heeft voor die honorering officiële richtlijnen gesteld, waarbij uiteraard de grootte van de gemeente een rol speelt.
Als gemeenten voortdurend worden opgezadeld met de (door sommige luisteraars meegeneuriede) voorspelen en psalm bewerkingen van Worp, ligt de oorzaak daarvan lang niet altijd bij de organisten, maar zijn het de ongeïnteresseerde kerkeraden die niet beseffen dat een organist geoefend moet zijn om te kunnen spelen, en die al tevreden zijn als „het orgel speelt" - een uitdrukking die een organist eens terugkaatste met de opmerking, dat hij zich altijd in bedwang hield als „de kansel preekte".
Organisten verdienen meer aandacht van kerkeraden en dienen ook financieel in staat te worden gesteld een sfeervolle bijdrage aan de eredienst te geven.

Verplanke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1991

De Wekker | 8 Pagina's

Honorering kerkorganisten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1991

De Wekker | 8 Pagina's