De zorg van de kerk voor de jeugd (III)
Het pastoraat
In het vorige artikel schreven we over de jeugd en de prediking; en ook omgekeerd over de prediking en de jeugd. Nu willen we het hebben over het pastoraat. Daar is het huisbezoek waarbij - naar we hopen en verwachten - de jongere kinderen aanwezig zijn. Met oudere thuiswonende kinderen zal veelal apart gesproken worden. Het is goed dat zij thuis zelfstandig bezocht worden. Als ze kamerbewoner zijn, dient dat in elk geval te gebeuren.
We hebben nu het oog op de jaarlijkse bezoekronde. Het is noodzakelijk, dat de kerkeraad via de wijkouderling(en) regelmatig contact onderhoudt met de leden van de gemeente. Daarbij mogen de jonge mensen niet vergeten worden. Integendeel, zij horen er wezenlijk bij. Men kan zich afvragen of dit niet vooral de taak is van de jeugdouderling, meer dan die van de wijkouderling. Het minste is dat er op dit punt tussen beide ambtsdragers een goede afspraak wordt gemaakt. De een moet niet denken, de ander doet het wel, terwijl dan geen van beiden het doet.
Naar mijn gedachten licht het op de weg van de wijkouderling met jongeren contact te onderhouden. De jeugdouderling heeft een meer coördinerende en in bredere zin stimulerende taak. Wel is het denkbaar dat de jeugdouderling zijn aandacht geeft aan jongeren die bijzondere zorg nodig hebben (uiteraard in overleg met de predikant en de wijkouderling). Ook kan hij een groep van jongeren met dezelfde problemen bij elkaar brengen en met hen daarover gesprekken voeren; eventueel met de predikant erbij of iemand die op het gebied van de problemen deskundig is. Deze man (of vrouw) moet dan wel vanuit een persoonlijke geloofsovertuiging de jongeren kunnen helpen bij het bediscussiëren en (zo mogelijk) beantwoorden van de vragen.
In elk geval moeten jonge mensen gelegenheid krijgen om over wat hen bezighoudt met een ouderling (zo mogelijk de predikant) te spreken. Deze artikelenserie staat in „De Wekker". Dat is geen blad speciaal voor ambtsdragers.
Daarom gaan we op een aantal punten, die voor ambtsdragers breder behandeld zouden moeten worden, nu niet dieper in. We schrijven over dit onderwerp in „De Wekker", opdat ook ouders en ouderen zich betrokken mogen weten bij de zorg, die de kerk voor de jeugd heeft. De ouders zouden van hieruit, indien nodig en mogelijk, ook met ambtsdragers kunnen spreken over het pastoraat aan jonge mensen.
Enkele problemen
Graag wil ik enkele problemen noemen, die zich voordoen in het leven van jongeren. Over deze onderwerpen moeten zij, ook met een ambtsdrager, kunnen spreken. Daarbij zijn sexuele problemen (eventueel homosexualiteit en incestervaringen), keus van de levenspartner, voorbereiding op het huwelijk, vragen rondom gezinsvorming, een verbroken verloving, een teleurstelling in het zoeken van contact met een mogelijke levenspartner, verkering met een jongen of meisje van rooms-katholieke of onkerkelijke huize.
Een ander probleem kan zijn studie en opleiding; de vragen die door verkeer aan de universiteit boven komen; vragen in verband met de spanning tussen geloof en wetenschap. Vooral als de ouders zelf een dergelijke (hogere) opleiding of studie niet hebben gevolgd, kan het moeilijk zijn om hun kinderen daarin te begeleiden. Des temeer noodzakelijk is het dat jongeren dan in en vanuit de kerk steun ontvangen.
Te denken valt ook aan de mogelijkheid dat kinderen opgeofferd worden aan de eerzucht, ambities of pretenties van de ouders. In het verleden kwam dit wellicht vaker voor dan tegenwoordig. Beter is het dat een kind op een lager niveau gelukkig is, dan dat het op een iets hoger niveau ongelukkig is, al ligt de tegenstelling niet altijd zo.
De keus van een vak of een studierichting! Men behoeft niet alleen in verband met het predikantschap te spreken van een roeping. Men wordt geroepen tot predikant. In elke werkkring moet men zich een geroepene weten. Daar zijn de vragen op ethisch terrein en die over het samenleven van volken: oorlog en ontwapening, sociale gerechtigheid en bevrijdingsbewegingen, al of niet gevoed vanuit een bepaalde theologie.
Al deze vragen kunnen niet beantwoord worden tot aller tevredenheid. De antwoorden zijn niet op een presenteerblaadje te geven. Er moet op zijn minst over gesproken kunnen worden.
Jongeren kunnen niet verwachten dat ieder zich met hun vragen kan bezighouden. Er moet echter een adres zijn, waar zij terecht kunnen.
In dit verband moge in het bijzonder gewezen worden op gesprekskringen of discussie-avonden, op lezingen die rondom bepaalde thema's georganiseerd worden.
Het is bekend dat in universiteitsplaatsen voor de daar studerende jongeren gespreksavonden worden belegd. Daar is het echt niet alleen de predikant, die steeds weer een verhaal houdt. Ook anderen, al of niet uit de plaatselijke gemeente, komen daar voor inleiding en discussie. Welnu, zulke bijeenkomsten zouden er ook voor niet-universitair studerenden belegd kunnen (moeten) worden. We denken aan jongeren uit de verzorgende sector, aan militairen en aan degenen die in het bijzonder bij kunst- en creativiteitsstudie zijn betrokken.
Soms kunnen deze gesprekken binnen bestaande verenigingsverbanden gevoerd worden. Soms moeten er aparte vormen of kanalen voor gecreëerd worden. Hierbij heeft de jeugdouderling een speciale taak. Hij moet in overleg met de predikant en andere ambtsdragers trachten iets op te zetten, waarin deze onderwerpen aan de orde kunnen komen. Dat hoeft niet uit te lopen op een hele cursus. Soms zijn enkele bijeenkomsten over een bepaald onderwerp voldoende.
Nog niet genoemd werd het conflict tussen ouders en kinderen. Dat kan zich voordoen en hoog oplopen. Ook hier kan hulp noodzakelijk èn dienstbaar zijn.
Niet alleen de kerkeraad
Het gaat ons er niet om dat een kerkeraad zich met alles bemoeit. Wel is het nodig dat een kerkeraad (via jeugd- en wijkouderling, en via de predikant) ter beschikking staat en hulp kan verlenen. De mensen, ook de jongeren, moeten bij de ambtsdragers terecht kunnen. Dezen moeten zich zo opstellen, dat er van hen iets wervends en winnends uitgaat; dat ze de indruk maken: bij hen kunnen we met onze vragen terecht, onze problemen zijn bij hen veilig.
Het is goed eraan te herinneren, dat ook andere gemeenteleden ingeschakeld kunnen worden bij de liefdevolle zorg en aandacht voor jongeren. Ook gezinnen zonder kinderen, en alleenstaanden kunnen voor jonge mensen in de gemeente wat betekenen. Het voornaamste is wel: een veilige haven bieden voor gesprek, ontspanning en afstand nemen.
De catechisatie
Na prediking en pastoraat noemen we ook de catechese. Het gaat daarin om het belijden èn het beleven; om de leer van de kerk en om het leven naar de Schrift in een geseculariseerde samenleving.
Het is belangrijk dat op de catechisatie op de vragen van jongeren wordt ingegaan; uiteraard op vragen die verband houden met het die avond te bespreken onderwerp - anders wordt het een oeverloze discussie.
Ook zal er op de catechisaties gesproken moeten worden over wat het betekent persoonlijk te geloven en hoe je daartoe komt; over bidden en bijbellezen, en over de persoonlijke omgang met God.
Op dit punt moeten jongeren getraind worden, in de goede zin van het Woord. Het geestelijk leven vraagt om oefening. Die zaken moeten op de catechisatie aan de orde komen.
Daarnaast is het belangrijk dat er een wisselwerking is tussen catechisatie en prediking. De een moet de ander beïnvloeden. Verbindingslijnen tussen beide aan te brengen stimuleert de aandacht en vergroot de effectiviteit.
Als ik dat zo schrijf ben ik me ervan bewust dat alles wat in dit artikel is gezegd, staat onder een groot voorbehoud. Dat is: niet wij mensen kunnen het doen of moeten het maken. De Heilige Geest moet het doen. Daarom moet het bovenstaande gelezen worden binnen de accolades van het gebed.
O Heilige Geest, wilt U ons wijsheid geven en ons gebruiken, om uw werk in de harten van jonge mensen te doen.
W.H. Velema
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 oktober 1991
De Wekker | 8 Pagina's